• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

Tussenletters (Taalverzorging H5)

Afkortingen 
Afkortingen schrijf je op verschillende manieren: met hoofdletters en met kleine letters, met of zonder punten.

Zo schrijf je afkortingen:
-Afkortingen van namen van bedrijven, organisaties en landen schrijf je met hoofdletters: 
BMW, VVD, GB, PSV, RTL, VN

- Afkortingen waarvan je de woorden altijd volledig uitspreekt, schrijf je met punten: 
a.u.b., m.a.w., z.o.z. 

- De meeste andere afkortingen schrijf je met kleine letters, zonder punten: 
vmbo, bh, cv, ov, pin, sms
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1-3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Afkortingen 
Afkortingen schrijf je op verschillende manieren: met hoofdletters en met kleine letters, met of zonder punten.

Zo schrijf je afkortingen:
-Afkortingen van namen van bedrijven, organisaties en landen schrijf je met hoofdletters: 
BMW, VVD, GB, PSV, RTL, VN

- Afkortingen waarvan je de woorden altijd volledig uitspreekt, schrijf je met punten: 
a.u.b., m.a.w., z.o.z. 

- De meeste andere afkortingen schrijf je met kleine letters, zonder punten: 
vmbo, bh, cv, ov, pin, sms

Slide 1 - Slide

Kort op de juiste manier af:
in plaats van

Slide 2 - Open question

Kort op de juiste manier af:
per persoon

Slide 3 - Open question

Kort op de juiste manier af:
In combinatie met

Slide 4 - Open question

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
circa
A
ca
B
c.a.
C
c.a
D
ca.

Slide 5 - Quiz

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
centimeter
A
cm
B
c.m.
C
c.m
D
CM

Slide 6 - Quiz

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
In verband met
A
ivm
B
in.v.b
C
i.v.m.
D
i.v.m

Slide 7 - Quiz

Wat is de afkorting van:
onder andere
A
O.A.
B
OA
C
o.a.
D
oa

Slide 8 - Quiz

Wat betekent t.k.a.?

A
te krijgen adres
B
te koop aangeboden
C
te kleuren afbeelding

Slide 9 - Quiz

Er komt slecht weer aan, .............. regen en hagel.

A
ca.
B
i.t.t.
C
o.a.
D
m.a.w.

Slide 10 - Quiz

Het bedrijf verdiende miljoenen ............... oplichtingspraktijken.

A
d.m.v.
B
ca.
C
o.a.
D
m.a.w.

Slide 11 - Quiz

Tussenletters bij samenstelling







3 soorten tussenletters:

Tussenletters  -en-
Tussenletter -e-
Tussenletter -s-

Slide 12 - Slide

Samenstelling
Je kunt een nieuw woord maken door twee bestaande woorden aan elkaar te plakken. 

Slide 13 - Slide

Tussenletters -en-
  • Als het eerste deel alleen een meervoud heeft op -en, gebruik je -en- als tussenletters:
  • Bananendoos
  • Schoenenwinkel
  • Kippensoep


Slide 14 - Slide

Tussenletters -e-
  • Als het eerste woord een meervoud met -s en met -en heeft, gebruik je een -e- als tussenletter.
  • groenten + groentes
      
    DUS:
  • groentesoep
  • groenteboer


Slide 15 - Slide

Tussenletters -e-
  • Als het eerste deel een versterkende betekenis heeft, gebruik je ook -e- als tussenletter.
  • apetrots
  • reuzesterk

  • Als het eerste deel géén zelfstandig naamwoord is, gebruik je ook -e- als tussenletters:
  • lachebek, want lach is hier een vorm van het werkwoord lachen. 

Slide 16 - Slide

Tussenletter -s-

De tussenletter -s- kun je meestal horen.

Begint het tweede woord ook met een s- of s-klank, vervang dan het tweede woord om de tussenletter -s- te horen.


Bijvoorbeeld:

dorpsstraat, want dorpshuis
varkensstal, want varkensvlees

Slide 17 - Slide

Wat is goed?
A
groentenboer
B
groenteboer

Slide 18 - Quiz

Wat is goed?
A
kattenbak
B
kattebak

Slide 19 - Quiz

Wat is goed?
A
berenvel
B
berevel

Slide 20 - Quiz

Wat is goed?
A
apentrots
B
apetrots

Slide 21 - Quiz

Wat is goed?
A
liefdescène
B
liefdesscène

Slide 22 - Quiz

Wat is goed?
A
goedemorgen
B
goedenmorgen

Slide 23 - Quiz

Wat is goed?
A
keuzenpakket
B
keuzepakket

Slide 24 - Quiz

Wat is goed?
A
zonnenscherm
B
zonnescherm

Slide 25 - Quiz

Wat is goed?
A
reuzenleuk
B
reuzeleuk

Slide 26 - Quiz

Wat is goed?
A
gemeentenhuis
B
gemeentehuis

Slide 27 - Quiz

geen tussenletter
Tussenletter 
e
Tussenletters
en
Tussenletter
s
tomaat+sap
groente-soep
champignon+saus
gehakt+bal
rogge+brood
bakker+room
varken+vlees
geit+kaas
kalf+kroket
worst+broodje
koffie+kopje
garnaal+pastei

Slide 28 - Drag question

OPDRACHT
Maak online de opdrachten die openstaan (Taalverzorging H5)
- minimaal 75%

Slide 29 - Slide

More lessons like this

Maandag 11 november

November 2024 - Lesson with 22 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Tussenletters (Taalverzorging H5)

September 2024 - Lesson with 23 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1-3

Tussenletters in samenstellingen C7, p3

November 2024 - Lesson with 20 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1-3

Spelling par 1 t/m7

November 2024 - Lesson with 39 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Fase 1-periode 2 - niveau 2- les 5- spelling

January 2024 - Lesson with 33 slides
NederlandsMBOStudiejaar 1

H5 - verkleinwoordjes en afkortingen + tussenletters

February 2022 - Lesson with 19 slides
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Herhalingsles TV h5 en h6

March 2023 - Lesson with 15 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

3TB: Taalverzorging - Verkleinwoorden

January 2023 - Lesson with 19 slides
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings