Lesjes middag
1 / 25
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Wat betekent: bonjour
A
doei
B
goeiedag
C
hallo
D
hoi
Slide 4 - Quiz
hoe zeg je "hoi"
A
à demain
B
au revoir
C
bonjour
D
salut
Slide 5 - Quiz
1. Hoe gaat het met jou?
2. Het gaat goed
3. Hoi
4. Met mij ook
A. Ça va bien.
B. Salut
C. Moi aussi
D. Comment vas-tu?
Slide 6 - Drag question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Wat betekent
"Comment ça va?"
"Comment ça va?"
Slide 9 - Open question
vertaal "Et toi, ça va?"
A
En met jou, hoe gaat het?
B
Met mij ook goed.
Slide 10 - Quiz
Wat betekent
"Comment tu t'appelles?"
"Comment tu t'appelles?"
Slide 11 - Open question
Vertaal "je m'appelle"
A
jij heet
B
ik heet
Slide 12 - Quiz
Wat betekent
"Quel âge as-tu?"
"Quel âge as-tu?"
Slide 13 - Open question
Hoe heten de jongen en het meisje?
A
Jean en Anne
B
Nicolas en Anne
C
Nicolas en Marie
D
Jean en Marie
Slide 14 - Quiz
Hoe nemen ze afscheid van elkaar?
A
Au revoir
B
A la prochaine
C
A bientôt
D
Salut
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
vingt
deux
quatorze
cinq
dix-sept
dix
Slide 18 - Drag question
negentien
A
dix-neuf
B
neuf
C
quinze
D
huit
Slide 19 - Quiz
twaalf
A
deux
B
trois
C
douze
D
seize
Slide 20 - Quiz
één
A
onze
B
zéro
C
sept
D
un
Slide 21 - Quiz
vijftien
A
cinq
B
quinze
C
sept
D
onze
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Welke cijfer hoort bij de vraagtekens?
