Oefentoets gedrag







Wat weet jij al?
1 / 44
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson







Wat weet jij al?

Slide 1 - Slide

De honden leren het zoeken van overlevenden tijdens een training. Hoe heet deze vorm van leren?
A
Conditionering
B
Gewenning
C
Inprenting
D
Aangeleerd gedrag

Slide 2 - Quiz

Hoe heet het voorplantingsgedrag van herten en olifanten

Slide 3 - Open question

Bij ... bedenkt een dier nieuw gedrag, door eerder opgedane ervaringen te combineren.
A
Overspronggedrag
B
Imiteren
C
Aangeboren
D
Inzicht

Slide 4 - Quiz

In een groep kippen is een bepaalde rangorde. Deze rangorde, de zogenaamde pikorde, bepalen de kippen door elkaar te pikken. De meest gepikte kip staat onderaan in de pikorde. Aan de hand van een ethogram wordt van vijf kippen de pikorde bepaald.
Het resultaat is hieronder weergegeven. Een pijl wijst naar de kip die door een ander wordt gepikt.
Bepaal met behulp van de afbeelding de pikorde van de kippen.
Welke kip staat bovenaan in de pikorde?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 5 - Quiz

Sleutelprikkel / supranormale prikkel
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plek
sleutelprikkel
supranormale prikkel

Slide 6 - Drag question

Bij ... is sprake van het gedrag dat van soortgenoten wordt gekopieerd.
A
Inzicht
B
Overspronggedrag
C
Imiteren
D
Aangeboren

Slide 7 - Quiz

Sleep naar het bijbehorende vakje
groeps druk
Normen
waarden
over
sprong
gedrag
Rol patroon

Slide 8 - Drag question

Politiepaarden worden getraind met vuur en harde knallen. Hierdoor schrikken ze niet meer
A
Conditionering
B
Imitatie
C
Gewenning
D
Inprenting

Slide 9 - Quiz


A
Conditionering
B
Gewenning
C
Imitatie
D
Inprenting

Slide 10 - Quiz

Hoe noem je leren tijdens een korte (gevoelige) periode?
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering

Slide 11 - Quiz



Wat zie je in de afbeelding?

A
Het jong reageert op een sleutelprikkel
B
Het oudere dier geeft een respons
C
Het jong reageert op een gewone prikkel
D
Het oudere dier reageert op een sleutelprikkel

Slide 12 - Quiz

Hoe heet het als een dier leert door een ander dier te observeren?
A
Imitatie leren
B
sensitisatie
C
habituatie
D
klassieke conditionering.

Slide 13 - Quiz

Naar aanleiding van de gegevens in het diagram worden twee uitspraken gedaan. Wat is juist?
A Tijdens het onderzoek had het konijn meer perioden van activiteit dan de eekhoorn.
B Tussen 16 uur en 20 uur nam het konijn langere tijd rust dan de eekhoorn.
A
A is juist
B
B is juist
C
A en B zijn allebei juist
D
A en B zijn allebei onjuist

Slide 14 - Quiz

Overspronggedrag is:
A
over iemand springen
B
ineens ander gedrag vertonen
C
sprongetje maken
D
aanvallen

Slide 15 - Quiz

In een dierentuin leven vijf witte neushoorns samen in een groep, één mannetje en vier vrouwtjes. Een onderzoeker noteert regelmatig hoe vaak de dieren dreiggedrag vertonen tegen elkaar, zoals brullen, duwen en stoten met de hoorn. Uit de resultaten trekt hij conclusies over een rangorde binnen de groep. In een schema geeft hij die rangorde weer (zie de afbeelding).
Geef de naam van de neushoorn die het laagst in de rangorde staat
A
Rita
B
Klara
C
Dora
D
Arnold

Slide 16 - Quiz

Hoe heet het voortplantingsgedrag van vogels en vissen

Slide 17 - Open question

Hoe heet zon lijst met afkortingen zoals je hiernaast ziet?
A
ethogram
B
protocol

Slide 18 - Quiz

Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken.

Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?

A
imponeergedrag
B
overspronggedrag
C
verzoeningsgedrag
D
sociaal gedrag

Slide 19 - Quiz


Wat is een protocol?

A
Je schrijft op wat je van het gedrag vindt
B
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij één dier
C
Je schrijft op wat het dier doet
D
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij alle dieren van één soort

Slide 20 - Quiz

Spreeuwenjongen die pas uit het ei gekomen zijn, hebben hun ogen nog dicht.
Wanneer een ouder op het nest landt, sperren ze onmiddellijk hun bek open.

Wat is de uitwendige prikkel voor dit gedrag van de spreeuwenjongen?

Slide 21 - Open question

Om ruzie en verwondingen te voorkomen is er binnen groepen vaak sprake van een ... .
A
Rangorde
B
Pikorde
C
Intimideren
D
Inzicht

Slide 22 - Quiz

Mira is buiten aan het werk. Ze krijgt het warm en trekt haar jas uit.
Is het uittrekken van haar jas een respons op een inwendige of op een uitwendige prikkel?
A
inwendige prikkel
B
uitwendige prikkel

Slide 23 - Quiz

Een mannetjes pauw doet zijn staart omhoog om indruk te maken op een vrouwtje. Wat is de inwendige prikkel om dit te doen

Slide 24 - Open question


Wat is ethologie?

A
Het bestuderen van gedrag
B
Het beïnvloeden van gedrag
C
Het gedrag van dieren veranderen
D
Het gedrag van mensen veranderen

Slide 25 - Quiz

Door welke twee zaken wordt gedrag bepaald?

Slide 26 - Open question

Is het gedrag van de vogel aangeleerd of erfelijk? Waarom denk je dat?

Slide 27 - Open question

Een Malawi-cichlide (vis) graaft gaten voor haar eitjes, dit is een voorbeeld van …..gedrag.

Slide 28 - Open question

Het gedrag van een politiehond is:
A
Natuurlijk gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 29 - Quiz

Binnen de groep mieren zijn er werkers, verzorgers en een koningin, dit is een voorbeeld van ….gedrag.

Slide 30 - Open question

Kwispelen bij een hond is een vorm van..... ?
A
Lichaamstaal
B
Non-verbaal gedrag
C
verbaal gedrag
D
Inprenting

Slide 31 - Quiz

... is gedrag waarmee dieren een partner lokken en versieren.
A
Dreiggedrag
B
Omgericht gedrag
C
intimideren
D
Baltsgedrag

Slide 32 - Quiz

Wanneer het dreigen van twee dieren erg lang duurt gaan ze soms gedrag vertonen wat helemaal niet past bij het dreigen. Hoe noemen we dit?
A
Aangeleerd gedrag
B
Oversprong gedrag
C
Intimidatie gedrag
D
Aangeboren gedrag

Slide 33 - Quiz

Pasgeboren biggen die de tepel van de moeder voelen weten meteen dat ze hun bekje open moeten doen. Hoe noemen we dit gedrag?
A
Aangeleerd gedrag
B
Aangeboren gedrag

Slide 34 - Quiz

De Venus vliegenval is een vleesetende plant. Als een blad wordt aangeraakt, vouwt het blad zich samen.

Is dit wel of geen gedrag?
A
wel gedrag
B
geen gedrag

Slide 35 - Quiz

Hoe noem je een klein stukje gedrag?
A
Gedragje
B
Handeling

Slide 36 - Quiz

Dit gedrag komt tot stand door
A
inwendige prikkels
B
uitwendige prikkels
C
beide antwoorden zijn juist
D
beide antwoorden zijn omjuist

Slide 37 - Quiz

Wanneer jonge aapjes zien dat hun moeder van boom naar boom slingert willen ze dit na doen, hoe heet dit gedrag?
A
Herhalen
B
Imiteren
C
Oefenen
D
Inzicht

Slide 38 - Quiz

Hoe noem je een verandering in de omgeving waar een mens of dier op reageert?
A
Gedrag
B
Emotie
C
Een prikkel
D
Gevoel

Slide 39 - Quiz

Een pad die een vijand ziet, maakt zich dik en gaat omhoog op de poten staan.

Hoe noemen we dit gedrag?

A
baltsgedrag
B
imponeergedrag
C
overspronggedrag
D
territoriumgedrag

Slide 40 - Quiz

NADAT je gedrag geobserveerd hebt (en een protocol ingevuld hebt) kun je dit overzichtelijk weergeven.
Welk diagram gebruik je hier meestal voor?
A
Staafdiagram
B
Lijndiagram
C
Tabellogram
D
Ethogram

Slide 41 - Quiz

Gedrag van mensen wordt bepaald door bijvoorbeeld aangeleerd gedrag.
Wat zijn voorbeelden van aangeleerd gedrag?

A de kniepeesreflex (de dokter tikt met een hamertje onder je knie, je been strekt zich vanzelf)
B een jas aantrekken als het koud is buiten
C het warm krijgen tijdens de gymles
D stil worden als de docent daarom vraagt

A
A - C
B
B - C - D
C
A - C - D
D
B - D

Slide 42 - Quiz

Bonobo's zijn apen die elke ruzie of probleem goed maken met een vrijpartij. Bij de bonobo's wordt aardig wat afgesekst.

Hoe noem je dit gedrag?

A
Balts
B
Sociaal gedrag
C
Dreiggedrag
D
Territoriumgedrag

Slide 43 - Quiz

Einde van de toets

Slide 44 - Slide