3 dec *Woordenschat H3, vwo 2

Noem 5 voorzetsels
1 / 16
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Noem 5 voorzetsels

Slide 1 - Open question

Wat is een voorbeeld van een vast voorzetsel?
A
houden van
B
bang zijn voor
C
rekenen met
D
verliezen door

Slide 2 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een voorzetseluitdrukking?
A
gedurende
B
voor
C
tijdens
D
ten tijde van

Slide 3 - Quiz

Meestal kun je voorzetseluitdrukkingen vervangen door...
A
een zelfstandig naamwoord
B
een werkwoord
C
één voorzetsel
D
een combinatie van woorden

Slide 4 - Quiz

Vul aan met een vast voorzetsel
rekenen ...

Slide 5 - Open question

Vul aan met een vast voorzetsel:
Verlangen ...

Slide 6 - Open question

Vul aan met een vast voorzetsel:
een hekel hebben ...

Slide 7 - Open question

Vul aan met een vast voorzetsel
aanleiding geven ...

Slide 8 - Open question

Vul aan met een vast voorzetsel:
door middel ...

Slide 9 - Open question

Vul aan met de vaste voorzetsels:
... de hand ...

Slide 10 - Open question

Sanja besteedt al haar zakgeld ... nieuwe kleren en make-up.
A
voor
B
op
C
in
D
aan

Slide 11 - Quiz

We zijn ons niet bewust ... de impact van reclame op ons koopgedrag.
A
over
B
van
C
met
D
voor

Slide 12 - Quiz

In de kantine wordt ... ingang ... het nieuwe schooljaar verse jus verkocht.
A
met in
B
door van
C
met van
D
van in

Slide 13 - Quiz

Er zijn grote verschillen in de manier waarop mensen ... geld omgaan.
A
met
B
aan
C
over
D
op

Slide 14 - Quiz

De Tweede kamer had veel kritiek ... de bezuinigingen van de regering.
A
in
B
met
C
over
D
op

Slide 15 - Quiz

... antwoord ... uw mail deel ik u het volgende mee.
A
op, in
B
in, op
C
aan, met
D
met, aan

Slide 16 - Quiz