Jagers Verzamelaars

1 / 11
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Tijdvak: Jagers en boeren

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Jager-verzamelaars
  • Leven in kleine groepen (ongeveer 30-50 mensen)

  • Geen vaste woonplaats: nomaden

  • Trekken achter hun eten aan
  • Eenvoudige woningen: hutten/grotten

  • Weinig bezittingen

Slide 5 - Slide

Handige jagers-verzamelaars
De bestaansmiddelen van de jagers-verzamelaars was jagen en verzamelen.
De jagers-verzamelaars leefden van alles wat er in de natuur te vinden was.
De jagers-verzamelaars gebruikten alles van de dieren, het vlees om te eten, de huiden voor tenten of kleding. 

Slide 6 - Slide

Leven van de jagers en verzamelaars

Middel van bestaan (waar leven ze van):

  • Mannen gingen jagen.


  • Vrouwen en kinderen verzamelden

       eetbare planten, bessen, noten,

       knollen en wortels.

Slide 7 - Slide

De mannen hielden zich vooral bezig met het jagen op dieren en ook met vissen. Meestal deden ze dat in groepen. Ze jaagden op allerlei grote en kleine dieren.
De taak van de vrouwen was het verzamelen van allerlei eetbare bessen, noten, planten en zaden. Ook zorgden zij voor de kinderen. 
De jagers en verzamelaars waren nomaden. Dat wil zeggen dat ze niet lang op een plaats bleven. Als het voedsel op was trokken ze verder. Daarom zijn hun verblijven ook eenvoudig, geen mooie houten huizen, maar simpele tenten van dierenhuid. Je moest het allemaal makkelijk mee kunnen nemen. Vaak sliepen ze ook gewoon in natuurlijke schuilplaatsen, zoals grotten.
Bijna alles van de gevangen dieren werd gebruikt. Het vllees werd gegeten. De huid werd verwerkt tot kleding en tenten. De pezen werden gebruikt als touw en van de botten werden allerlei gebruiksvoorwerpen, maar ook sieraden gemaakt.
De pijlpunten, vuistbijlen en andere scherpe gebruiksvoorwerpen werden voornamelijk van steen gemaakt. Daarom noemen we deze periode ook wel de Steentijd.

Slide 8 - Slide

Verschil tussen jagers en verzamelaars
en boeren

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Jagers
  •  doden het dier
  • elke  dag op jacht
  • Jacht->mislukt soms
  • --> honger
  • trekken rond
  • kleine hutten of tenten
  • weinig spullen

Boeren
  • dieren worden tam gemaakt
  • dieren fokken
  • elke dag eten
  • op een vaste plek wonen
  • grotere woningen
  • groei bevolking
  • meer spullen

Slide 11 - Slide