fictie les 3 (opdr 5 en 6) (SLR)

Fictie
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Fictie

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
- ken je het begrip 'ruimte' en 'sfeer' zoals ze bij fictie gebruikt worden. 
- ken je de begrippen 'binnenrijm' en 'eindrijm'
- kun je verschillende rijmschema's benoemen. 

Slide 2 - Slide

Ruimte
Waar het verhaal zich afspeelt, noem je de ruimte van het verhaal. 
Je kunt denken aan een bepaalde stad of dorp, een kamer, een donker bos, een woestijn of zelfs een andere planeet. 

Slide 3 - Slide

Sfeer
De manier waarop de ruimte beschreven wordt, kan een bepaalde sfeer oproepen. Voorbeelden:
griezelige sfeer, dreigende sfeer of vrolijke sfeer. 

Slide 4 - Slide

Rijm in gedichten 
Een dichter kan op verschillende manieren een gedicht laten rijmen. 

Rijmende woorden die in dezelfde regel staan, noem je binnenrijm. 

'Ik zie een ster, hij staat zo ver' 

Slide 5 - Slide

Rijm in gedichten
Rijmende woorden aan het eind van de regels, noemen we een 'eindrijm'.

Een gedicht zonder rijm wordt een rijmloos gedicht genoemd. 

Slide 6 - Slide

Rijmschema's 
Gepaard rijm
telkens twee regels rijmen op elkaar (a-a-b-b-)

Sint zat eens te denken
Wat hij Janneke moest schenken
Een pop, een fietsje of een boek
Of toch liever een nieuwe broek

Slide 7 - Slide

Rijmschema's 
gekruist rijm 
de regels rijmen om en om op elkaar (a-b-a-b)



Slide 8 - Slide

Rijmschema's 
Omarmend rijm
Regel 1 en 4 rijmen op elkaar. Daartussen rijmen regel 2 en 3 op elkaar
De zon en zee, de warmte zo fijn
De schelpen prikken in mijn voeten
Lekker even helemaal niks moeten
Zo zou het altijd moeten zijn

Slide 9 - Slide

Huiswerk
Maak opdracht 5 en 6 
blz 164 tm 166 
Let op, tekst 1 staat op blz 165 en tekst 2 op blz 166. 

Slide 10 - Slide