NE 2G - Ws, Tv 1.3, KL (les 11)

Welkom
Nederlands
1 / 7
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 7 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Nederlands

Slide 1 - Slide

Lezen

Slide 2 - Slide

Nederlands
Start
Lesdoel
  • Je weet hoe je woordbetekenissen moet afleiden.
  • Je weet hoe je de pv in tt en vt moet spellen.
  • Je oefent met kijk- en luisteropdrachten.

Lid geworden van de bibliotheek?
  • Account aanmaken met pasnummer.
  • App onlineBibliotheek downloaden.
App E-books
De Quiz
Vul het schema in.

Huiswerk
  • WS1 opd 1-5.
  • TV1.3 opd 1-3

Toets
  • Dinsdag 6 oktober 2020

Slide 3 - Slide

Nederlands
Hst 1 Woordenschat
Leerdoelen
  • Je weet hoe je woordbetekenissen kunt afleiden.
  • Je kent de woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf.

Opdracht
  • Maken opdracht 3 en 4.
  • Maak opdracht 5 en 6.
  • Leer de woorden en uitdrukkingen.
Denk eraan
Woordraadstrategieën
  • Synoniem
  • Omschrijving
  • Voorbeeld
  • Tegenstelling
  • Bekend woorddeel
  • Woordenboek

Slide 4 - Slide

Nederlands
Taalverzorging 1.3: Persoonvorm in tt en vt
Leerdoelen
  • Je kunt de pv in tt en vt goed spellen.

Opdracht
  • Lees de theorie.
  • Maak opdracht 4-6.
Uitleg

Tegenwoordige tijd
  • Ik-vorm: ik werk, werk jij/je (als je niet jouw betekent)
  • Andere vormen enkelvoud: jij/hij/zij/het werkt
  • Vormen meervoud: wij/jullie/zij werken


Verleden tijd (denk aan 't sexy fokschaap)
  • Enkelvoud: ik/jij/hij werkte of ik/jij/hij belde.
  • Meervoud: wij/jullie/zij werkten of wij/jullie/zij belden

Slide 5 - Slide

Nederlands
Hst 1 Kijken en luisteren
Leerdoelen
  • Je kunt informatie aflezen uit lichaamstaal en stemgebruik.

Opdracht
  • Bekijk de online instructievideo.
  • Maak alle opdrachten online.

Slide 6 - Slide

Nederlands
Start
Lesdoel
  • Je weet hoe je woordbetekenissen moet afleiden.
  • Je oefent met samengestelde zinnen.

Leerdoelen
  • Noem de zes woordraadstrategieën in de juiste volgorde.
  • Maak een correcte zin waarin je het woord ternauwernood gebruikt.
  • Correct of niet? Wie niet weg gaat, word beboet

Slide 7 - Slide