• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

nt2:1,2,3 zinnen geregeld spreken

Hoe maak je een zin?
1 / 47
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoe maak je een zin?

Slide 1 - Slide

Gebruik de 1-2-3-manier

Slide 2 - Slide

1 = wie
Mens: ik, jij, wij, de buurman, de kinderen
Dier: een kat, een vogel, de vis, de pinguïn
Ding: de tafel, het boek, de tas, de bril, de jas

Slide 3 - Slide

1    2    3
Elke zin heeft 1, 2 en 3.

Ik woon in een flat.
1 = wie (het onderwerp)
mens, dier of ding


Slide 4 - Slide

1    2    3
Voorbeelden 1
De vogel maakt een nest. 

De stoel staat op de tafel. 

Mevrouw Renee is bijna jarig. 

Slide 5 - Slide

1= wie?
een mens
een dier
een ding

Slide 6 - Slide

De jongens voetballen op het veld.
Wie?
A
de jongens
B
voetballen
C
op het veld

Slide 7 - Quiz

De les is erg makkelijk.
Wie?
A
de les
B
is
C
erg makkelijk

Slide 8 - Quiz

De baas werkt heel hard.
Wie?
A
werkt
B
de baas
C
heel hard

Slide 9 - Quiz

Mevrouw Renee doet boodschappen.
Wie?
A
boodschappen
B
doet
C
mevrouw Renee

Slide 10 - Quiz

De klas maakt een toets.
Wie?
A
een toets
B
de klas
C
maakt

Slide 11 - Quiz

2= werkwoord
Wat doet 1?
lopen, liggen, praten, schrijven, slapen,
luisteren, dromen, gooien, tekenen
...

Slide 12 - Slide

1    2    3
Voorbeelden 2
De boeken staan in de kast.

De jongen droomt over de vakantie.

Het meisje vindt vijf euro. 

Slide 13 - Slide

De katten slapen op de bank.
Wat is het werkwoord?
A
de katten
B
slapen
C
op de bank

Slide 14 - Quiz

Angel zwemt iedere dinsdag.
Wat is het werkwoord?
A
Angel
B
zwemt
C
iedere dinsdag

Slide 15 - Quiz

Luwan leert Nederlands.
Wat is het werkwoord?
A
leert
B
Nederlands
C
Luwan

Slide 16 - Quiz

Iedereen vindt pizza lekker.
Wat is het werkwoord?
A
pizza
B
iedereen
C
vindt

Slide 17 - Quiz

Ahmad kan heel goed koken.
Wat is het werkwoord?
A
kan
B
Ahmad
C
heel goed

Slide 18 - Quiz

3 = de rest
3 = extra informatie
waar? wanneer? 
De familie verhuist morgen naar Amsterdam. 
De paarden staat de hele dag in de wei.
De pennen liggen altijd op de grond. 

Slide 19 - Slide

Misha leest elke dag.
Wat is de rest?
A
Misha
B
leest
C
elke dag

Slide 20 - Quiz

De hond kijkt televisie.
Wat is de rest?
A
televisie
B
kijkt
C
de hond

Slide 21 - Quiz

Abdalrazzaq rekent dinsdag in de les.
Wat is de rest?
A
Abdalrazzaq
B
rekent
C
dinsdag in de les

Slide 22 - Quiz

Mijn ouders zijn erg aardig.
Wat is de rest?
A
erg aardig
B
zijn
C
mijn ouders

Slide 23 - Quiz

De klas gaat morgen naar Groningen.
Wat is de rest? 2 goede antwoorden
A
de klas
B
gaat
C
morgen
D
naar Groningen

Slide 24 - Quiz

Welke zin is goed?
Loopt in de tuin de kat.
In de tuin de kat loopt.
De kat loopt in de tuin.
1    2    3

Slide 25 - Slide

Welke zin is goed?
A
De leerlingen een tekening maken.
B
De leerlingen maken een tekening.
C
Een tekening de leerlingen maken.

Slide 26 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Op de grond de stoel ligt.
B
Ligt de stoel op de grond.
C
De stoel ligt op de grond.

Slide 27 - Quiz

Welke zin is goed?
A
De vogel zit in de boom.
B
Zit in de boom de vogel.
C
De vogel in de boom zit.

Slide 28 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Op het plein gister Khalid voetbalde.
B
Khalid voetbalde gister op het plein.
C
Voetbalde gister Khalid op het plein.

Slide 29 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Lamis was vanmorgen te laat.
B
Lamis vanmorgen was te laat.
C
Te laat Lamis was vanmorgen.
D
Vanmorgen Lamis te laat was.

Slide 30 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Vrijdag naar de kapper Mohamad gaat.
B
Naar de kapper vrijdag Mohamad gaat.
C
Mohamad gaat vrijdag naar de kapper.
D
Gaat Mohamad naar de kapper vrijdag.

Slide 31 - Quiz

Welke zin is goed?
A
De leerlingen maken vandaag een toets.
B
Een toets maken vandaag de leerlingen.
C
Vandaag de leerlingen maken een toets.
D
Maken vandaag de leerlingen een toets.

Slide 32 - Quiz

1, 2, 3
1 = mens, dier of ding
2 = werkwoord
3 = de rest

Slide 33 - Slide

De mannen lopen
elke dag door de straat.
Wat is: elke dag door de straat?

A
1
B
2
C
3

Slide 34 - Quiz

De man viert zijn verjaardag.
Wat is: zijn verjaardag?
A
1
B
2
C
3

Slide 35 - Quiz

De vrouw lacht om de grap.
Wat is: lacht?
A
1
B
2
C
3

Slide 36 - Quiz

Het glas valt op de grond.
Wat is: het glas?
A
1
B
2
C
3

Slide 37 - Quiz

De zon schijnt door de wolken.
Wat is: de zon?
A
1
B
2
C
3

Slide 38 - Quiz

Ik moet vandaag naar de tandarts.
Wat is: moet?
A
1
B
2
C
3

Slide 39 - Quiz

Wij hebben uren in de rij gestaan
in de supermarkt.
Wat is: hebben?
A
1
B
2
C
3

Slide 40 - Quiz

3 = de rest

eerst wanneer

dan waar

Slide 41 - Slide

Wanneer - tijd
Ik ga om half drie naar huis.
1     2     3=tijd     3
De meisjes kopen elke dag een appel. 
1     2     3=tijd     3
De les duurde vandaag heel lang.
1      2     3=tijd     3

Slide 42 - Slide

1a) Wij / wonen / in Amsterdam.
1b) Wij / wonen / twee jaar / in Amsterdam.
2a) Mijn kinderen / spelen / op de straat.
2b) Mijn kinderen / spelen / de hele dag / op de straat.
3a) De koffie / staat / op de tafel.
3b) De koffie / staat/  nu / op de tafel.
4a) De hond / eet / vlees.
4b) De hond / eet / iedere dag / vlees.
5a) De les / is / op dinsdag.
5b) De les / is / op dinsdag / in Rotterdam

Slide 43 - Slide

1 Wie?
de docent
lachen
morgen
de klas
het boek
lopen
om 3 uur
zaterdag
denken

Slide 44 - Drag question

2 Werkwoord?
de docent
lachen
morgen
de klas
het boek
lopen
om 3 uur
zaterdag
denken

Slide 45 - Drag question

3 De rest?
de docent
lachen
morgen
de klas
het boek
lopen
om 3 uur
zaterdag
denken

Slide 46 - Drag question

Vragen?

Slide 47 - Slide

More lessons like this

nt2:1,2,3 zinnen geregeld spreken

May 2022 - Lesson with 49 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 1

1-2-3-zinnen maken

January 2023 - Lesson with 24 slides
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 1

Woordvolgorde NT2

April 2025 - Lesson with 27 slides
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

2e les 1-2-3-zinnen maken

March 2023 - Lesson with 28 slides
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 1

1-2-3-zinnen versie2

December 2024 - Lesson with 24 slides
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 1

Zinnen maken NT2 A1

26 days ago - Lesson with 22 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Zinnen maken NT2 A1

April 2023 - Lesson with 45 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

nt2:1,2,3 zinnen geregeld spreken

September 2022 - Lesson with 28 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 1
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings