Schrijven les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Schrijven hoofdstuk 1 - les 1

Wat gaan we doen?

• Doel van deze les
• Terugblik
• Zoek de fout
• Uitleg formulier invullen
• Aan de slag
• Afsluiting
• Evaluatie

Doel van deze les

• Aan het einde van de les kun je een formulier correct invullen.

Wat weet jij nog van de
vorige les?

Zoek de fouten

• Bekijk de afbeelding. Voor de verjaardag van een vriend wil ik graag een cadeaubon van 15 euro kopen. Steek je vinger op als je de fout ziet.

Zoek de fouten

• Bekijk het formulier hieronder of in je boek en schrijf de 4 fouten in je schrift.
  

Zoek de fouten

• Bekijk in tweetallen de opgeschreven fouten.
  
  
• Hebben jullie dezelfde fouten opgeschreven?

Wat heb je geleerd van deze opdracht?

Formulier invullen

• Informatie geven aan anderen
• Invullen, aankruisen, omcirkelen of doorhalen
• Toelichting ->  In eigen woorden opschrijven wat je wilt of                                         wat je van iets vindt.
• * -> Verplicht in te vullen.

Formulier lezen

1. Lees het formulier eerst helemaal door en let goed op de invulinstructie. 
2. Als je een toelichting moet geven, schrijf je deze eerst in het klad. Controleer de kladversie voordat je deze overschrijft.
3. Controleer of je geen spelfouten hebt gemaakt en of je het hele formulier hebt ingevuld. 
4. Schrijf duidelijk leesbaar in losse blokletters!

Aan de slag

• Wat -->             Schrijven hoofdstuk 1      opdracht 2 + 3
• Waar -->           In het lokaal
• Wanneer -->   In de les tot 5 minuten voor het einde
• Wie -->              Zelfstandig of met buurman/buurvrouw
• Waarom -->    Je zult vaak een formulier in moeten vullen
• Hoe -->             Stilte of zacht overleg
• Hulp -->            Vinger opsteken of naar bureau komen

Voeg hier foto's toe van het gemaakte huiswerk of een screenshot van het digitale werk.

Aan de slag

Klaar?

• Nakijken + controle
• Maak een klaaropdracht
• Zelfstandig en in stilte
• Inleveren klaaropdracht en aftekenen 

Wat vond jij deze
les moeilijk?

Vandaag heb ik ontzettend goed gewerkt!

1. Ja, vind ik wel
2. Nee, kan beter

Huiswerk

•  Schrijven hoofdstuk 1      opdracht 2  + 3

Dat was het
voor vandaag!