Colitis ulcerosa en Crohn

Colitis ulcerosa en Crohn
Leerdoelen, na deze les:
  • Kun je in eigen woorden uitleggen wat Colitis Ulcerosa (CU) is
  • Kun je in eigen woorden uitleggen wat de ziekte van Crohn inhoudt
  • Kun je de verschillen tussen beide aandoeningen benoemen
  • Kun je de behandelingen van beide ziekten benoemen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Colitis ulcerosa en Crohn
Leerdoelen, na deze les:
  • Kun je in eigen woorden uitleggen wat Colitis Ulcerosa (CU) is
  • Kun je in eigen woorden uitleggen wat de ziekte van Crohn inhoudt
  • Kun je de verschillen tussen beide aandoeningen benoemen
  • Kun je de behandelingen van beide ziekten benoemen

Slide 1 - Slide

Welk onderdeel is aangegeven met nummer 9?
A
Oesophagus
B
Pancreas
C
Gaster
D
Appendix

Slide 2 - Quiz

Welk onderdeel is aangeven met nummer 3?
A
Duodenum
B
Jejunum
C
Hepar
D
Colon

Slide 3 - Quiz

Wat is de functie van de galblaas?
A
Produceren van gal
B
Opslaan van gal
C
Vormen van galstenen
D
Toevoegen van insuline aan de voedselbrei

Slide 4 - Quiz

Wat is de voornaamste functie van de dikke darm?
A
Opnemen van voedingsstoffen
B
Opnemen van vocht
C
Opnemen van vitaminen en mineralen
D
Resorptie van insuline en gal terug het lichaam in

Slide 5 - Quiz

Een ontsteking aan het spijsverteringsstelsel zal in veel gevallen leiden tot:
A
Hoofdpijn
B
Slecht zicht
C
Diarree of obstipatie
D
Temp boven de 40 ⁰c

Slide 6 - Quiz

Chronische darmontstekingsziekte
Verzamelnaam voor aandoeningen waarbij
 (een deel van) de darmen chronisch ontstoken is
  • Zonder sprake van infectie of schadelijke stof
  • Ook wel bekend als "Inflammatory Bowel Disease" IBD
  • CU
  • Crohn

Slide 7 - Slide

IBD wordt vaak verward met PDS, wat is het verschil tussen deze twee?

Slide 8 - Open question

Feiten en cijfers
In Nederland hebben ruim 80.000 mensen een chronische darmontsteking. 
  • Naar schatting heeft iets meer dan de helft hiervan colitis ulcerosa en iets minder dan de helft de ziekte van Crohn,
  • Colitis ulcerosa wordt meestal ontdekt tussen de 15 en 40 jaar,
  • Colitis ulcerosa komt iets vaker voor bij mannen.

Slide 9 - Slide

Colitis ulcerosa
Regelmatig terugkerende (chronische) aandoening, waarbij:
  • Het slijmvlies dat de binnenwand van de dikke darm (colon) bekleedt ontstoken raakt,
  • Zweren worden gevormd. 

Oorzaak
  • Tot op heden onbekend. 
  • Verondersteld wordt dat een combinatie van genetische factoren, omgevingsfactoren en een veranderend immuunsysteem bijdragen aan het ontwikkelen van CU. 
  • CU is een auto-immuunaandoening.

Slide 10 - Slide

Leg eens in eigen woorden uit wat een auto-immuunziekte is?

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Video

Risicofactoren CU
  • Te actief afweersysteem,
  • Opbouw darmflora,
  • Genetische factoren,
  • Omgevingsfactoren (waaronder stress).

Slide 13 - Slide

Ontstaan CU
  • Begint vaak in de endeldarm (proctitis)
  • Kan zich verder uitbreiden naar uitsluitend het linkerdeel van de dikke darm (linkszijdige colitis)
  • Het kan de gehele dikke darm aantasten (pancolitis) 

Slide 14 - Slide

  • Diarree
  •  vaak vermengd met bloed en slijm en soms pus
  • Buikpijn/-kramp
  • Opgezette buik
  • Bloedarmoede (anemie)
  • Vermoeidheid
  • Misselijkheid 
  • Gewichtsverlies
  • Moeite met ophouden ontlasting
  • Koorts

In enkele gevallen komen ook klachten buiten de darm voor: 
  • Pijnlijke, branderige, ontstoken ogen
  • Pijnlijke, ontstoken gewrichten 
  • Pijnlijke ontstekingen van de huid

Slide 15 - Slide

Hoe noem je deze ontstekingen buiten het spijsverteringsstelsel?
A
Intramusculaire ontsteking
B
Extra-intestinale manifestaties
C
Intra-intestinale manifestaties
D
Osteoporose

Slide 16 - Quiz

Beloop CU
Welke symptomen optreden en met welke frequentie is verschillend. 
  • Afwisseling rustige periodes (remissie) met opvlammingen (exacerbaties)
  • De opvlamming kan plotseling en ernstig zijn, kan dagen of weken duren en kan op elk moment opnieuw optreden.

Slide 17 - Slide

Aanvullend onderzoek
  • Bloedonderzoek
  • Ontstekingswaarden: bezinkingssnelheid (BSE) en het Creactieve eiwit (CRP)
  • Bloedarmoede:  hemoglobinegehalte (Hb-gehalte) 
  • (laag) albumine
  • Vitamines en mineralen
  • Fecesonderzoek
  • Uitsluiting bacteriële of parasitaire oorzaak van de symptomen
  • Aanwezigheid van bloed of onverteerbare voedselresten 
  • Hoeveelheid calprotectine (een ontstekingsremmend eiwit)

Beeldvorming
  • Endoscopie
  • Sigmoïdoscopie
  • Coloscopie
  • Echografie
  • Video capsule endoscopie (VCE): onderzoek met camerapil
  • CT-scan
  • MRI-scan

Slide 18 - Slide

Behandeling CU
  • Diarreeremmers of psylliumvezels (verminderen diarreeklachten)
  • Medicatie tegen misselijkheid: anti-emetica
  • Medicatie tegen buikpijn
  • Milde ontstekingsremmers (Aminosalicylaten zoals mesalazine en sulfasalazine)
  • Krachtige ontstekingsremmers (Corticosteroïden zoals prednison of prednisolon)
  • Afweeronderdrukkende medicijnen (Immunosuppressiva,  zoals methotrexaat, tacrolimus en azathioprine)
  • TNF-blokkers (zoals infliximab , etanercept  en adalimumab, worden alleen gebruikt wanneer andere medicijnen niet afdoende helpen)
  • Antibiotica (om klachten door bacteriële overgroei te verminderen) 

Chirurgische behandeling
  • Het ontstoken deel van de dikke darm en/of endeldarm wordt verwijderd.
  • Soms wordt een (tijdelijk) stoma aangelegd, zodat de darm de kans krijgt om te herstellen. 

Slide 19 - Slide

Wat kan een complicatie zijn van Colitis Ulcerosa?
A
Flatulentie
B
Spontane galblaasverwijdering
C
Darmkanker
D
Zenuwschade

Slide 20 - Quiz

Complicaties CU
Ontstekingen
  • Oogontsteking (uveïtis), voornamelijk in de iris
  • Gewrichtsontsteking, voornamelijk in de armen, de benen, het bekken en de wervelkolom
  • Osteoporose
  • Door verminderde opname calcium en gebruik corticosteroïden.
  • Darmkanker

Slide 21 - Slide

CU vs Crohn
Crohn ontstekingsziekte die zorgt voor een chronische ontsteking van het spijsverteringskanaal

  • Kan in gehele maagdarmstelsel voorkomen. 
  • De meest voorkomende plek is de overgang tussen de dunne naar de dikke darm

Oorzaak
  • Tot op heden onbekend. 
  • Verondersteld wordt dat een combinatie van genetische factoren, omgevingsfactoren en een veranderend immuunsysteem bijdragen aan het ontwikkelen van Crohn. 
  • Ook Crohn is een auto-immuunaandoening.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Risicofactoren Crohn
  • Erfelijke factoren
  • Roken
  • Eetpatroon
  • Lichamelijke activiteit
  • Infecties 
  • Medicatie

Slide 24 - Slide

Symptomen Crohn
  • Transmurale ontstekingen in maag-darmkanaal
  • Buikpijn/-kramp (vaak koliekpijn)
  • Dunne ontlasting of diarree, vaak met bloed en slijm
  • Vermoeidheid
  • Koorts
  • Groeiachterstand (bij kinderen)

Andere klachten:
  • Pijnlijke, ontstoken ogen
  • Pijnlijke, gezwollen gewrichten (m.n. knieën, ellebogen, enkels en polsen)
  • Huidklachten: pijnlijke, blauwrode plekken op de huid (erythema nododsum)
  • Kleine zweertjes (aften) in de mond
  • Galstenen

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Beloop Crohn
Het beloop is grillig: 
  • zowel mild als ernstig, afhankelijk van het aangedane deel en verschilt per individu

  • Afwisseling rustige periodes (remissie) met opvlammingen (excacerbaties)

Slide 27 - Slide

Diagnostiek Crohn
Anamnese
Lichamelijk onderzoek

Slide 28 - Slide

Aanvullend onderzoek
  • Bloedonderzoek
  • Ontstekingswaarden: bezinkingssnelheid (BSE) en het Creactieve eiwit (CRP)
  • Bloedarmoede:  hemoglobinegehalte (Hb-gehalte) 
  • (laag) albumine
  • Vitamines en mineralen
  • Fecesonderzoek
  • Uitsluiting bacteriële of parasitaire oorzaak van de symptomen
  • Aanwezigheid van bloed of onverteerbare voedselresten 
  • Hoeveelheid calprotectine (een ontstekingsremmend eiwit)

Beeldvorming
  • Endoscopie
  • Sigmoïdoscopie
  • Coloscopie
  • Echografie
  • Video capsule endoscopie (VCE): onderzoek met camerapil
  • CT-scan
  • MRI-scan

Slide 29 - Slide

Behandeling CU
  • Diarreeremmers of psylliumvezels (verminderen diarreeklachten)
  • Medicatie tegen misselijkheid: anti-emetica
  • Medicatie tegen buikpijn
  • Milde ontstekingsremmers (Aminosalicylaten zoals mesalazine en sulfasalazine)
  • Krachtige ontstekingsremmers (Corticosteroïden zoals prednison of prednisolon)
  • Afweeronderdrukkende medicijnen (Immunosuppressiva,  zoals methotrexaat, tacrolimus en azathioprine)
  • TNF-blokkers (zoals infliximab , etanercept  en adalimumab, worden alleen gebruikt wanneer andere medicijnen niet afdoende helpen)
  • Antibiotica (om klachten door bacteriële overgroei te verminderen) 

Chirurgische behandeling
  • Het ontstoken deel van de dikke darm en/of endeldarm wordt verwijderd.
  • Soms wordt een (tijdelijk) stoma aangelegd, zodat de darm de kans krijgt om te herstellen. 

Slide 30 - Slide

Complicaties ziekte van Crohn
Fistelvorming (= een holle verbindingsweg tussen twee holle organen)
  • Van de dunne of dikke darm naar de omliggende structuren, bv. de blaas, de baarmoeder, de anus of de huid,
  • Lokale buikvliesontsteking,
  • Door darmwandperforatie waarbij darminhoud naar buikholte lekt en buikvlies prikkelt,
  • Abcesvorming (= een met pus gevulde holte) in buikholte en rond anus,
  • Obstructie (stenose),
  • Vernauwing door littekenweefsel door ontstekingen.

Slide 31 - Slide

Colitis ulcerosa vs Crohn 
Opdracht in 5 minuten
Maak in tweetallen een vergelijking tussen CU en Crohn:
- Wat zijn de overeenkomsten?
- Wat zijn de verschillen?
stopwatch
00:00

Slide 32 - Slide


A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 33 - Quiz


A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 34 - Quiz


A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 35 - Quiz

Deze les vond ik...
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll