Debat

Debat
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Debat

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Debat

  • Scherp geformuleerde stelling

  • Overtuigen jury

  • duidelijke regels

  • eindoordeel op basis van vooraf afgesproken criteria
Discussie

  • al pratend positie innemen


  • overtuigen gesprekspartner

  • geen regels

  • eindoordeel op basis van gevoel

Slide 3 - Slide


Het debat

Sprekers krijgen in een debat de tijd om hun mening toe te lichten. 
Het doel van een debat is om het publiek/de jury te overtuigen.
Het gaat dan niet om wie gelijk heeft, maar om wie het beste zijn mening kan onderbouwen / het overtuigendst is.

Een debat is een discussie met regels.

Slide 4 - Slide


Fase 1: voorbereiden
3 groepen
- voor
- tegen
- jury

Slide 5 - Slide

2. De stelling

Basisscholen, middelbare scholen en mbo's moeten dicht om verdere verspreiding van het coronavirus te voorkomen.

Slide 6 - Slide

0

Slide 7 - Video

Fase 2: het debat

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Regels in een debat
Regel 1


Richt je tot de jury en tot het publiek. Het is een spel. Probeer de jury te overtuigen van je gelijk.

Slide 10 - Slide


Regel 2


Spreek nooit direct tegen de tegenpartij. (Jullie zeiden dat..)

Zeg: Mijn tegenstander(s) zeiden dat...

Slide 11 - Slide


Regel 3

Je mag elkaar niet onderbreken. Reageren mag alleen in je eigen beurt. Als je wil reageren, ga je staan en je wacht tot je van de debatleider het woord krijgt.

Slide 12 - Slide

Fase 3: nabespreken

Slide 13 - Slide

Observatiepunten tijdens debat


1. Presentatie

  • Ogen: Richt de debater zich op de jury en het publiek?
  • Stem: Zijn het tempo en het volume passend en overtuigend?
  • Houding: Staat de debater stevig en maakt hij ondersteunende handgebaren?
  • 'Be the argument': Gelooft de debater zelf in wat hij zegt?



 



Slide 14 - Slide

Observatiepunten tijdens debat


2. Argumentatie

  • Argumenteren: Legt de debater het argument goed uit en geeft hij er voorbeelden bij?
  • Luisteren: Luistert de debater goed naar wat anderen zeggen?
  • Reageren: Reageert de debater goed op de tegenpartij?
  • Structureren: Is de debater goed te volgen in zijn verhaal (door structuur)



 



Slide 15 - Slide

Observatiepunten tijdens debat


3. Samenwerken

  • Participatie: Komen alle leerlingen van het team aan het woord?
  • Ondersteuning: Helpen de teamleden elkaar?
  • Aansluiting: Sluiten de verschillende fases op elkaar aan?

 



Slide 16 - Slide