Les 2: schetsen / moodboards Dromen

Dromen 
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with text slides and 11 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Dromen 

Slide 1 - Slide

Opdrachten vandaag:
- uitleg werkproces bevo
- supersnelle associatie opdracht
- schetsen bekijken
- moodboard maken

Slide 2 - Slide

Wat leer ik vandaag?
- ik leer hoe het proces eruit ziet van bevo
- ik leer om te associëren 
- ik leer om te schetsen
- ik leer om een moodboard te maken

Slide 3 - Slide

Uitleg bevo werkproces
- gedachten / woordspin 
- schetsen
- nog meer schetsen
- experimenteren / proefjes 
- uitwerken en presenteren 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Een woord….wat denk jij daarbij?

Slide 6 - Slide

Schetsen
Huiswerk was om vandaag 10 schetsen af te hebben, wat heb je gemaakt?

Slide 7 - Slide

Schetsen hoe 
doe je dat?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Beroepsdromer
Sommige mensen hebben van dromen en fantaseren hun beroep gemaakt. De kunstenaar Henri van Herreweghe is zo’n beroepsdromer.
Hij droomt veel over vliegen en verzint allerlei manieren om te vliegen. Daar maakt hij kunst­ werken over. Hij vond dat hij als kunstenaar een fantasienaam moest hebben die daarmee te maken heeft. De vliegtuigmaatschappij Panamerican Airlines bracht hem op een idee. Zijn kunstenaars­ naam werd Panamarenko. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Moodboard 

Slide 21 - Slide

Tips maken van moodboard
- bijna geen ‘wit’ meer te zien 
- je laat een sfeer zien
- afbeeldingen, kleuren, evt. Stofuitdrukking, paar steekwoorden,…
- kan digitaal gemaakt worden of op papier

Slide 22 - Slide

Beeldaspect 
Compositie

Slide 23 - Slide

Wat is compositie?
Compositie is de manier waarop de onderdelen van een kunstwerk geordend worden. 
Iedere compositie heeft een ander effect op het kunstwerk.



Johannes Vermeer, Meisje met de 
parel ± 1665-1667, olieverf op doek

Slide 24 - Slide

Symmetrische compositie
Een symmetrische compositie wordt gekenmerkt doordat het werk is te verdelen in 2 helften die min of meer elkaars spiegelbeeld zijn. Dat kan heel precies, maar dat hoeft niet. De spiegeling kan horizontaal, verticaal of diagonaal zijn. 
Symmetrie heeft een statisch (rustig, stilstaand) effect.

Slide 25 - Slide

Asymmetrische compositie
Is er geen symmetrie aanwezig dan noemen we de compositie asymmetrisch. Het heeft een dynamisch (druk, beweeglijk) effect.

Slide 26 - Slide

Centrale compositie
Als je aandacht naar het midden van het beeldvlak wordt getrokken, spreken we van een centrale compositie. 
Een centrale compositie heeft een statisch effect.

Slide 27 - Slide

Geometrische compositie
In de compositie zijn geometrische vormen te herkennen, zoals een rechthoek, cirkel of driehoek. 
Een geometrische compositie heeft een statisch effect.

Slide 28 - Slide

Driehoeks compositie
In de compositie is de vorm van een driehoek te herkennen. De belangrijkste onderdelen in de voorstelling zijn binnen deze driehoek geplaatst. Een driehoekscompositie kan een statisch of dynamisch effect hebben, afhankelijk van de voorstelling.

Statisch

Slide 29 - Slide

Over-all compositie
Alle onderdelen van de compositie zijn hetzelfde, doen patroonachtig aan en staan verspreid over het beeldvlak. 
Ze lijken buiten het schilderij tot in het oneindige door te kunnen gaan.
Het kan een statisch of dynamisch effect hebben, afhankelijk van de voorstelling.

Slide 30 - Slide

Horizontale compositie
De onderdelen van een compositie zijn vooral horizontaal gerangschikt, Een horizontale compositie heeft een statisch effect. 


Slide 31 - Slide

Verticale compositie
De belangrijkste onderdelen zijn in een verticale lijn geordend, van boven naar beneden. Ook dit heeft een statisch effect. 



Slide 32 - Slide

Diagonale compositie
In een diagonale compositie zijn de onderdelen diagonaal geordend of er zit een diagonale richting in. 
Dit heeft een dynamisch effect.


Slide 33 - Slide

Herhaling 
Wanneer gelijksoortige vormen, kleuren en lijnen op een regelmatige manier in een compositie terugkomen.
Het kan een statisch of dynamisch effect hebben, afhankelijk van de voorstelling.


Slide 34 - Slide

Dynamische compositie
Een compositie waar beweging in zit of in lijkt te zitten. Bijvoorbeeld door diagonale lijnen en uitstekende delen. Dit heeft een dynamisch effect. 


Slide 35 - Slide

Statische compositie
In een statische compositie zit geen beweging, het is rustig en in evenwicht. 

Dit krijg je door het gelijkmatig toepassen van verticale en horizontale richtingen - weinig beweeglijke vormen te gebruiken - vormen en kleuren gelijkmatig te verdelen - weinig contrasten te gebruiken.

Slide 36 - Slide

Afsnijding 
Een gedeelte van de afbeelding staat niet op het beeldvlak, het wordt door het de rand afgesneden.
Hierdoor ontsaat het effect van ruimte/diepte.

Slide 37 - Slide

Overlapping compositie
De onderdelen van een compositie staan achter andere onderdelen, waardoor je die andere onderdelen maar gedeeltelijk ziet. 
Daardoor lijkt het of de vormen achter elkaar in de ruimte staan. Hierdoor ontsaat het effect van ruimte/diepte.

Slide 38 - Slide

Theorie

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video