1.1 | Het leven van jager-verzamelaars

1.1 | Het leven van jager-verzamelaars
Mens & Maatschappij
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijISK

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

1.1 | Het leven van jager-verzamelaars
Mens & Maatschappij

Slide 1 - Slide

Wanneer is iemand rijk?

Slide 2 - Open question

Wanneer is iemand arm?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Opdrachten & antwoorden klassikaal bespreken

Slide 5 - Slide

Welke opdracht of vraag vond je makkelijk?

Slide 6 - Open question

Welke opdracht of vraag vond je moeilijk?

Slide 7 - Open question

"Jager-verzamelaars
hebben veel spullen / bezittingen."
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat is een kenmerk van de samenleving van jager-verzamelaars?
A
Ze hadden vast een vaste woonplaats.
B
Ze woonden in stevige huizen.
C
Ze konden alles vinden of maken in hun omgeving.
D
Ze joegen alleen op kleine dieren.

Slide 9 - Quiz

Werktuigen werden door jager-verzamelaars gemaakt door:
A
Stenen en dierenbotten
B
Bladeren en hout
C
Bessen en dierenhuiden
D
Zakmessen en scharen

Slide 10 - Quiz

De jager-verzamelaars trokken veel rond. Hoe noem je een groep mensen die veel rondtrekt?
A
Neanderthalers
B
Nomaden
C
Scouts
D
Trekkers

Slide 11 - Quiz

Wat deden de
jager-verzamelaars niet?
A
Vissen
B
Jagen
C
Planten verbouwen
D
Verzamelen

Slide 12 - Quiz

Wat is een juiste tweede deel van de zin?

Jagers en verzamelaar kwamen aan voedsel doordat …

A
... de mannen eetbare planten verzamelden
B
... de mannen en vrouwen samen gingen jagen
C
... de vrouwen en kinderen gingen vissen
D
... de vrouwen noten en bessen verzamelden

Slide 13 - Quiz

Is de afbeelding van
jager-verzamelaars?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Wat doen de mannen vooral,
bij de jager-verzamelaars?
A
Zoeken naar eetbare planten en bessen
B
Zoeken naar eetbare noten, knollen en wortels
C
Op kinderen letten als de vrouwen gingen jagen
D
Jagen op dieren en vissen

Slide 15 - Quiz

Wat is geen overblijfsel van
jagers-verzamelaars?
A
Een bijl van vuursteen
B
Een speer
C
Een pot van klei
D
Pijl en boog

Slide 16 - Quiz

Welk middel van bestaan hoort niet
bij de jagers en verzamelaars?
A
het jagen op herten
B
het plukken van bessen
C
het houden van koeien
D
het gebruik van dierenhuiden als kleding

Slide 17 - Quiz

Wat is geen kenmerk van
de jager- verzamelaars?
A
Een nomadisch bestaan
B
Het gebruik van vuur
C
Het gebruik van steen
D
Het bouwen van huizen

Slide 18 - Quiz

Waarom is er bij jager-verzamelaars geen verschil tussen arm en rijk?
A
Ze zijn allemaal arm
B
Ze delen alles
C
Ze hebben geen geld
D
Er is wel verschil tussen mensen

Slide 19 - Quiz

Jagers en verzamelaars
A
zijn nomadisch
B
blijven op één plek
C
verbouwen groente en fruit
D
doen samen boodschappen

Slide 20 - Quiz

Wat was geen middel van bestaan van de jager-verzamelaars?
A
Vissen
B
Jagen
C
Planten verbouwen
D
Verzamelen

Slide 21 - Quiz

Jagers-verzamelaars
hebben geen:
A
Dieren
B
Kinderen
C
Vaste woonplaats
D
tenten

Slide 22 - Quiz

Wanneer trokken jager-verzamelaars door naar een andere plek?
A
Wanneer een andere groep op hun plek kwam wonen
B
Wanneer ze zin hadden
C
Wanneer het te koud begon te worden
D
Wanneer het eten in hun omgeving op was

Slide 23 - Quiz

Waarom wilden jagers-verzamelaars niet zoveel spullen hebben?
A
Ze moesten alles gemakkelijk mee kunnen nemen.
B
Ze vertrouwden elkaar niet. Er werd veel gestolen in die tijd.
C
Ze vonden het heel vervelend om op te ruimen.
D
De winkels hadden nog maar weinig spullen te koop.

Slide 24 - Quiz

Waarvan maakten de jagers/verzamelaars bijlen en pijlpunten?
A
ijzer
B
klei
C
hout
D
vuursteen

Slide 25 - Quiz

Wat is geen kenmerk van de jagers en verzamelaars?
A
Nomadisch bestaan
B
Gebruik van vuur
C
Gebruik van steen
D
Gebruik van schrift

Slide 26 - Quiz

Hoe lang geleden kwamen de eerste jager-verzamelaars naar Nederland?
A
100.000 jaar geleden
B
1000 jaar geleden
C
10.000 jaar geleden
D
3.000 jaar geleden

Slide 27 - Quiz

Hoe wordt de periode van
jagers en verzamelaars ook wel genoemd?
A
Middeleeuwen
B
Moderne Tijd
C
Oudheid
D
Prehistorie

Slide 28 - Quiz

Wanneer is iemand rijk?

Slide 29 - Open question

Wanneer is iemand arm?

Slide 30 - Open question