oefentoets chapitre 3 2H

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Ik

Jij

Hij

Zij (👩🏼)

Wij / Men

Wij

Jullie / U

Zij (👩🏼👩🏼)

Zij (👨🏽👨🏽)

Je

Tu

Il

Elle

On

Nous

Vous

Ils

Elles

Welke zin staat in de verleden tijd (imparfait)?

1. Tu fêtes ton anniversaire?
2. Julien achète un cadeau.
3. Hier, je faisais du foot
4. ils vont célébrer ton anniversaire

Welke zin staat in de verleden tijd (imparfait)?

1. Je te donnais un cadeau
2. Elle prend un gâteau.
3. Tu veux un apéritif?
4. On a écouté de la musique

Wat is de betekenis van:
J'avais

1. ik ging
2. ik had
3. ik deed
4. ik was

Wat is de betekenis van:
Nous organisions

1. wij organiseren
2. wij organiseerden
3. wij hebben georganiseerd
4. wij gaan organiseren

Joachim: Salut, comment était ton anniversaire Sara?
Sara : J’étais trop contente. J'avais un anniversaire magnifique.
Joachim: Il y avait des amies chez toi?
Sara: Oui, nous étions 5. Mes amies adoraient la tarte que ma mère a fait.

Imparfait

Je

Tu

il,elle,on

Nous

Vous

Ils, elles

faisais

faisais

faisait

faisions

faisiez

faisaient

Combineer de personen met de juiste uitgangen (imparfait)

-ais

-ais

- ait

- ions

- iez

-aient

Je

Tu

il/elle/on

Nous

Vous

Ils / elles

Ik weet hoe ik de imparfait (v.t.) maak ik het Frans

😒🙁😐🙂😃

Op welke drie manieren kun je een vraag formuleren in het Frans?

Tu veux un cadeau, Jeanne?
is een vraagzin. Welke vraagzinnen kloppen ook?

1. Qu'est-ce que tu veux un cadeau, Jeanne?
2. Est-ce que tu veux un cadeau, Jeanne?
3. Veux-tu un cadeau, Jeanne?
4. Est-ce que veux-tu un cadeau, Jeanne?

Est-ce que tu aimes jouer au foot?

Aimes-tu jouer au foot?

Tu aimes jouer au foot?

Vraagteken einde v/d zin en vragend uitspreken

Omdraaien ond. + ww en koppelteken

Est-ce que begin v/d zin

Vraagteken einde v/d zin en vragend uitspreken

Omdraaien ond. + ww en koppelteken

Est-ce que begin v/d zin

Ik weet hoe ik op 3 manieren een vraag kan maken in het Frans

😒🙁😐🙂😃

C'est quand ton anniversaire?