This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Dit diagram past bij een land uit
A
het centrum
B
de periferie
C
de semi-periferie
Slide 1 - Quiz
Waar is de VN-welzijnsindex NIET op gebaseerd?
A
alfabetiseringsgraad
B
levensverwachting
C
verdeling beroepsbevolking
D
inkomen
Slide 2 - Quiz
2 beweringen: 1. De informele sector is niet meegerekend in het BBP 2. De grootste inkomensverschillen komen juist voor in de semi-periferie
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 3 - Quiz
Welke factor geeft geen verklaring voor de spreiding van de bevolking?
A
de natuurlijke mogelijkheden
B
de bevolkingsspreiding
C
de ligging
D
het koloniale verleden
Slide 4 - Quiz
2 beweringen: 1. Op mondiale schaal is het migratiepatroon vooral noord-zuid gericht 2. Vluchtelingen en ecologische migranten worden vaker in hun eigen regio opgevangen dan economische migranten
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 5 - Quiz
Welk antwoord is GEEN voorbeeld van een pushfactor?
A
natuurramp
B
schending mensenrechten
C
werkgelegenheid
D
armoede
Slide 6 - Quiz
2 beweringen: 1. Bij de indeling van de wereld in cultuurgebieden wordt vooral gelet op taal en godsdienst 2. Diffusie zal sneller verlopen in de periferie dan in de semi-periferie
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 7 - Quiz
Wat is GEEN interne oorzaak waardoor de verdeling van de welvaart in een land slecht is verdeeld.
A
reliëf
B
corruptie
C
koloniaal verleden
D
gebrek aan natuurlijke hulpbronnen
Slide 8 - Quiz
2 beweringen: 1. Bij uitwisseling van goederen levert het centrum vooral grondstoffen en de periferie kapitaalgoederen 2. Bij uitwisseling van arbeid levert het centrum vooral hoogopgeleide mensen en de periferie ongeschoolde arbeidskrachten
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 9 - Quiz
Waaruit bestaat het exportpakket van een land uit de periferie vooral?
A
hoogwaardige industrieproducten
B
grondstoffen
C
halffabrikaten
D
financiële en zakelijke diensten
Slide 10 - Quiz
Een arm land als Niger zit in ..... van het demografisch transitiemodel
A
het einde van fase 1
B
het einde van fase 2
C
het einde van fase 3
D
het einde van fase 4
Slide 11 - Quiz
2 beweringen over de groei van de wereldbevolking tussen 1970 en 2015: 1. De relatieve groei van de wereldbevolking neemt af 2. De absolute groei van de wereldbevolking neemt toe
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 12 - Quiz
Welk antwoord verklaart de natuurlijke bevolkingsgroei vanuit de demografische dimensie?
A
een laag opleidingsniveau
B
armoede
C
een jonge leeftijdsopbouw
Slide 13 - Quiz
In de opkomende economieën is er bij de demografische druk vooral sprake van
A
vergroening
B
vergrijzing
Slide 14 - Quiz
2 beweringen 1. In rijke landen is het verstedelijjkingstempo erg hoog de laatste 30 jaar 2. De verstedelijklngsgraad is in de semi-perifere landen groter dan in de perifere landen
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 15 - Quiz
Welk antwoord is GEEN oorzaak van de groei van de steden in de derde wereld
A
urbanisatie
B
suburbanisatie
C
uitbreiding van de stad
D
natuurlijke bevolkingsgroei
Slide 16 - Quiz
Welk proces past het beste bij de stedelijke ontwikkeling van veel Nederlandse steden op dit moment?
A
urbanisatie
B
suburbanisatie
C
re-urbanisatie
Slide 17 - Quiz
2 beweringen
1. Een wereldstad heeft meer dan 10 miljoen inwoners 2. Een megastad is altijd een wereldstad
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 18 - Quiz
2 beweringen: 1. De handelsrelatie tussen de VS en Mexico past in het centrum-periferiemodel 2. Maquiladoras zijn assemblagebedrijven die in het zuiden van de VS zijn gevestigd vanwege de lage lonen
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 19 - Quiz
Wat was de voornaamste reden voor de verplaatsing van maquiladoras naar zuidelijker gelegen gebieden?
A
belastingvoordelen
B
aanwezigheid speciale economische zone
C
liberalisering
D
lagere loonkosten
Slide 20 - Quiz
Welk antwoord is GEEN pushfactor voor de stad Ciudad Juarez?
A
het klimaat
B
het ontstaan van krottenwijken
C
milieuvervuiling
D
goedkope arbeidskrachten
Slide 21 - Quiz
2 beweringen: 1. Door de komst van veel Mexicanen zal de arbeidsintensieve industrie in Los Angeles verdwijnen 2. Geldzendingen van Mexicanen in de VS naar hun familie in Mexico is op de olie-export na, de grootste inkomstenbron
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 22 - Quiz
2 beweringen: 1. De migrantendichtheid in de VS neemt af naarmate je verder van de grens komt 2. Door kettingmigratie wonen veel Mexicaanse migranten in hetzelfde gebied van de VS
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 23 - Quiz
Juarez maakt het, El Paso maakt het mogelijk. El paso ligt in
A
de VS
B
Mexico
Slide 24 - Quiz
2 beweringen: 1. Etnische spanningen in het zuiden van de VS zijn er vooral tussen autochtone Amerikanen en migranten vanuit Mexico 2. Bij een twin-city ligt de industriestad in de VS en het dienstencentrum in Mexico