Lesson 3 - 8.2 Emotions (adverbs and adjectives)

• Engels
• MBO
• Studiejaar 1

Unit 8.3

8.3 EMOTIONS

• Check the yellow block: vocabulary & phrases
• Do Excercises 1 & 2
  

green section: grammar

adjectives & adverbs 

bijvoeglijke naamwoorden & bijwoorden 

Zij is mooi. Zij zingt mooi. 

She is beautiful. She sings beautifully.

Hij is voorzichtig. Hij rijdt voorzichtig. 

He is careful. He drives carefully. 

adjective

bijvoeglijk naamwoord

zegt iets over hoe iets of iemand is

a kind person

a dangerous animal

a nice meal

a good worker

adverb

bijwoord

zegt iets over hoe iets gedaan wordt 

to drive safely

to work quietly

to work well

Adverb

Adjective

opletten

een bijwoord kan ook iets zeggen over een bijvoeglijk naamwoord

They are extremely nice. 

This class is terribly noisy.

een bijwoord kan ook iets zeggen over een ander bijwoord

We work really efficiently.

He drives the car careful/carefully.

Maria opened her presents slow/slowly.

Our basketball team played bad/badly.

You can open the door easy/easily.

Kevin is extreme/extremely clever.

Jack is terrible/terribly upset.

The bus driver was serious/seriously injured.

Sad/Sadly he lost his job.

Robin looks sad/sadly.

This hamburger tastes awful/awfully.

Unit 8.3 EMOTIONS

Excercise 3: grammar exercise

other exercises

exercise 4: vertalen van Nederlands naar Engels

exercise 5: gesprek uitschrijven en gesprek uitvoeren

exam exercise: gesprek uitschrijven en gesprek uitvoeren 

vocabulary 8.3

leer de woorden van deze unit

verdeel de woordenlijst in blokken van 10 woorden 

eerst Engels - Nederlands 

dan Nederlands  - Engels