le 10 décembre H4

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Lundi 10 décembre

Bonjour tout le monde!

Attention

Mardi 18 decémbre: test chapitre 3 

Histoire sur un sportif?

> quelques attentes...  et: donner au prof pendant ce cours

LE TRAVAIL DE LA SEMAINE

- Faire et corriger: ex 36-44                                 

- Apprendre: vocabulaire/grammarie/langue-o-thèque D

- Réviser: B + C chapitre 3 (pour le test)

- S'entraîner: Cito examenteksten havo 5 (slotweek)

- Herhaling grammaire proefwerk?? (indien gewenst)

Dans une semaine: test chapitre 3 B, C, D!

Aujourd'hui

- Actualité: 1jour1actu, situation à Paris

- Inleveren: histoire sur un sportif/une sportive (in schrift)

- Questions: sur les devoirs t/m 35?

- Texte 5: faire 37-39

Klaar? Oefenen met cito-teksten (slotweek)

- Cito texte 1, 2, 10 (11 t/m 14 mag ook)

Actualité

La situation en France/à Paris

Ecrivez ces mots dans votre cahier:

- des impôts                      - la TVA

- les revenus                     - la hausse du prix des carburants

- récolter

- l'état

- l'armée

Mercredi 12 décembre

- Actualité: deux minutes 'journal junior'

- Questions: sur les devoirs t/m 39 (synonymes?)

- Réviser: grammaire B, werkwoorden!

- Texte 6: faire 40-42

Klaar? 

Of: oefenen met cito-teksten 1-2-10 

óf proefwerk chapitre 3 voorbereiden

Werkwoorden

Doen, maken, rennen, kiezen

Wij hebben gerend

Zij zullen doen

Jij maakte

Hij zou kiezen

U kiest

Werkwoorden

Doen, maken, rennen, kiezen

Wij hebben gerend = nous avons couru

Zij zullen doen = ils feront

Jij maakte = tu faisais

Hij zou kiezen = Il choisirait

U kiest = Vous choisissez

Vendredi 14 décembre

- Actualité: 1jour1actu

- Questions: sur les devoirs t/m 42

- Exercice 43-44 + tâche préparatoire schrijven p. 39. (in schrift)

- Famille Bélier verder kijken? ... minuten?

Werkwoorden: traduis!

Wij rennen

Jullie zouden doen

Jij hebt gekozen

Hij rende

Zij maakten

Werkwoorden

Doen, maken, rennen, kiezen

Wij rennen = nous courons

Jullie zouden doen = vous feriez

Jij hebt gekozen = tu as choisi

Hij rende = il courait

Zij maakten = ils faisaient

Traduis!

Messi is even goed als Ronaldo.

Rugby is moeilijker dan voetbal.

Wielrennen is de duurste sport.

Ik spreek beter Frans dan Italiaans.

Haar cijfers zijn slechter dan mijn cijfers.

Comparatif + superlatif

Messi is even goed als Ronaldo. M est aussi bon que R.

Rugby is moeilijker dan voetbal.  Le rugby est plus difficile que le foot.

Wielrennen is de duurste sport. Le cyclisme est le sport le plus cher.

Ik spreek beter Engels dan Italiaans. Je parle mieux anglais qu'italien.

Haar cijfers zijn slechter dan mijn cijfers. Ses notes sont pires que mes notes.

Herhaling n.a.v. tâche parler

Hoe zeg je?

Hij speelt als aanvaller/verdediger.

Messi weegt 72 kilo.

Serena Williams is 1 meter 78 lang.

Epke Zonderland is in 1986 geboren.

Sanne Wevers is in 1991 geboren.

In 2016 heeft zij een gouden medaille gewonnen.

Herhaling n.a.v. tâche parler

Billy Bakker speelt in het Nederlandse team.

Virgil van Dijk heeft een doelpunt gescoord.

Hij heeft drie gouden medailles gewonnen bij e Olympische Spelen.

Zij heeft een zilveren medaille gewonnen.

Parler

Parler à deux du sport:

• Tu fais quel sport?
  
• Tu t'entraînes combien de fois par semaine?
• Tu t'entraînes où?
• Quel est le sport que tu détestes? Explique!

Réponses ex. 6

- Je fais du tennis                                      

- Je m'entraîne une fois par semaine.

- Je m'entraîne dans mon club.

- Je déteste la Formule 1

Notez!

Voetballen =  - faire du foot /jouer au foot

Volleyballen = faire du volley/jouer au volley

Zwemmen = faire de la natation

Dansen = faire de la danse

Waterpoloën = faire du waterpolo

LA FIN

MERCI POUR VOTRE ATTENTION!

Qu'est-ce que tu as appris?

Pour demain: 

Faire: 7

Appr.: Vocabulaire B fr-néerlandais