Aan het eind van de les zet je de bijwoordelijke bepalingen (tijd, manier en plaats) op de juiste plek in een zin.
Dit doe je door:
- De woorden in de juiste volgorde te zetten.
- Zinnen met een verkeerde woordvolgorde te verbeteren
- Zelf zinnen te schrijven met deze bijwoordelijke bepalingen
(Je verbetert je praktijkopdracht)