EXTRA ofenvragen

1 / 29
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Vraag 5: wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 5 - Mind map

6. Wat is de hoofdgedachte?
A. Het opruimsysteem van Ocean Cleanup is 2km lang.

B. Inwoners van Thushima zwemmen straks weer in helder water.

C. De eerste plastic vervanger van Boyan Slat.

D. Ocean Cleanup begint volgend jaar met het opruimen van plastic soep in oceanen.

Slide 6 - Slide

Vraag 6: wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

A
Het opruimsysteem van Ocean Cleanup is 2km lang.
B
Inwoners van Thushima zwemmen straks weer in helder water.
C
De eerste plastic vervanger van Boyan Slat.
D
Ocean Cleanup begint volgend jaar met het opruimen van plastic soep in oceanen.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

amuseren            leesboek, strip, gedicht

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Gevoelens oproepen
Mening geven
Instrueren

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Slide

Waarom moet je dit weten?
- dan kan je het juiste antwoord geven als je vragen krijgt over een tekstdoel en tekstsoort met de toets of het examen

- dan weet je wat voor taal je moet gebruiken als je zelf een tekstsoort moet schrijven met de toets of het examen

Slide 17 - Slide

TOP

Slide 18 - Mind map

TIP

Slide 19 - Mind map

Publiek

Slide 20 - Slide

Lesdoel:

  1. Je kunt beschrijven waarom teksten voor een bepaald publiek geschreven zijn.


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Publiek
  • Voor wie is de tekst bedoeld? 
    Wie gaat die tekst lezen?
    Jongeren, ouderen, autoliefhebbers, mbo-studenten...

  • De schrijver past zijn taalgebruik en de stijl van de tekst aan het publiek aan.

    U of jij, informeel of formeel taalgebruik, vaktaal?


Slide 23 - Slide

Een onderwerp, twee soorten publiek

Slide 24 - Slide

Wie is de doelgroep van dit filmpje?
Waar zie je dat aan?

Slide 25 - Open question

Voor wie is deze tekst bedoeld en waar zie je dat aan?

Slide 26 - Mind map

Voor wie is deze tekst bedoeld en waar zie je dat aan?

Slide 27 - Mind map

VVoor wie is deze tekst bedoeld en waar zie je dat aan?

Slide 28 - Mind map


Om te bepalen of een tekst betrouwbaar is, let je op:
timer
0:20
A
de lezer, de schrijver, de uitgever, de dader
B
de informatiebron, de inhoud, het aantal woorden
C
de informatiebron, de schrijver, het doel, de datum
D
het onderwerp, de hoofdgedachte, het tekstdoel

Slide 29 - Quiz