Dag 5 - 2D

• NT2
• Basisschool
• Groep 1

Woordenschat

Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema: Vriendschap

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

het onbegrip

• het feit dat je iets niet kunt of niet wilt begrijpen ;
• tegenstelling: het begrip
• niet weten waarom iets gebeurt;
• Zin: Er is veel onbegrip in de klas waarom er een hoop leerlingen niet zijn.
• Zin: Het meisje begrijpt de uitleg niet, er is onbegrip.

ondanks

• er gebeurt iets terwijl je dat niet had verwacht.
• je laat iets gebeuren, expres, toch wel
• zin: Ondanks een slechte start werd zij eerste bij schaatsen. 
• zin: De jonge kinderen gingen toch roken, ondanks de waarschuwing. 

ontmoeten

• iemand toevallig of nadat je een afspraak gemaakt hebt zien en spreken en tegenkomen;
• werkwoord: ik ontmoet, hij ontmoette, wij hebben ontmoet; 
• zelfstandig naamwoord: de ontmoeting;
• Zin: Ik heb mijn vriend gisteren ontmoet.
• Zin: Wij ontmoeten elkaar altijd in de stad.

ontzettend

• heel erg
• zin: Jullie hebben ontzettend goed je best gedaan bij de   les.
• zin: Ik heb ontzettende leuke klasgenoten dit jaar. 

onvolledig

• als er iets ontbreekt (weg is);
• als er iemand ontbreekt;
• zin: De puzzel is onvolledig. Er is een stukje weg.
• zin: De klas is onvolledig, als mevrouw Femke er niet is.

Waar wordt het woord:
ontmoeten
goed gebruikt?

1. Ik ben alleen naar het centrum gegaan en heb geen bekende mensen gezien.
2. Ik ben naar het centrum gegaan en heb alleen leuke kleding gekocht.
3. Ik ben naar het centrum gegaan en heb ik een cafe koffie gedronken.
4. Ik ben alleen naar het centrum gegaan en daar kwam ik mijn vrienden tegen.

Vul het woord in:
Ik reed 120 km op de snelweg .............. de borden met daarop 100 km.

1. juist
2. toch
3. ondanks
4. dankzij

Ondanks: betekent dat er iets gebeurde wat je niet had verwacht.
Maak een zin met het woord: ondanks

Hij vertelt niet alles aan ons.

1. alles wat hij noemt
2. niets van wat hij noemt
3. onvolledig verhaal
4. volledig verhaal

Vul de zin aan:
Als er iets ontbreekt dan........

Opdracht: welk woord hoort in de zin?

Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Ik kan het puzzelstukje nergens vinden, nu is de puzzel .........

Er is ......................... in de groep, niemand begrijpt wat er is gebeurd.

Ik ...... gisteren mijn beste vriend ...... in Amsterdam.

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.

De woorden: 

volledig

het gips

beoordelen

het verslag

ontmoeten