Histoire littéraire du Classicisme

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4-6

Waar denk je aan bij het classicisme?

De pruikentijd (die tot in de 19e eeuw zou duren) begon met Louis XIV. Weet jij waarom hij ermee begon?

1. Hij had stijl haar en wilde graag krullen
2. Hij was kaal als gevolg van roodvonk
3. Hij was het zat om dagelijks een uur bij de kapper te moeten zitten
4. Hij vond een grote haardos passen bij het koningschap

--> Le bourgeois gentilhomme

Le bourgeois gentilhomme

--> La grenouille qui veut se faire aussi grosse que le Boeuf

Wat wil de kikker (in de fabel die jullie hebben gelezen)?

Wat is de moraal in Le corbeau et le renard?

Terugblik

Zet deze stromingen in de juiste volgorde:

Le classicisme

Le romantisme

Le réalisme

L'existentialisme

Welke regel hoort NIET bij het Classicisme? (Bij het klassieke toneel)

1. Eenheid van tijd, plaats en handeling
2. La Bienséance: geen bloed en geen grof taalgebruik
3. Het moet een intrige uit de Klassieke oudheid hebben
4. Het moet gaan over gewone mensen, boeren, zeelui, etc

Wat is NIET kenmerkend voor een fabel?

1. Er zit altijd een moraal in het verhaal
2. Er zit altijd een vos in, zoals maître Renard
3. De hoofdpersonen zijn dieren
4. Er wordt verholen kritiek gegeven op de maatschappij

Wat hoort NIET thuis in de Romantiek?

1. natuur
2. gevoel
3. melancholie
4. wetenschap

Wat hoort NIET thuis in het Realisme?

1. objectiviteit
2. positieve afloop
3. schrijver heeft onderzoek gedaan
4. de dood

Wat was NIET belangrijk voor de existentialisten?

1. Godsdienst
2. Keuzes maken
3. Vrijheid en verantwoordelijkheid
4. Zelf zin aan je leven geven

Welke vragen verwacht je op de toets?