Moeilijke woorden

Mijn broer wil bij een ____ voor studenten.
A
uitgaan
B
vereniging
C
voldoening
D
creatief
1 / 27
next
Slide 1: Quiz
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1Leerroute 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Mijn broer wil bij een ____ voor studenten.
A
uitgaan
B
vereniging
C
voldoening
D
creatief

Slide 1 - Quiz

mijn ___ is voetballen.
A
hobby
B
vervelen
C
creatief
D
concert

Slide 2 - Quiz

De ___ duurt bijna drie uur.
A
activiteit
B
concert
C
plezier
D
uitgaan

Slide 3 - Quiz

Layla heeft een ____ voor zingen.
A
activiteit
B
creatief
C
ontspannen
D
talent

Slide 4 - Quiz

Tijdens de vakantie kon mijn zus helemaal ____
A
voldoening
B
activiteit
C
plezier
D
ontspannen

Slide 5 - Quiz

Shana heeft veel ___ in volleyballen
A
hobby
B
plezier
C
concert
D
creatief

Slide 6 - Quiz

Er werken veel mensen mee aan dat ____
A
interesse
B
vereniging
C
evenement
D
voldoening

Slide 7 - Quiz

Ik heb veel tijd over. ik zoek een nuttige ____
A
Tijdsbesteding
B
ontspannen
C
creatief
D
concert

Slide 8 - Quiz

Het geluid bij dat ____ stond heel hard.
A
hobby
B
concert
C
tijdsbesteding
D
interesse

Slide 9 - Quiz

Er is genoeg te doen. Jullie hoeven je niet te____
A
uitgaan
B
evenement
C
vervelen
D
interesse

Slide 10 - Quiz

het grote ____ was goed geregeld. Alles verliep volgens plan.
A
Hobby
B
tijdsbesteding
C
creatief
D
evenement

Slide 11 - Quiz

Miranda haalt veel ____ uit haar hobby. ze geniet er ontzettend van.
A
Voldoening
B
vereniging
C
evenement
D
ontspannen.

Slide 12 - Quiz

Van mijn ouders mag ik best ____. maar om een uur moet ik thuis zijn.
A
activiteit
B
tijdsbesteding
C
uitgaan
D
concert.

Slide 13 - Quiz

Er is niets te doen. Wij ____ ons.
A
vervelen
B
uitgaan
C
vereniging
D
creatief

Slide 14 - Quiz

Voor dit dansprogramma zoeken ze iemand met veel ____
A
concert
B
creatief
C
evenement
D
talent

Slide 15 - Quiz

Han is ____ met hout. Hij maakt er de mooiste dingen mee.
A
interesse
B
creatief
C
hobby
D
vereniging

Slide 16 - Quiz

Tom heeft ___ in zeilen.
A
creatief
B
concert
C
evenement
D
interesse

Slide 17 - Quiz

Elias zit bij een ____ voor leraren. Een paar keer per jaar komen ze bij elkaar.
A
hobby
B
plezier
C
vereniging
D
interesse

Slide 18 - Quiz

wij ____ ons altijd goed met elkaar.
A
uitgaan
B
interesse
C
vermaken
D
plezier

Slide 19 - Quiz

Aan welke ____ doe jij mee? ik ga zwemmen
A
activiteit
B
creatief
C
plezier
D
uitgaan.

Slide 20 - Quiz

mijn oren deden pijn door het harde geluid tijdens het ____
A
concert
B
voldoening
C
hobby
D
interesse.

Slide 21 - Quiz

Muziek luisteren is mijn grootste ____. ik doe het elke dag een paar uur.
A
Vervelen
B
evenement
C
hobby
D
creatief

Slide 22 - Quiz

Het is altijd gezellig als de vrienden met elkaar ____
A
evenement
B
interesse
C
vereniging
D
uitgaan

Slide 23 - Quiz

Freek heeft geen werk. Hij moet een andere ____ bedenken.
A
creatief
B
vervelen
C
vermaken
D
tijdsbesteding

Slide 24 - Quiz

Ik heb veel ____ in het maken van foto's.
A
evenement
B
creatief
C
plezier
D
concert.

Slide 25 - Quiz

Ik kan ____ in een warm bad.
A
interesse
B
ontspannen
C
activiteit
D
voldoening.

Slide 26 - Quiz

Goed gedaan!

Slide 27 - Slide