This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Hoeveel seconden zitten er in een minuut?
A
60 sec
B
50 sec
C
70 sec
D
80 sec
Slide 1 - Quiz
This item has no instructions
Hoeveel minuten zitten er in een uur?
A
60
B
50
C
30
D
70
Slide 2 - Quiz
This item has no instructions
Hoeveel seconden zitten er in een uur?
A
3200
B
3600
C
3700
D
3500
Slide 3 - Quiz
This item has no instructions
Hoe heb je dat berekend?
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Hoeveel minuten zitten er in 1 dag?
A
1400
B
1440
C
1450
D
1460
Slide 5 - Quiz
This item has no instructions
Hoe heb je dat berekend?
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
De ouders van Geoffrey zeggen bij elk stuk fruit dat je eet mag je 5 minuten gamen. Hoeveel stukken fruit moet Geoffrey eten als hij 2 uur wilt gamen?
De ouders van Geoffrey zeggen bij elk stuk fruit dat je eet mag je 5 minuten gamen. Hoeveel stukken fruit moet Geoffrey eten als hij 2 uur wilt gamen?
Je begint met de 5 minuten. Hoe veel fruit moet je dan eten? Eerst 10 stukken fruit. Dan heb je 50 min. Dan nog 2 stukken fruit erbij. Dan heb je 1 uur en 12 stukken fruit.
Om 2 uur te krijgen verdubbel je aan beide kanten. Dus 1 uur wordt 2 uur en 12 stukken fruit wordt 24 stukken fruit.
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Om je zakgeld te krijgen moet je elke week 3600 seconden aan klusjes uitvoeren. Elk klusje kost 10 minuten. Hoeveel klusjes moet je dan uitvoeren?
Slide 8 - Slide
3600 seconden is 60 minuten
Elk klusje kost 10 minuten
60 :10 is 6
Dus ik moet 6 klusjes uitvoeren
Een kaars brandt op in 4 uur en 20 min.
Heeft nu 2 uur en 80 seconden gebrand.
Hoe lang duurt het nu nog voordat de kaars is opgebrand?
Slide 9 - Slide
Eerst de 2 uur van de 4 afhalen dat is 2 uur
80 seconden is 1 minuut en 20 seconden
20 minuten min 1 minuut is 19 minuten
20 seconden over. 60 seconden in 1 minuut. 60 -20 is 40. Dat houd je dan nog over.
19 min - 20 seconden is 18 minuten en 40 seconden.
Totaal: 2 uur 18 minuten en 40 seconden.
Hoe goed denk je dat je de stof nu snapt?
Geef een cijfer van 1 (snap er nog niet veel van) tot 10 (ik snap het helemaal en heb geen vragen meer)