19 november 2020

2H2
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2H2

Slide 1 - Slide

Les devoirs
Huiswerk voor vandaag:
Maken: ex. 1a, 2, 3, 4a, 6
Leren: vocabulaire A
Maken/doen voor de volgende les: 
In werkboek: 7, 8, 10, 11
Tekstboek: Bestuderen grammaire C
Leren voor de volgende les:
Chapitre 2: vocabulaire A (voor MO) + B 
Programme d'aujourd'hui:
(Programma van vandaag)
Corriger tijdens MO's (zelfstandig) ex. 1, 2, 3, 6
Faire luisteropdracht ex. 4abcde + corriger
Faire ex. 8, (9*), 10

Slide 2 - Slide

Corriger ex. 1, 2, 3, 6
2a
le rugby --> un ballon ovale
le cyclisme --> un vélo
la natation --> la piscine
le ski --> la montagne
le hockey --> la glace ou le gazon
le tennis  --> une raquette

2b
Bon pour la santé: les fruits, les tomates, les courgettes, le lait

Mauvais pour la santé: les frites, la glace, le hamburger, la pizza


Ex. 1
1 B 2 A & E 3 C
Ex. 3 Bijvoorbeeld:
- J'ai oublié mon cahier/mon livre.
- Je dois aller aux toilettes.

Ex. 6a
1. forme   
2. la santé    
3. manges  
4. fruits
5. légumes    
6. important


   Ex. 4a gaan we zo samen nakijken.
   Daarna doen we samen 4bcde
Ex. 6b
1. sinds wanneer
2. omdat
3. ik heb honger
4. alleen
5. als
6. volgens mij

Slide 3 - Slide

Corriger & faire ex. 4
4a
1 Zit je lekker in je vel?
2 Tijdens de biologieles.
3 Over hun gezondheid.
4 Ze gaan naar de kantine.
5 Gezond eten helpt om lekker in je vel te zitten

4bcde = luisteropdracht

Slide 4 - Slide

Luisteropdracht 4bcde
Lees de opdrachten eerst door in je werkboek

  • Vraag: Wat is handig om te doen als de opdracht in het Nederlands is, maar de luisteropdracht in het Frans?

Slide 5 - Slide

r
rr

  • Ex. 8 samen maken






  • Begin zelf aan ex. 8, (9*), 10, 11
  • Dit is ook huiswerk


Klaar? 
Leren: Vocabulaire AB

Je mag ook doorwerken in je werkboek
Bekijk alvast grammaire C + ex. 13 & 14 (voor de volgende les)


timer
13:00

Slide 6 - Slide

La France a ...
A
20 millions d'habitants
B
60 millions d'habitants
C
100 millions d'habitants

Slide 7 - Quiz

La capitale de la France est...
A
Marseille
B
Lyon
C
Paris

Slide 8 - Quiz

La France a ...
A
un président
B
un roi (een koning)
C
un prince

Slide 9 - Quiz

La Tour Eiffel mesure ...
A
317 mètres
B
439 mètres
C
582 mètres

Slide 10 - Quiz

On parle français ...
A
en Belgique
B
en Italie
C
au Portugal

Slide 11 - Quiz

Un fromage français est ...
A
le brie
B
la mozzarella
C
le gouda

Slide 12 - Quiz

La distance Amsterdam - Camargue est de ...
A
700 kilomètres
B
1200 kilomètres
C
1800 kilomètres

Slide 13 - Quiz

Filmpje "C'est quoi, le tunnel sous la Manche?"

Pak een schrift
1e keer kijken (zonder geluid): schrijf op waar het filmpje over gaat
2e keer kijken (met geluid): vragen beantwoorden

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

5

Slide 16 - Video

00:23
François Mitterand was in 1986 de .... van Frankrijk
A
koning
B
prins
C
president
D
hertog

Slide 17 - Quiz

00:34
In hoeveel tijd kun je door de tunnel nu van Frankrijk naar Engeland?
A
15 minutes
B
25 minutes
C
35 minutes
D
45 minutes

Slide 18 - Quiz

00:51
Hoeveel meter ligt de tunnel onder het water?
A
10 meter
B
20 meter
C
30 meter
D
40 meter

Slide 19 - Quiz

01:24
De Eurostar vervoert goederen
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

01:29
Wat werd er gezegd?
L'Angleterre n'est plus ... ...

Slide 21 - Open question

Les devoirs
Huiswerk voor vandaag:
Maken: ex. 1a, 2, 3, 4a, 6
Leren: vocabulaire A
Maken/doen voor de volgende les: 
In werkboek: 7, 8, 10, 11
Tekstboek: Bestuderen grammaire C
Leren voor de volgende les:
Chapitre 2: vocabulaire A (voor MO) + B 
Programme d'aujourd'hui:
(Programma van vandaag)
Corriger tijdens MO's (zelfstandig) ex. 1, 2, 3, 6
Faire luisteropdracht ex. 4abcde + corriger
Faire ex. 8, (9*), 10

Slide 22 - Slide