This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Items in this lesson
Deze les
PO 3: koolstofdioxide bij een brandende kaars
video: Hoe werkt onze ademhaling: +- 10 min
1.3 lezen en maken: kennisvragen
Slide 1 - Slide
PO3
verbranding
... + .... --> ..... + .... +.....
Hoe kan je koolstofdioxide aantonen?
Slide 2 - Slide
PO3 (practicum) blz. 68
Hypothese:
Ik verwacht dat...... omdat.......
Slide 3 - Slide
PO3 (practicum) blz. 68
werkwijze:
- je zet in twee jampotjes een stompje kaars. (1 doet de docent als controle)
- In elke potje doe je een laagje helder kalkwater.
- In 1 van de 2 jampotjes steek je de kaars en doe de deksel er tegelijk op.
- Als de kaars in dat ene potje uit is dan kijk je of het heldere kalkwater troebel is geworden.
Slide 4 - Slide
PO 3
Resultaat: potje 1... potje 2....
In jampotje 1 is het heldere kalkwater troebel geworden.
In jampotje 2 is het kalkwater helder gebleven.
Conclusie: Geef antwoord op de onderzoeksvraag...
Bij de verbranding van een kaars ontstaat koolstofdioxide.
Slide 5 - Slide
Thema 1: verbranden en
ademhaling
Basisstof 3
Het ademhalingstelsel
blz. 19
Slide 6 - Slide
1.3 Leerdoel
Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functie
Voor verbranding in je lichaam is zuurstof nodig. Zuurstof neem je uit de lucht op met je longen. Ook je neus en het middenrif horen bij het ademhalingsstelsel.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
1.3
lezen: blz. 19 t/m 21
maken: kennis:1, 2, 3, 4 (o.a tekenen)
Af: nakijken met antwoordboek
Huiswerk: voorbereiden po 4 en 5: doorlezen proef en hypothese schrijven: ik verwacht .... omdat.....
Stoeltjesdans: einde les: Leroy, Niels, Nout, Vova
timer
20:00
Slide 9 - Slide
Ademhalingsstelsel
Slide 10 - Slide
Neusholte en mondholte
Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen.
De neusholte is bekleed met neusslijmvlies.
Neusslijm: kleine stofdeeltjes en
ziekteverwekkers blijven kleven aan het slijm.
Trilharen: Verplaatsen het slijm naar de keelholte
Reukzintuig: zit boven in je neusholte
Slide 11 - Slide
Keelholte en strottenhoofd
In de keelholte zitten de huig en het strottenklepje.
De huig: sluit de neusholte af als je voedsel inslikt.
De strottenklep: sluit de luchtpijp af.
In het strottenhoofd zitten de stembanden.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Luchtpijp
De luchtpijp is een holle buis die aansluit op het strottenhoofd.
Kraakbeenringen: zorgen voor de stevigheid van de luchtpijp.
De luchtpijp is bedekt met slijmvlies.
Slide 14 - Slide
1.3
lezen: blz. 19 t/m 21
maken: inzicht: 6, 7, 8, 9,10
Af: nakijken met antwoordboek
timer
10:00
Slide 15 - Slide
Wat is gezonder: Ademhalen door je neus of Ademhalen door je mond?
A
Door je neus
B
Door je mond
Slide 16 - Quiz
Wat gebeurt er in het longblaasje?
A
Zuurstof in het bloed
Koolstofdioxide uit het bloed
B
Zuurstof en Koolstofdioxide gaan beide in het bloed
C
Zuurstof uit het bloed
Koolstofdioxide in het bloed
D
Zuurstof en Koolstofdioxide gaan beide uit het bloed
Slide 17 - Quiz
Bij ademhalen is...
A
Zowel de huig als het strotklepje is dicht
B
De huig is open het strotklepje is dicht
C
zowel de huig als het strotklepje is open
D
De huig is dicht, het strotklepje is open
Slide 18 - Quiz
Wat is een longblaasje?
A
5
B
6
C
7
D
8
Slide 19 - Quiz
Bij verslikken gebeurt er dit
A
Huig sluit niet
B
Strotklepje en huig sluiten
C
Strotklepje en huig sluiten niet goed
D
Strotklepje sluit niet
Slide 20 - Quiz
Zorgen kraakbeenringen in de luchtpijp ervoor dat je je niet kan verslikken?
A
Ja
B
Nee
Slide 21 - Quiz
bij verbranding
A
verbruik je energie
B
krijg je energie
C
kost energie
D
kom energie vrij
Slide 22 - Quiz
Wie doen er aan verbranding?
A
Alleen planten
B
Alleen dieren
C
Planten en dieren
D
Alle levende organismen
Slide 23 - Quiz
Verbranding is ...
A
glucose + zuurstof -> koolstofdioxide + water + energie
B
koolstofdioxide + water =-> glucose + zuurstof + energie
C
koolstofdioxide + glucose + energie -> zuurstof + water
D
glucose + water + energie -> koolstofdioxide + zuurstof
Slide 24 - Quiz
Proef met afbeelding
Met je buurman of buurvrouw
Vragen:
Kun je de longen aanwijzen?
Weet je waar de luchtpijp zit?
Weet je ook wat de functie is van neus behalve ruiken?
Welke organen zitten er in de keelholte?
Slide 25 - Slide
0
Slide 26 - Video
0
Slide 27 - Video
De weg van de lucht
Mond- of neusholte
Keelholte
Strottenhoofd
Luchtpijp
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Longblaasjes
Slide 28 - Slide
Aan het werk
maken opdracht 1 tm 4
timer
12:00
Slide 29 - Slide
Longblaasjes
Oppervlakte van longblaasjes heel groot.
Om de longblaasjes heen liggen kleine bloedvaatjes: longhaarvaten.
In de longblaasjes vind stofwisseling plaats
(zuurstof gaat naar bloed, koolstofdioxide uit bloed)
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Video
Aan het werk
maken opdracht 5 t/m 8
Ben je klaar, leren 1.1 t/m 1.3
We gaan zo lessonupvragen doen,
timer
10:00
Slide 33 - Slide
Aan het werk
havo/vwo boek: Maken par 1.3 opdracht 4 t/m 9 blz 22
Lezen par 1.4: maken opdracht 1 t/m 9 behalve samenvattingsvraag.
Dit is ook huiswerk voor de volgende les.
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Video
Wat weten jullie nog?
Verbrandingsschema
+ --> + + (beweging en warmte)
(brandstof) (Verbrandingsproducten)
Glucose
1
Zuurstof
2
Koolstofdioxide
3
Water
4
Energie
5
Slide 36 - Slide
quiz
Slide 37 - Slide
Noem alle onderdelen die je weet van het ademhalingsstelsel
Slide 38 - Open question
Wat is het doel van het neusslijmvlies en trillharen?
Slide 39 - Open question
Wat doet het strotklepje in de keelholte?
Slide 40 - Open question
Waar bevinden zich de longblaasjes?
Slide 41 - Open question
Spieren tussen de ribben waarmee de ribben en het borstbeen kunnen worden bewogen.
Spieren waarmee het midden-rif kan worden bewogen.
Ademhaling dankzij het samentrekken van het middenrif en de buikspieren.
Ademhaling dankzij het bewegen van de ribben en het borstbeen.
Voortdurende verversing van de lucht in de longen.