9.3 De Transformator

WELKOM!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WELKOM!

Slide 1 - Slide

We gaan vandaag 

de TRANSFORMATOR 

behandelen


Slide 2 - Slide

Wat weel je al
  • Wie heeft er wel eens een elektrische schok gekregen?
  • Wie weet hoe groot de  spanning is die er op het  
      stopcontact staat?
  • Wie weet hoe groot de spanning is die jouw telefoonlader
      geeft?
  •  Wie weet wat TRANSFORMATOREN zijn?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video






Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Een  aantal opdrachten

Slide 11 - Slide

  • Je krijgt voor de opdracht 5 minuten tijd, daarna vergelijk je
      je resultaten met die van je buurman of buurvrouw.

  •  Daarna praten we er klassikaal even over na.


Slide 12 - Slide

Uitwerking oefening 1


timer
3:00

Slide 13 - Slide

Uitwerking oefening 1


timer
3:00

Slide 14 - Slide

Uitwerking oefening 1


timer
3:00

Slide 15 - Slide

Wat hebben we gedaan?
  • Jullie hebben kennis gemaakt met de tansformator en zijn

       onderdelen.

  • Julie weten wat de transformator doet en waarvoor hij 

       gebruikt wordt.

  • jullie kunnen rekenen aan in en uitgangs spanning en aan 

       de hoeveelheid windingen van beide spoelen.

Slide 16 - Slide

Er zijn begrippen besproken
  •  de letter N gebruiken we in de formule om een aantal
            windingen aan te duiden
  • De onderdelen van de transformator Kern, primaire- en
           secundaire spoel
  • Primaire- en secundaire spanning

Slide 17 - Slide

wat kan een transformator
A
Lampen schakelen
B
De frequentie wijzigen
C
Elektrische spanning transformeren
D
Kortsluiting voorkomen

Slide 18 - Quiz

Hoe heet de spoel aan de ingang van een transformator
A
Primaire spoel
B
Kern
C
Secundaire spoel
D
Ingangsregelaar

Slide 19 - Quiz

Dit plaatje hiernaast is een
A
Schakelaar
B
Schakelsymbool van een transformator
C
Hoogspanningsteken
D
Een spoel

Slide 20 - Quiz

van een transformator kun je zeggen dat.....
A
er primaire spanning in gaat en secundaire spanning uit komt
B
ingangs-spanning en uitgangs-spanning altijd verschillend is
C
er secundaire spanning in gaat en primaire spanning uit komt
D
ingangs-spanning altijd lager is dan de uitgangs-spanning

Slide 21 - Quiz

Als bij een trafo de secundaire wikkeling 1000 keer groter is dan de primaire wikkeling..
A
de uitgangs-spanning 1000 keer hoger is dan de ingangs-spanning
B
de transformator in brand vliegt
C
de Uitgang 1000 volt afgeeft
D
de letter N verschijnt

Slide 22 - Quiz

De ingangs-spanning oftewel de primaire spanning noemen we ook wel
A
N primair
B
N
C
U secundair
D
U primair

Slide 23 - Quiz

Met de letter "N" geven we aan de hoeveelheid...
A
Wikkelingen
B
Nasi goreng kruiden
C
Kern metaal
D
spanning

Slide 24 - Quiz

Ik heb het vandaag iets geleerd, heb er een goed gevoel over en ik snap nu de transformator
A
Helemaal
B
Redelijk
C
weinig
D
Helemaal niet

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Video