Je brein en de ander; hoe je anderen kunt begrijpen

1 / 14
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoofddoel les 1:
De leerlingen krijgen inzicht in wat er in het brein gebeurt in contact met andere mensen.
Intro tekst
Vandaag beginnen we met de eerste les van de 4 lessen over stress die je kunt ervaren in de contacten met anderen.
We hebben ………. de lessenserie gedaan over stress in het algemeen.
Nu gaan we wat dieper in op de oorzaken van stress in een groep. Meestal zijn contacten met anderen leuk en leveren ze je veel plezier op. Soms kan het echter ook stress geven of lastig zijn.
In deze 4 lessen gaan we bespreken hoe dat komt. We gaan ook opdrachten doen en in gesprek over wat je zelf kan doen om daar minder last van te hebben.
Dat is allemaal heel persoonlijk, en daarom is het belangrijk met elkaar afspraken te maken hoe we omgaan met wat er hier besproken wordt. (Nu de afspraken maken over veiligheid. Zie voor meer informatie “Aandachtspunten ” achterin in deze handleiding.)  

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • heb je meer inzicht in wat er in het brein gebeurt in contact met andere mensen. 

  • weet je wat er in hun hersenen gebeurt als ze in contact zijn met anderen.

  • heb je ervaren  hoe je elkaar kan begrijpen en beïnvloeden met én zonder woorden.

  • heb je  ideeën opgedaan over hoe je kan reageren in een lastige situatie.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide


Intro tekst
Jongeren brengen een groot deel van hun tijd door op school, en vaak ontstaan hier vriendschappen uit. Maar het kan soms ook best lastig zijn in een groep (met vrienden of klasgenoten). 'Hoe ga je nou leuk en respectvol met elkaar om? En wat gebeurt er in je brein als je kritiek krijgt of afgewezen wordt? In deze lessen gaan we het hebben over hoe dat komt, en hoe je hiermee om kan gaan, zodat je er minder stress van hebt.
Het is ook spannend om het over dit soort onderwerpen te hebben. Daarom is het belangrijk dat we met elkaar afspraken maken hoe we omgaan met wat hier gezegd wordt. (hier aansluiten bij al bestaande afspraken of afspraken maken.)

Slide 4 - Slide

Voorbereiding
Welke woorden komen bij je op als je aan contacten met andere jongeren denkt? Schrijf op je werkblad bij opdracht 1 Warming-up.
Nabespreken
Wat valt jullie op?
Daag ze uit zowel positieve als negatieve woorden te benoemen.
Met andere jongeren optrekken kan heel veel plezier geven, en ook veel gedoe en stress.In de komende lessen willen we daarop ingaan.
Wat gebeurt er in ons brein als we contact hebben met anderen? Waarom is het zo moeilijk om ruzies op te lossen?
Waarom geeft kritiek zoveel stress?
Door deze lessen hopen we dat je jezelf én anderen beter kunt begrijpen en makkelijker en fijner met elkaar om kunt gaan. Vandaar dat de lessenserie ‘Gelukkig in de Groep!’ heet.

Welke woorden komen bij je op als je aan
contacten met andere jongeren denkt?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

Intro: In de film wordt gesproken over hoe je elkaar met en zonder woorden kan aanvoelen.
De eerste opdracht voer je uit met degene die naast je zit met werkblad opdracht 3.
Vertel om de beurt over de laatste keer dat je erg moest lachen. 
Nabespreking klassikaal
Vertel eens, wat was het effect van het verhaal van je buurman/ vrouw op jou?
Wie ging al lachen voordat je de clou van het verhaal had gehoord? 
Wie merkt effect van deze oefening op hoe je je voelt?
Dit is een voorbeeld van hoe spiegelneuronen in je hersenen werken. Je spiegelt de emotie van je buurman of buurvrouw. Je merkt dit bijvoorbeeld bij gapen (als je iemand ziet gapen, moet je zelf ook gapen) en de slappe lach krijgen (als iemand de slappe lach krijgt, dan moet je zelf ook lachen). 
Maar ook verdrietige of boze emoties zetten de spiegelneuronen aan het werk (als je iemand ziet huilen dan moet je soms zelf ook huilen). Je voelt (een beetje) wat de ander voelt. 
Dat is heel belangrijk in relaties. Je kunt hierdoor aanvoelen hoe iemand zich voelt en daardoor beter begrijpen waarom die doet zoals die doet. 
Toegift: docenteninformatie voor uitbreiding
Er is een filmpje waarin het effect van spiegelneuronen geïllustreerd wordt aan de hand van een man die in de metro begint te lachen, en de hele metro aan het lachen krijgt (duurt circa 5 minuten, vanaf 0:30 minuut):
Inspiratie 2 - Lach in de metro.mp4 - YouTube

Slide 9 - Slide

Kies opdracht 4 of 5
Intro: In het filmpje wordt verteld dat in je brein een controlecentrum zit, waarmee je kunt kiezen wat je gaat doen met wat je denkt en voelt. Dat controlecentrum gaan we nu nader bestuderen.
Nabespreking: 
Wat zou jij doen? Welke reactie heb je gekozen? 
En hoe ben je tot die keuze gekomen? 
Wie heeft een andere reactie gekozen dan de reactie die het eerst in je opkwam? Wat heeft gemaakt dat je uiteindelijk een andere keuze hebt gemaakt?
Deze opdracht laat zien hoe het controlecentrum kan werken. Vaak reageer je op je automatische piloot op situaties.
De stappen uit de opdracht kunnen je helpen om een bewuste keuze te maken.
Door even afstand te nemen van de situatie zet je je controlecentrum in actie.
Je kunt dat doen door je beslissing uit te stellen: Eerst even een nachtje slapen of gaan bewegen of een rondje wandelen.
Je kunt ook de voor- en nadelen op een rijtje zetten (in je hoofd of op papier) of het bespreken met een ander. 
Dit kan je helpen in moeilijke situaties. Bijvoorbeeld als je geraakt bent, of als een beslissing belangrijk voor je is.
Je zet alle reacties op een rij en staat dan stil bij alle mogelijkheden. Je kunt zo een goed doordacht besluit nemen. 
Extra docenten informatie:
Als leerlingen niet kunnen kiezen tussen verschillende oplossingen kun je ze helpen door de volgende vragen te stellen:
Hoe denk je dat je terugkijkt op deze oplossing over 10 minuten?
Hoe denk je dat je terugkijkt op deze oplossing over 10 dagen?
Hoe denk je dat je terugkijkt op deze oplossing over 2 maanden?
En eventueel Hoe denk je dat je terugkijkt op deze oplossing bij een reünie over 10 jaar?

Hoe voel jij je bij deze situatie? Wat denk je? Wat wil je?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Hoe zou je kunnen reageren? Bedenk drie verschillende mogelijke reacties.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Welke reactie kies je en waarom?
Welke reactie kies je NIET en waarom niet?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

Intro: In de film wordt gesproken over het controlecentrum. Gevoelens zoals boosheid kunnen heftig zijn.
Hoe je hier mee om kan gaan, daarover gaat de volgende opdracht.
Stel je de volgende situatie voor: je vriend Peter is ontzettend boos op een docent omdat hij zich onrechtvaardig behandeld voelt.
De docent heeft hem de schuld gegeven van iets wat hij niet gedaan heeft. Peter wil niet meer naar de les van die docent. 
Misschien kun jij je ook wel een situatie herinneren waarin jij of een klasgenoot echt heel oneerlijk behandeld zijn door een docent.
Leef je in in de situatie en vul de antwoorden in op je werkblad. Bespreek het daarna met degene die naast je zit. 
Nabespreking klassikaal: Inventariseer de adviezen en schrijf die op het bord.
Ad a. Hoe voelt Peter zich? Herkennen jullie dit? Dat emoties je ineens lijken te overspoelen? Wat zou je dan kunnen doen? Heb je zelf al iets uitgeprobeerd dat hielp? 
Evt. geeft de leerkracht zelf een voorbeeld van wat hielp.
Als je heel boos bent kun je moeilijk nadenken.
Het lijkt alsof je er niets aan kunt doen en ook je reactie erop niet kunt controleren.
‘Ik kon er niets aan doen. Ik moest hem wel slaan, want hij zei dit of hij deed dat”.
Zoals in de film ook gezegd wordt: jongeren hebben meer moeite hun gedrag te controleren dan volwassenen.
Dat komt omdat het controlecentrum nog in ontwikkeling is. Dat betekent gelukkig niet dat je het niet kunt.
Het lukt gewoon nog niet altijd, en dat betekent dat er nog veel geoefend mag worden.
Als je direct reageert heb je weinig controle.
Het is dus vaak verstandig om eerst af te koelen voordat je een vervolgstap neemt. 
Herkennen jullie dat? 
En heb je al iets uitgeprobeerd dat hielp? 
(bijvoorbeeld tot 10 tellen, tegen de ander zeggen dat je even wilt nadenken en even weg wilt, weglopen uit de situatie, zeggen dat je naar de wc moet, etc.).
Ad b. In de film kwam aan de orde dat je kunt kiezen hoe je reageert op een situatie. 
Hier staan veel verschillende mogelijkheden. 
Ad c. Ook zie ik mooie voorbeelden van hoe je elkaar kunt helpen. Want als je heel boos of verdrietig bent (en als je voelbrein dus op hol slaat) is helder nadenken en verstandige keuzes maken, best moeilijk. (Zie filmpje 2 van JBDB-stress onder controle). 
Schrijf op of je nog tips hebt gehoord die je kan uitproberen. 
Achtergrondinformatie voor de docent (afhankelijk van het niveau en de tijd kan de docent deze informatie inbrengen)
Het soort adviezen kan je bijvoorbeeld groeperen door aan te sluiten bij een binnen de school gebruikte methodiek of het stoplicht als metafoor te gebruiken:
Een groene oplossing is een oplossing die niet schadelijk is voor jezelf of anderen en het probleem oplost (bijvoorbeeld eerst tot rust komen of afleiding zoeken, nadenken en erop terugkomen, op een rustig moment het gesprek opnieuw aangaan, een ander om hulp vragen).
Een oranje oplossing is een oplossing waar je geen schade mee veroorzaakt, maar ook geen oplossing mee bereikt (bijvoorbeeld weggaan uit de situatie, rustig gaan zitten of wandelen, diep ademhalen, afleiding zoeken. Maar er vervolgens niet op terugkomen).
Een rode oplossing is (meestal) geen oplossing. Met deze reactie richt je schade aan bij jezelf, de ander, of aan waardevolle spullen. Het probleem is niet opgelost en je hebt er vaak nog een probleem bij (zoals schreeuwen, schelden, geweld gebruiken).

Wat heb je van deze les onthouden waar je (misschien) iets aan hebt.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions