10.2 Stroomkringen #1 bloedsomloop

Welkom!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Rate the teacher 
1. Heb ik huisdieren, wat voor een soort huisdier en hoeveel? 
2. Wat is mijn favoriete voetbalclub (eredivisie) 
3. Heb ik tatoeages? 
4. Wat is mijn favoriete kerstfilm? 
5. Welke sporten doe ik of heb ik gedaan? 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Pom en Rosa 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

10.2 Stroomkringen
Les 1: de bloedsomloop

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Wat weet je nog?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe heet de kleinste bouwsteen van een organisme?
A
orgaanstelsel
B
orgaan
C
weefsel
D
cel

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je een deel van je lichaam met een bepaalde taak?
A
Cel
B
orgaanstelsel
C
weefsel
D
Orgaan

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welk orgaanstelsel zorgt voor het vervoer van stoffen in jouw lichaam?
A
Spierstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Ademhalingsstelsel

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kent de drie soorten bloedvaten en weet waar je ze aan kan herkennen
  • Je kan benoemen wat de kleine en grote bloedsomloop is. 
  • Je kent bouw van het hart aan de hand van een afbeelding 
  • Je kan de werking van het hart uitleggen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

3 soorten bloedvaten
Slagader
  • Vervoert bloed van het hart naar de organen
  • Liggen diep in ons lichaam
  • Dikke gespierde wand
  • Bloed stroomt snel
  • Hoge bloeddruk
  • Zuurstof rijk, behalve de longslagader

De aorta is de grootste slagader in ons lichaam.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

3 soorten bloedvaten
Haarvaten
  • Haarvaten zitten tussen de slagaders en aders in.
  • Hier kunnen stoffen zoals zuurstof en voedingstoffen uit het bloed en in de cellen en andersom. 
  • Haarvaten hebben een enorm dunne wand van 1 cel laag
    dik.
  • De rode bloedcellen kunnen niet door de wand van de haarvaten, witte bloedcellen en plasma wel.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

3 soorten bloedvaten
Ader
  • Voeren bloed naar hart toe
  • Bloeddruk lager dan in slagader en haarvat
  • Wand bevat minder glad spierweefsel
  • Kleppen in aders om te voorkómen dat bloed terugstroomt
  • Zuurstof arm, behalve de longader

De holle aders zijn de grootste haarvaten 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

B5 het bloedvatenstelsel

Slide 13 - Slide

Intro dia om te vertellen dat deze les over het bloedvatenstelsel gaat en dat we belangrijke onderdelen van dit stelsel gaan bekijken.

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

Dia om de verschillen tussen de drie soorten bloedvaten te laten zien. 
Bloedvaten
Bloedvaten hebben bijna altijd de naam van het orgaan waar ze naar toe en vanaf gaan. 

Behalve: Poortader --> gaat van darmen naar lever. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop: 
hart -> longen -> hart

Grote bloedsomloop:
hart ->  alle organen -> hart

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Kleine bloedsomloop
  • rechterkamer
  • longslagader
  • longhaarvaten
  • longader
  • linkerboezem

Functie: zuurstofarm bloed zuurstofrijk maken.
Grote bloedsomloop
  • linkerkamer
  • aorta
  • heel het lichaam
  • holle ader
  • rechterboezem

Functie: organen van zuurstof voorzien.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Het hart
Een pomp met 4 ruimtes (2 boezems en 2 kamers)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Werking van het hart

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Boezems en kamers


Boezem het hart in
Kamer het hart uit

Let op de hartkleppen!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

De sinusknoop bepaald je hartslag. Die geeft een impuls waardoor je hart de drie fasen doorlopen. Werkt dit niet meer goed dan heb je een hartritmestoornis en moet je een pacemaker. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

De pacemaker neemt de taak van de sinusknoop over wanneer dat nodig is.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Vragen?
VRAGEN?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions


Kennistest 
5 vragen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat is de kleine bloedsomloop?
A
hart - alle organen - hart
B
hart - hersenen- hart
C
hart - longen - hart

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

In de Slagaders...
A
Stroomt zuurstofrijk bloed van het hart weg
B
Stroomt zuurstofarm bloed van het hart weg
C
Stroomt zuurstofrijk bloed naar het hart toe
D
Stroomt zuurstofarm bloed naar het hart toe

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions


Welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Bloedvaten, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welke bloedvaten hebben de dikste wand?
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Zie afbeelding. Welk type bloedvat is dit?
Dit bloedvat heeft een klep (zie plaatje).
A
ader
B
slagader
C
haarvat

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Weektaak 10.2
Opdrachten over bloedsomloop: 1 t/m 15
Opdrachten over stroomkringen: 17 t/m 29

Slide 32 - Slide

This item has no instructions