What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Tekstverbanden en signaalwoorden
Slide 1 - Slide
Doelen
- Ik ken en herken de verschillende tekstverbanden.
(B/K: 3, M:4, H/V:5)
- Ik kan de verschillende tekstverbanden herkennen aan signaalwoorden.
Slide 2 - Slide
Sleep het signaalwoord naar het juiste tekstverband
Opsommend
tegenstellend
chronologisch
Vervolgens
Desondanks
Later
Wanneer
Slide 3 - Drag question
Zet de signaalwoorden bij het juiste tekstverband.
Toelichtend
Opsommend
Bijvoorbeeld
Zoals
Verder
Ook
: , en
Denk aan
Slide 4 - Drag question
Wat is geen tekstverband?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
voorbeeld
D
doel
Slide 5 - Quiz
Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband 'tijdsvolgorde'?
A
terwijl
B
daarnaast
C
toch
D
mits
Slide 6 - Quiz
Welk tekstverband hoort niet bij het tekstverband 'opsomming'?
A
Terwijl
B
Daarna
C
Verder
Slide 7 - Quiz
Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
samenvatting
echter
maar
ook
samenvattend
daarnaast
kortom
Slide 8 - Drag question
Zoek
het tekstverband:
Vroeger hield hij van pasta, maar tegenwoordig houdt hij meer van pizza.
n.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
chronologie
D
toelichting
Slide 9 - Quiz
Ten eerste
Om te beginnen
Maar
Toch
En
Ook
Hoewel
Ten slotte
Verder
Echter
Opsommend tekstverband
Tegenstellend tekstverband
Tegenover
Slide 10 - Drag question
Sleep de zinnen naar het goede tekstverband
Opsomming
Tijdsvolgorde
Tegenstelling
Ria houdt van kegelen. Ze houdt ook van Pierre.
Max drinkt altijd Rivella voordat hij sport.
Sara rijdt paard, maar ze valt er steeds af.
Slide 11 - Drag question
Tekstverbanden, het woord 'maar' hoort bij een .......tekstverband
A
opsommend
B
toelichtend
C
tegenstellend
D
chronologisch
Slide 12 - Quiz
Zoek het
tekstverband:
Hij houdt van pannenkoeken, maar niet van pizza.
n.
A
tijdsvolgorde
B
tegenstelling
C
oorzaak- gevolg
Slide 13 - Quiz
Tekstverband = toelichtend
Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
ook
bijvoorbeeld
zo
maar
Slide 14 - Drag question
Zoek
tekstverband:
Hij heeft geen zin dus hij gaat niet mee.
A
argument
B
conclusie
Slide 15 - Quiz
Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden.
Wat is het tekstverband?
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband
D
Concluderend verband
Slide 16 - Quiz
More lessons like this
tekstverbanden en signaalwoorden
April 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
tekstverbanden en signaalwoorden
October 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Tekstverbanden 2 vwo
May 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Tekstverbanden 2 vwo
January 2025
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Leesvaardigheid signaalwoorden
January 2025
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Tekstverbanden 2 vwo
September 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
FormaCheck H3 & H4: tekstverbanden & signaalwoorden
May 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Talent lezen 5.3 Les 2
May 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2