2M UNITE 4 : ÉCRIRE

M2F
Ihsane
Safia
Anisa
Jessy
Jamie
Bram
Milan
Jessy
Noah
Timo
Kaysa
Noa
Isayah
Hoang
Nathan
Desmond
Zoë
Jayden
Ivan
Rivano
Docent
1 / 41
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

M2F
Ihsane
Safia
Anisa
Jessy
Jamie
Bram
Milan
Jessy
Noah
Timo
Kaysa
Noa
Isayah
Hoang
Nathan
Desmond
Zoë
Jayden
Ivan
Rivano
Docent

Slide 1 - Slide

M2E
Nadine
Ali
Amannisa
Rania
Noa
Luuk
Quinten
Michael
May
Jahmillo
Yasmine
Ola
Sameer
Milou
Mati
Dylan
Letizia
Sem
Dynisha
Docent

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Plan du cours
-oefenen met schrijven
- oefenluistertoets 

Slide 4 - Slide

Doel
  • Objectif : Je kunt een kort reisverslag van een stedentrip schrijven.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Ex 29. Zoek en onderstreep in de tekst van Dylan deze zin:

Ik ben met mijn ouders en mijn broer 
naar Parijs geweest

Slide 8 - Slide

Zoek en onderstreep  in de tekst van Dylan deze zin:

We zijn drie dagen in Parijs gebleven

Slide 9 - Slide

Zoek en onderstreep in de tekst van Dylan deze zin:

Ik wil zeker nog een keer in Parijs terugkomen

Slide 10 - Slide

Zoek en onderstreep in de tekst van Morgane deze zin:

We hebben de TGV genomen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

met mijn ouders

Slide 13 - Open question

Nee, we zijn met de trein gegaan

Slide 14 - Open question

Ja, het was mooi weer

Slide 15 - Open question

We hebben de Eiffeltoren bezocht

Slide 16 - Open question

Zelfstandig werken
Maak exercice 25-26  en 27 blz 31-32
Lees de tekst Voyage à Paris
timer
7:00

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Herhaling van de passé composé

Maak exercice 16F, 16G, 16H
page 42-43
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Mes soeurs veulent visiter des musées. Elles sont ........... ( fou = gek)
A
fous
B
fou
C
folles
D
folle

Slide 22 - Quiz

Merci beaucoup !
Passez une ............(bon) journée
A
bon
B
bonne
C
bone
D
bonnes

Slide 23 - Quiz

mes copines sont ..................
(jaloux)
A
Jalous
B
Jaloux
C
jalouse
D
jalouses

Slide 24 - Quiz

Was de les duidelijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

M2G
Kyan
Julis
Stefan
Coen
Manuel
Ben
Enzio
Ryan
Luka
Kay
Jayra
Charlie
Bram
Fabienne
Bektas
Emely
Sarah
Lily
Justin
Valentijn
Docent

Slide 26 - Slide

 opbouw van de luistertoets
  • Exercice A | 2 Dialogues : Luister naar de twee gesprekken. Kies het juiste antwoord.
  • Exercice B | Prononciation: Luister naar de gespelde namen en plaatsen. Schrijf ze op.
  • Exercice C | Compréhension semi-authentique: Geef voor elk gesprek aan naar welke bestemming wordt gevraagd.

Slide 27 - Slide

Oefen luistertoets
 Luister naar de twee dialogen. Kies het juiste antwoord.

  • 1 Yannick en Karim in dialoog 1 helpen een leraar / houden een leraar voor de gek.
  • 2 In dialoog 2 vragen Alexis en Samy de weg aan een meisje / vrouw.

Slide 28 - Slide

Luister naar dialoog 1.Kies het juiste antwoord. 
3 A □ Yannick vindt dat meneer Deschamps te veel huiswerk geeft.
    B □ Yannick vindt dat meneer Deschamps te veel praat.
4 A □ Meneer Deschamps wil naar het vliegveld.
    B □ Meneer Deschamps wil naar Place Charles de Gaulle.
5 A □ Meneer Deschamps moet eerst rechtdoor gaan.
    B □ Meneer Deschamps moet eerst rechtsaf gaan.
6 Hoe reageert Yannick aan het einde van de dialoog?
     A □ Hij heeft medelijden. B □ Hij is bang. C □ Hij is kwaad.
 






Slide 29 - Slide

Luister naar dialoog 2.
Is de zin vrai (waar) of faux (niet waar)? 
7 Samy en Alexis gaan eerst richting Gare du Nord. vrai / faux
8 Bij Châtelet stappen ze over richting La Défense. vrai / faux
9 Ze moeten lang op de metro wachten. vrai / faux

10- Hoe weten ze waar ze uit moeten stappen?
 A □ Ze kijken op hun telefoon.
 B □ Ze raadplegen de plattegrond.
 C □ Ze vragen het in de metro.






Slide 30 - Slide

Prononciation: Welk woord hoor je? Noteer het juiste woord.
1hollandais
hollandaise
2 hollandais
hollandaise
3 bon
 bonne
4 court
 courte

Slide 31 - Slide

I Je gaat luisteren naar een meisje dat de weg vraagt en een mevrouw die de route uitlegt.
1 Waar moet het meisje uitstappen?
 A □ Bij Nation.
 B □ Bij Trocadéro.
2 Op welk moment van de dag speelt het gesprek zich af?
 A □ In de ochtend.
 B □ In de middag.
 C □ In de avond


Slide 32 - Slide

Oefen luistertoets
 Luister naar de twee dialogen. Kies het juiste antwoord.

  • 1 Yannick en Karim in dialoog 1 helpen een leraar / houden een leraar voor de gek.
  • 2 In dialoog 2 vragen Alexis en Samy de weg aan een meisje / vrouw.

Slide 33 - Slide

Luister naar dialoog 1.Kies het juiste antwoord. 
3 A □ Yannick vindt dat meneer Deschamps te veel huiswerk geeft.
 B □ Yannick vindt dat meneer Deschamps te veel praat.

4 A □ Meneer Deschamps wil naar het vliegveld.
 B □ Meneer Deschamps wil naar Place Charles de Gaulle.

5 A □ Meneer Deschamps moet eerst rechtdoor gaan.
 B □ Meneer Deschamps moet eerst rechtsaf gaan.
 






Slide 34 - Slide

 Kies het juiste antwoord.
6 Hoe reageert Yannick aan het einde van de dialoog?
A □ Hij heeft medelijden.
 B □ Hij is bang.
 C □ Hij is kwaad.

Slide 35 - Slide

Luister naar dialoog 2.
Is de zin vrai (waar) of faux (niet waar)? 
7 Samy en Alexis gaan eerst richting Gare du Nord. vrai / faux
8 Bij Châtelet stappen ze over richting La Défense. vrai / faux
9 Ze moeten lang op de metro wachten. vrai / faux






Slide 36 - Slide

 Kies het juiste antwoord.
10- Hoe weten ze waar ze uit moeten stappen?
 A □ Ze kijken op hun telefoon.
 B □ Ze raadplegen de plattegrond.
 C □ Ze vragen het in de metro.

Slide 37 - Slide

Prononciation: Welk woord hoor je? Noteer het juiste woord.
1 hollandais
hollandaise
2 hollandais
hollandaise
3 bon
bonne
4 court
 courte

Slide 38 - Slide

I Je gaat luisteren naar een meisje dat de weg vraagt en een mevrouw die de route uitlegt.
1 Waar moet het meisje uitstappen?
 A □ Bij Nation.
 B □ Bij Trocadéro.
2 Op welk moment van de dag speelt het gesprek zich af?
 A □ In de ochtend.
 B □ In de middag.
 C □ In de avond


Slide 39 - Slide

II Je gaat luisteren naar een aankondiging op het station.
 Beantwoord de vraag in het Nederlands. 
1 Over welke trein gaat deze aankondiging?
 A □ Een trein die in Bordeaux staat.
 B □ Een trein die naar Bordeaux gaat.
2 Vul de zin aan met de juiste getallen in cijfers:
 'partira dans ... minutes de la voie ... .'



Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide