Druk

Druk
  • Ik kan met behulp van een (mini)experiment bewijzen dat de druk beïnvloed word door een kracht en het oppervlakte.  
  • Ik kan aan de hand van een voorbeeld uitleggen waarom de oppervlakte waarover de kracht word verdeeld invloed heeft op de druk.
  • Ik kan met behulp van de formule P=F/A rekenen aan de druk, het oppervlak en de kracht.
  • Ik kan met behulp van een (mini)experiment bewijzen dat de druk beïnvloed word door een kracht en de oppervlakte.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Druk
  • Ik kan met behulp van een (mini)experiment bewijzen dat de druk beïnvloed word door een kracht en het oppervlakte.  
  • Ik kan aan de hand van een voorbeeld uitleggen waarom de oppervlakte waarover de kracht word verdeeld invloed heeft op de druk.
  • Ik kan met behulp van de formule P=F/A rekenen aan de druk, het oppervlak en de kracht.
  • Ik kan met behulp van een (mini)experiment bewijzen dat de druk beïnvloed word door een kracht en de oppervlakte.

Slide 1 - Slide

Druk
Wat is druk?
Druk is zoals het woord suggereerd dat een kracht ergens op drukt. 
Druk is de hoeveelheid kracht die op een bepaald oppervlak word geduwd. 
De druk van een naaldhak is veel groter dan de druk van een sleehak. 
P=F/A
Je kan druk bereken door de kracht te delen door het oppervlak waarop de druk word uitgeoefend. 
Druk = Kracht / oppervlak  --> P=F/A

Slide 2 - Slide

Wat is de eenheid van druk?
A
Newton
B
Kilogram
C
Newton per vierkante meter
D
Watt

Slide 3 - Quiz

De eenheid van druk is
A
kracht per meter (N/m).
B
newton per meter (N/m).
C
kracht per vierkante meter (N/m²).
D
newton per vierkante meter (N/m²).

Slide 4 - Quiz

Wat heeft de grootste druk?
A
100 kg rustend op 0,03 m2
B
500 kg rustend op 0,14 m2
C
100 N rustend op 0,03 m2
D
500 N rustend op 0,14 m2

Slide 5 - Quiz

Bereken de druk op het oppervlak als er 50 kg op 0,33 m2 werkt.

Slide 6 - Open question

Bereken de druk in Pa die het blok (massa = 12kg) uitoefent op de ondergrond In deze positie.

Slide 7 - Open question

Een doos met een massa van 5 kg heeft een contactoppervlak van 0,5 m².
Bereken de druk.

Slide 8 - Open question

Een mes heeft een oppervlakte van 0,05 cm2. Er wordt een kracht van 150 N op uitgeoefend. Bereken de druk.

Slide 9 - Open question

Mini experiment uitleg
Onderzoeksvraag.
Dit is de vraag die je probeerd te beantwoorden met het experiment.

Hypothese.
Beschrijf hier jou voorspelling, wat denk jij dat er gebeurd. 
Benodigdheden.
Wat heb jij nodig voor dit experiment.
Werkwijze.
Schrijf stap voor stap op wat jij gaat doen tijdens het experiment. 


Resultaten.
Noteer hier je resultaten en waarnemingen. 
Conclusie.
Beantwoord de onderzoeksvraag, met behulp van de resultaten.
Discussie.
Reflecteer op het experiment en de samenwerking, schrijf een tip en top op. 
Kies een van de volgende drie mini experimenten en werk die uit op papier. 

Slide 10 - Slide

Mini experiment 1
Onderzoeksvraag.
Op welke manier ervaart de ballon de meeste druk?

Hypothese.
......
......
Benodigdheden.
1. 2 ballonen. 
2. 2 handen.
Werkwijze.
1. Blaas de ballonen even groot op. 
2. Duw met één vinger op de ballon. 
3. Duw met een platte hand op de ballon. 


Resultaten.
......
......
......
Conclusie.
......
......
......
Discussie.
......
......
......

Slide 11 - Slide

Mini experiment 2
Onderzoeksvraag.
Bij welke ballon zal de druk het grootste zijn als de lucht de ballon verlaat?

Hypothese.
......
......
Benodigdheden.
1. 2 ballonnen
2. een schaar
3 een naald
Werkwijze.
1. Blaas beide ballonnen even groot op. 
2. Prik een ballon kapot met de naald.
3. Knip 1 ballon kapot bij het tuitje.  


Resultaten.
......
......
......
Conclusie.
......
......
......
Discussie.
......
......
......

Slide 12 - Slide

Hoe ging de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 14 - Open question

Waar wil je nog extra aandacht aan besteden?

Slide 15 - Open question