Les 7 Samenstellingen en tussenletters

Taalverzorging les 
Samenstellingen en 
Tussenletters
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Taalverzorging les 
Samenstellingen en 
Tussenletters

Slide 1 - Slide

DOEL

1. Je kunt samenstellingen herkennen.


2. Je kunt een klinkerbotsing herkennen en vervolgens de samenstelling correct spellen.


3. Je kunt tussenletters in samenstellingen

goed spellen.






Slide 2 - Slide

Maak een samenstelling van de woorden:
stoel + dans

Slide 3 - Open question

Maak een samenstelling van de woorden:
buur + ruzie

Slide 4 - Open question

Maak een samenstelling van de woorden:
boodschap + kar

Slide 5 - Open question

Samenstellingen

Twee of meer bestaande woorden die aan elkaar een nieuw woord vormen.


Bijvoorbeeld:

fiets + tas = fietstas

Slide 6 - Slide

Samenstellingen

Soms moet je tussenletters gebruiken om een goede samenstelling te maken.


fiets + maker = fietsenmaker

beer + sterk = beresterk

dorp + café = dorpscafé

Slide 7 - Slide

Bij klinkerbotsingen
  • zee-eend
  • toe-eigenen
  • foto-onderschrift

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Hoe schrijf je: stereoinstallatie
A
stereo-installatie
B
stereoinstalatie
C
stereoïnstalatie
D
stereo-instalatie

Slide 10 - Quiz

Hoe maak je de samenstelling:
beer + gezellig
A
berengezellig
B
beregezellig
C
beergezellig
D
beregezellie

Slide 11 - Quiz

Hoe schrijf je: autoonderdelen
A
autoonderdelen
B
auto-onderdelen
C
autonderdelen
D
autoönderdelen

Slide 12 - Quiz

Hoe schrijf je: astmaaanval
A
astmaanval
B
astmaáanval
C
astma-aanval
D
stamaanval

Slide 13 - Quiz

Bekijk de strip

Slide 14 - Slide

Uit welke twee woorden is het woord hondenpoep samengesteld?

Slide 15 - Open question

0

Slide 16 - Video

Tussenletters -en-

kort samengevat


Het eerste woord heeft altijd een meervoud op -en.


Bijvoorbeeld:

krantenbezorger - kippensoep - rozengeur

Slide 17 - Slide

Tussenletter -e-

kort samengevat


Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is.

Het eerste woord heeft een versterkende betekenis.

Het eerste woord heeft meervoud op -en én op -s.


Bijvoorbeeld:

Koninginnedag - apetrots- secondewijzer

Slide 18 - Slide

Tussenletter -s-

kort samengevat


De tussenletter -s- kun je meestal horen.

Begint het tweede woord ook met een s- of s-klank, vervang dan het tweede woord om de tussenletter -s- te horen.


Bijvoorbeeld:

meningsverschil - varkensstal / varkensvlees

Slide 19 - Slide

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
reuzegroot
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 20 - Quiz

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
breedtegraad
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 21 - Quiz

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
zonnebril
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 22 - Quiz

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
dieptepunt
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 23 - Quiz

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
beresterk
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 24 - Quiz

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
maneschijn
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 25 - Quiz

ambassadeurswoning
A
met tussen-s
B
zonder tussen-s

Slide 26 - Quiz

bedrijfsspionage
A
met tussen-s
B
zonder tussen-s

Slide 27 - Quiz

verzekeringspolis
A
met tussen-s
B
zonder tussen-s

Slide 28 - Quiz

hardloopschoenen
A
met tussen-s
B
zonder tussen-s

Slide 29 - Quiz

sloper + hamer =

Slide 30 - Open question

aannemer + bedrijf =

Slide 31 - Open question

zon + bloem =

Slide 32 - Open question

rood + kool =

Slide 33 - Open question

heide + landschap =

Slide 34 - Open question

hond + brok =

Slide 35 - Open question

koning + dag =

Slide 36 - Open question

meisje + schoenen =

Slide 37 - Open question

aap + trots =

Slide 38 - Open question

ontmoeting + centrum =

Slide 39 - Open question

GELEERD?

1. Je kunt samenstellingen herkennen.

2. Je kunt een klinkerbotsing herkennen en vervolgens de samenstelling correct spellen.

3. Je kunt tussenletters 
in samenstellingen 
goed spellen
spelling: samenstellingen en tussenletters

Slide 40 - Slide