Bijvoeglijke naamwoorden + werkwoorden

Bijvoeglijk naamwoord en werkwoord
1 / 19
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bijvoeglijk naamwoord en werkwoord

Slide 1 - Slide

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord?
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

De gouden ring
De grote gorilla
V
o
o
r
b
e
e
l
d

Slide 3 - Slide


Welke bijvoeglijke naamwoorden kun je bedenken bij deze afbeelding? 

Slide 4 - Open question



Welke bijvoeglijke naamwoorden kun je          bedenken bij deze afbeelding? 

Slide 5 - Open question

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
 vertelt van welk materiaal iets is gemaakt.



hout
leer

wol

stof
goud
metaal
papier
karton

Slide 6 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Stoffenlijk bijvoeglijk naamwoord

  gele

mooie

metalen

 glazen

  ijzeren

rechte

Slide 7 - Drag question

Wat is geen stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
stenen
B
puntige
C
leren
D
wollen

Slide 8 - Quiz

Welke gelijkenis zie je bij de stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Wat is een werkwoord?

Slide 11 - Open question

Typ zoveel mogelijk
werkwoorden in.

Slide 12 - Mind map

Welke werkwoorden staan in deze zin?
Ik eet een pizza.

Slide 13 - Open question

Welke werkwoorden staan in deze zin?
Ik ga een pizza eten.

Slide 14 - Open question

Welke werkwoorden staan in deze zin?
Ik wil een pizza gaan eten.

Slide 15 - Open question

Welke werkwoorden staan in deze zin?
Ik win.

Slide 16 - Open question

Welke werkwoorden staan in deze zin?
Hij wil winnen.

Slide 17 - Open question

Welke werkwoorden staan in deze zin?
Jullie zouden moeten winnen.

Slide 18 - Open question

Welke werkwoorden staan in deze zin?
Jullie hebben gewonnen.

Slide 19 - Open question