This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
8.2 Brazilië in de wereldeconomie
Slide 1 - Slide
Een hoge urbanisatiegraad is een kenmerk van een
A
arm land
B
rijk land
Slide 2 - Quiz
Zet de bevolkingsdiagrammen bij de juiste fase:
Slide 3 - Drag question
Wat kan je aflezen op een bevolkingsdiagram?
Slide 4 - Open question
Eens of oneens? Waarom?
Stelling: De wereld wordt steeds kleiner
Slide 5 - Slide
Globalisering =
Bij globalisering raken gebieden op aarde steeds meer met elkaar verbonden (op economisch, politiek, sociaal en cultureel gebied
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Sleep de foto's die volgens jou met globalisering te maken hebben daar naar toe.
Heeft wel met globalisering te maken
Heeft niet met globalisering te maken
Slide 11 - Drag question
Globalisering
Slide 12 - Mind map
Welvaart
De economische welvaart van een gebied en zijn bewoners.
Manieren om welvaart te meten:
Inkomen
Koopkracht
Slide 13 - Slide
Inkomen
Inkomen is het geld dat iemand verdient door arbeid, een onderneming of vermogen.
Wanneer je naar een land kijkt, gebruik je het BBP, dit is de waarde van alle geproduceerde goederen in een land.
Het BPP is een gemiddelde, het laat dus geen onderlinge verschillen zien.
Slide 14 - Slide
Koopkracht
Inkomen, omgerekend naar de heoveelheid goederen en diensten die je ervoor kunt kopen.
Slide 15 - Slide
Kwaliteit van leven
De mate waarin in mensen een goede kwaliteit van leven hebben noem je welzijn.
Slide 16 - Slide
Human Development Index (HDI)
De HDI is samengesteld door de Verenigde Naties.
Het is het kenmerken van welzijn, samengesteld uit levensverwachting, onderwijs en inkomen
- Hoe oud worden mensen gemiddeld
- Hoe veel mensen zijn er analfabeet (kunnen niet lezen en schrijven
- Hoe veel verdienen mensen gemiddeld
Slide 17 - Slide
HDI Top 10
Slide 18 - Slide
Welzijn gaat niet over ...
A
De gezondheid van mensen
B
Het inkomen van mensen
C
Het onderwijs dat mensen volgen
D
De voedselzekerheid die mensen hebben
Slide 19 - Quiz
Welvaart is:
A
Inkomen
B
Macht
C
Geluk
Slide 20 - Quiz
Wat is globalisering?
A
dat de welvaart stijgt
B
proces dat gebieden op aarde meer verbonden raken
C
dat mensen meer inkomsten krijgen.
D
De welzijnsgraad gaat omhoog
Slide 21 - Quiz
wat is welvaart?
A
Land dat goederen verdeelt over het achterland.
B
Ontwikkelde landen. Rijke landen waar de meeste mensen in
de dienstensector werken.
C
de rijkdom van een land op basis van wat er verdiend wordt.
D
Groot bedrijf dat in veel landen een fabriek of kantoor heeft.
Slide 22 - Quiz
Hoe kan je welzijn meten?
A
Met het BNP
B
Met het BNP per inwoner
C
Met de basisbehoeften
D
Artsendichtheid
Slide 23 - Quiz
Basisbehoeften
Je kan de ontwikkeling meten door te kijken naar de basisbehoeften.
Hoe leven de mensen?
Basisbehoeften: Iets wat iedereen echt nodig heeft om redelijk te kunnen leven
Slide 24 - Slide
Wat zijn voor jou basisbehoeften?
Slide 25 - Mind map
Slide 26 - Slide
Basisbehoeften zijn belangrijk. Wat valt er niet onder het rijtje basisbehoeften?
A
Voedsel
B
Huisvesting
C
Politiek
D
Onderwijs
Slide 27 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van een basisbehoefte?
A
Naar de dokter kunnen gaan
B
Een goed slot hebben op de deur
C
Een playstation 5 kopen
D
Gezond kunnen eten
Slide 28 - Quiz
Wat zijn basisbehoeften?
A
Brood
B
Water
C
een huis
D
A, B en C zijn goed
Slide 29 - Quiz
Wat is GEEN basisbehoefte?
A
Eten en drinken
B
Onderdak
C
Electriciteit
D
Gezondheidszorg
Slide 30 - Quiz
Globalisering en economie
Doordat de wereld steeds 'kleiner' wordt, zien we dat steeds meer landen handel drijven: er is veel import en export
Hierdoor komen er nieuwe landen 'op'
Slide 31 - Slide
Drie groepen landen
Je kunt de wereld grofweg indelen in drie soorten landen:
Centrum (Rijk en ontwikkeld)
Semi - periferie (Landen die zich ontwikkelen naar centrum landen)
Perferie (Arme en onontwikkelde landen)
Slide 32 - Slide
BRICS
Slide 33 - Slide
Brazilië is een van de BRIC-landen: dit zijn opkomende economieën. Landen met een snelle economische groei. Nu is de industrie erg belangrijk. Door de lage lonen kan Brazilië erg goed profiteren van de wereldhandel. Globalisering is gunstig voor Brazilië.
Slide 34 - Slide
Waar staat BRIC voor bij de BRIC-landen?
A
Een groep landen die samenwerken.
B
Een groep landen die economisch snel groeien.
C
Een groep landen die eerst in een groter rijk bij elkaar hoorden.
D
Een groep landen die achterblijven en steeds armer worden.
Slide 35 - Quiz
De BRIC-landen zijn
A
achterblijvers
B
koplopers
C
volgers
Slide 36 - Quiz
Wat zijn centrumlanden?
A
De meest onderontwikkelde landen
B
De meest ontwikkelde landen in Afrika
C
De meest ontwikkelde landen in de wereld
D
De meest ontwikkelde landen in de periferie.
Slide 37 - Quiz
De BRICS-landen zijn:
A
Brazilie, Rusland, Ijsland China en Zuid Afrika
B
Bali, Rusland, India Colombia en Spanje
C
Brazilie, Rusland, India, China en Zuid Afrika
D
Brazilie, Roemenië, Indonesie, China en Spanje
Slide 38 - Quiz
De VS ligt in de semiperiferie.
A
goed
B
fout
Slide 39 - Quiz
De Bric-landen behoren tot de semiperiferie.
A
goed
B
fout
Slide 40 - Quiz
Periferie betekent?
A
Rijke landen met een hoog HDI
B
Arme landen met een lage HDI.
C
Arme landen met een hoog HDI
D
Rijke landen met een laag HDI
Slide 41 - Quiz
Brazilië - Economie
Brazilië heeft veel natuurlijke hulpbronnen. Hier is veel vraag naar in de wereld, waardoor Brazilië veel natuurlijke hulpbronnen exporteert.
Brazilië heeft bv. ijzererts, aardolie en suikerriet
Slide 42 - Slide
Natuurlijke hulpbronnen
In goede economische tijden kan Brazilië veel verdienen aan de natuurlijke hulpbronnen: er is dan veel vraag naar.
Maar, Brazilië is heel kwetsbaar, want natuurlijke hulpbronnen zijn heel gevoelig voor prijsfluctuaties:
Is er minder vraag naar de hulpbronnen, dan daalt de prijs en verdient Brazilië gelijk veel minder.