This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
- voor of na een aanspreking
- tussen de delen van een opsomming (maar NOOIT bij en)
- tussen twee persoonsvormen
- tussen de hoofdzin en de bijzin
- voor en achter een bijstelling
- bij een citaat
- een gedachte
- een opsomming
- een uitleg of toelichting
- bij citaten
- als het woord zelf bedoeld wordt en niet de betekenis
- als het woord of de woordgroep op een speciale manier (bijvoorbeeld spottend) gebruikt wordt
- tussen hoofdzinnen die sterker met elkaar samenhangen dan losse zinnen
- als afsluiting van de onderdelen van een langere opsomming die onder elkaar staan