Beslag bereiden

Beslag les 2
1 / 44
next
Slide 1: Slide
Vak-theorieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Beslag les 2

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Herhaling beslag soorten benoemen
  • Bereidingswijzen beslag benoemen
  • Werking van grondstoffen
  • Soorten vullingen
  • Soorten bindmiddelen
  • Smaakmakers

Slide 2 - Slide

Beslag soorten
  • Warm beslag (kapsel en cake)
  • Koud beslag (kapsel/moscovisch en cake)
  • Beslag mix (koude en warme methode)
  • Soezen (kookdeeg)

Slide 3 - Slide

Basisgrondstoffen
Functie van de grondstoffen

Slide 4 - Slide


  • lucht opslag/volume toename
  • smaak en emulgerende werking door lechitine. 
  • stevigheid, coaguleren (stremmen) het eiwitnetwerk wordt stevig. Het eiwit coaguleert vanaf 40°C tot volledig bij 70°C en laat hierbij het gebonden vocht los. 


  • taaivloeibaarheid (suikerstroop)
  • volume
  • smaak en structuur
  • luchtinslag
  • emulgerende vermogen
  • malsheid


  • hoog verstijselend en waterbindend vermogen, zorgt voor gaar worden product
  • eventueel extra toevoeging van zetmeel voor vormbehoudend vermogen
  • Losgelaten vocht volledig beschikbaar voor het verstijfselen van het zetmeel. Vanaf 65°C begint het verstijfselen van het zetmeel en dit kan tot ca.120° C doorgaan.

Slide 5 - Slide

Eiwit coaguleert/stremt bij ca.?
A
55 graden
B
60 graden
C
70 graden
D
80 graden

Slide 6 - Quiz

Wat is hier géén Hoofdgrondstof voor cake beslag
A
Bloem
B
Eieren
C
Boter
D
citroenrasp

Slide 7 - Quiz

Zetmeel verstijfseld vanaf?
A
55 graden
B
60 graden
C
65 graden
D
70 graden

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Bereiding kloppen van ei
  • zorg voor juiste temperatuur
  • luchtinslag door draadgarde van de machine
  • opschuimen van de massa
  • eiwitten vormen strengen
  • door vocht omsloten strengen vormen vliezen
  • toegevoegd suiker lost op in het vocht en vormt een strooplaagje om de vliezen
  • lucht wordt vastgehouden
  • taai en koud kloppen tot standig

Slide 16 - Slide

Bereiding kloppen van boter
  • conditioneren grondstoffen (ca. 25 graden)
  • luchtig maken door kloppen
  • toevoegen grondstoffen in fases
  • bijwarmen met föhn
  • Garnituur, 50-100%

Slide 17 - Slide

Bereiding kookdeeg
  • massa gaar maken, zweten/vet aanzetten
  • souflerende werking van het ei
  • Snelle stoomontwikkeling door grote hoeveelheid vocht
  • Stomen mag, hoeft niet.. stoom afvoeren
  • Lecithine versoepelt eiwitstructuur en houdt celwanden rekbaar
  • Bakken op 220 graden, kan
    ook lager, net wat je wilt bereiken.

Slide 18 - Slide

Aandachtspunten

  • Eimassa kan niet onbeperkt opgeklopt worden
  • Vetvrij bekken en garde gebruiken bij opkloppen van eiwit en warme beslagen
  • Luchtig geklopte eimassa in lage versnelling koud, taai en standig kloppen, fijne luchtcel verdeling
  • Schiften voorkomen
  • Soezenbeslag niet te lang doorroeren-> glutenvorming
  • Invloeden van vet/schoonmaakmiddelen en bloem

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Bakproces



  • Uitzetten van gas

  • Gasproductie rijsmiddelen
Water komt vrij bij coagulering eiwit, vrij water verdampt.
Chemische rijsmiddelen worden omgezet in gassen (sublimatie)

Bloemeiwitten coaguleren vanaf 40 graden tot volledig bij 70 graden

Zetmeel verstijfseld vanaf 65-70 tot aan 120 graden

Slide 21 - Slide

Wat zijn de hulpgrondstoffen van beslag?

Slide 22 - Open question

Ei, Suiker, Tarwebloem (2, 1, 1)
Ei, Suiker, Tarwebloem en Vetstof (1, 1, 1, 1)
Ei, Tarwebloem, Vetstof en Vocht (2, 1, 1, 2)
Kapsel
Cake
Soezen

Slide 23 - Drag question

Waarom kan een deel van de bloem vervangen worden door zetmeel?
A
Om het beter te kunnen opspuiten
B
Voor het vasthouden van de vorm van het product
C
Voor een lichte en zachte vloerzijde van het product
D
Om een mooiere structuur te verkrijgen van het product

Slide 24 - Quiz

Een basisrecept geeft de verhouding van de grondstoffen aan.
A
goed
B
fout

Slide 25 - Quiz

Voor de bereiding van amandelbeslag moet de amandelspijs...………….
A
Fijn gedraaid zijn
B
In stukjes gehakt zijn
C
Grof zijn
D
Stug zijn

Slide 26 - Quiz

Waarom laat je na het opkloppen van warm beslag de machine enige tijd in een lagere versnelling draaien?
A
Voor een regelmatige luchtverdeling
B
voor het verkrijgen van een grove structuur
C
Voor veel grote luchtcellen
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 27 - Quiz

Hoeveel garnituur kan aan een koud beslag toegevoegd worden ten opzichte van de bloem?
A
25 tot 75 %
B
75 tot 125%
C
50 tot 100%
D
100 tot 150%

Slide 28 - Quiz

Wat is er vooral belangrijk bij het luchtig kloppen van eiwit en heelei?
A
gebruik koud materiaal
B
gebruik een ingevette beslagkom
C
gebruik van vetvrije materialen
D
gebruik warm materiaal

Slide 29 - Quiz

Wat is de reden dat voor een koud kapselbeslag de boter “in de bloem” worden gesneden?
A
Zodat de boter goed gemengd wordt met de bloem
B
Om te voorkomen dat de blokjes aan elkaar kleven
C
zodat de blokjes goed aan elkaar kleven
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 30 - Quiz

Let's play a game!

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link

Soorten vullingen en bindmiddelen

Slide 33 - Slide

Welke soorten vullingen voor gebak ken je?

Slide 34 - Mind map

roomvullingen


crèmevullingen
 
notenvullingen

fruitvullingen

ganache

karamel

hartige vullingen

  • slagroom 30%vet i.c.m. suiker/ stabilisator
  • gele room, anglaise, Crème Suisse, bavaroise 
  • op basis van gele room of slagroom

  • spijs, praline, pasta's, beslag op basis van noten
  • compote, cremeux, jam, gelei, bavaroise

  • op basis van chocolade, in verschillende viscositeit, i.c.m. room of fruitpuree
  • suiker gebrand, verschillende diktes

  • appareil, gehakt, ragout

Slide 35 - Slide

Welke bindmiddelen ken je?

Slide 36 - Mind map

Bindmiddelen
Met allemaal een eigen werkwijze
Warm en koud
Room
Cremeux

Warm en koud beslag
Cremeux
Bavaroise
Cremeux
Mousse
Gelei
Jam
Room
Anglaise

Zelfde eigenschappen als gelatine

Slide 37 - Slide

Waarom zoveel soorten?

Verschillende soorten vullingen met allemaal de eigen type bereiding en serveertemperatuur.

Type bindmiddelen:
  • Koud of warm
  • Helder of blind

Bijvoorbeeld:
  • Bavaroise heeft een koude binding - gele room een warme
  • Gelei/ jam een heldere binding - ragout een blinde binding

Slide 38 - Slide

Dierlijk versus Plantaardig
Dierlijk
Plantaardig

Slide 39 - Drag question

Slide 40 - Slide

Smaakmakers, welke zou je kunnen gebruiken?

Slide 41 - Mind map

Smaakmakers
Kruiden
Specerijen
koffie
thee

poedervorm/ infuseren

Slide 42 - Slide

Tijd om te werken!
SVH Beslag basis 
les 2+3

Slide 43 - Slide

Aan het werk!
Beslag les 2

Slide 44 - Slide