Evolutie

Evolutie
Leerdoel
Je kan de evolutietheorie beschrijven
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Evolutie
Leerdoel
Je kan de evolutietheorie beschrijven

Slide 1 - Slide

De evolutietheorie beschrijft hoe leven op aarde is ontstaan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Evolutietheorie
De evolutietheorie beschrijft hoe soorten ontstaan, maar legt niet uit hoe het leven op aarde is ontstaan.


Slide 3 - Slide

Voor Charles Darwin
- werd gedacht dat alle soorten waren gemaakt door een schepper bijv. God
- Deze gedachte kwam vanuit de kerk/de Bijbel
- Nog altijd zijn er veel mensen die dit geloven

Slide 4 - Slide

Charles Darwin
- Engelse onderzoeker
- ging op reis om planten en dieren over de wereld te onderzoeken
- hierbij kwam hij ook op de Galapagoseilanden

Slide 5 - Slide

Vinken op de galapagoseilanden
- Op de Galapagoseilanden zag Charles Darwin een populatie vinken met verschillende snavels
- Hem viel op dat op de verschillende eilanden de vinken een andere snavel hadden
- Jullie als klas gaan laten zien en uitleggen hoe het komt dat op ieder eiland de vinken een andere snavel hadden

Slide 6 - Slide

Vinkenpopulatie
- jullie als klas zijn een vinkenpopulatie
- ieder van jullie heeft een post-it gekregen waarop staat wat voor snavel jij hebt
- deze snavelvorm is een erfelijke eigenschap en dus onderdeel van jouw genotype

Slide 7 - Slide

Situatie 1
- de rechterhelft van het lokaal (aan het raam) bevat veel noten als voedsel waarbij een grote snavel handig is
- linkerhelft van het lokaal (bij de deur) bevat veel insecten waarbij een kleine snavel beter werkt
- de vinken kunnen door het hele lokaal bewegen
Opdracht
Ga naar een plek in het lokaal waar jij denkt dat jij naartoe zou gaan als vink

Slide 8 - Slide

Situatie 1
- Iedere vink vergroot zijn overlevingskans door naar een plek te gaan waar hij het best voedsel kan vinden
- Omdat de vinken door het hele lokaal kunnen bewegen, heeft iedere vink ongeveer een gelijke overlevingskans

Slide 9 - Slide

Situatie 2
- de rechterhelft van het lokaal bevat vooral veel noten, maar ook een paar insecten
- linkerhelft van het lokaal bevat vooral veel insecten maar ook een paar noten
- In het midden van het lokaal is nu een zee waardoor de vinken niet meer naar de andere helft van het lokaal kunnen
Opdracht:
bedenk voor iedere helft wat er met jullie groep vinken gebeurt

Slide 10 - Slide

Linkerhelft:
- de vinken met een kleine snavel hebben een voordeel op de vinken met een grote snavel
- hierdoor hebben de vinken met een kleine snavel de grootste kans om te blijven leven en nakomelingen te krijgen
- dit verschijnsel heet natuurlijke selectie
Rechterhelft:
- de vinken met een grote snavel hebben een voordeel op de vinken met een kleine snavel
- hierdoor hebben de vinken met een grote snavel de grootste kans om te blijven leven en nakomelingen te krijgen
- dit verschijnsel heet natuurlijke selectie

Slide 11 - Slide

De vinken aan de rechterkant van het lokaal (waar veel noten zijn) hebben een grote snavel door...
A
De omgeving waarin veel noten zijn
B
Toeval
C
Dat de vinken zelf de aanpassing grote snavel maken

Slide 12 - Quiz

Uitleg vraag
A: door de omgeving waarin veel noten zijn is als antwoord FOUT, want de snavel van de vink is bij geboorte bepaalt en kan niet meer veranderen
B: door toeval is GOED
C: doordat de vinken zelf de aanpassing voor grote snavel maken is FOUT, want de vinken hebben die eigenschap voor de grootte van de snavel al vanaf de geboorte (erfelijke eigenschap en dus onderdeel van hun genotype)

Slide 13 - Slide

Situatie 3
- We volgen deze situatie voor duizenden jaren:
- Aan de rechterhelft hebben de vinken met een grote snavel een voordeel en aan de linkerhelft hebben de vinken met een kleine snavel een voordeel
- De vinken kunnen niet van de ene helft naar de andere gaan
Opdracht:
Bedenk als helft wat er na verloop van tijd gebeurt met jullie groep vinken

Slide 14 - Slide

Situatie 3
- na honderden jaren hebben waarschijnlijk alle vinken aan de rechterhelft een grote snavel, omdat vooral de vinken met een grote snavel overleven en jongen krijgen
- aan de linkerhelft hebben alle vinken een kleine snavel, omdat hier juist de vinken met een kleine snavel overleven en jongen krijgen
- hierdoor is de originele populatie vinken veranderd in twee populaties: er is een populatie met een grote snavel en een populatie met een kleine snavel. Er zijn nieuwe soorten ontstaan.

Slide 15 - Slide

Evolutietheorie
Onderdelen evolutietheorie
1) Er is variatie in genotypen (er zijn vinken met kleine snavels en vinken met grote snavels)


Slide 16 - Slide

Evolutietheorie
Onderdelen evolutietheorie:
2) Een erfelijke eigenschap geeft een voordeel in de omgeving (bijv. grote snavels geven een voordeel in een gebied met veel noten als voeding). Dit heet natuurlijke selectie

Slide 17 - Slide

Evolutietheorie
Onderdelen evolutietheorie:
3) Over een lange periode (duizenden jaren) verandert door natuurlijke selectie de eigenschappen van een populatie (bijv. rechterhelft alleen nog maar vinken met een grote snavel). Zo ontstaan er nieuwe soorten

Slide 18 - Slide

Evolutietheorie
Waarschuwing: de vinken met verschillende snavels zijn een voorbeeld, probeer het principe van evolutie te begrijpen!
- Maak vandaag twee inzichtvragen, waarbij liever niet als eerste opdracht 8
- Volgende les gaan we Practicum 1 doen (blz. 188)
Huiswerk: Lees alvast Practicum 1 een keer door zodat je ongeveer weet wat we gaan doen.

Slide 19 - Slide