4.1 Het skelet + 4.2 Botten

Welkom! Wat wordt van je verwacht bij binnenkomst?
- Kom rustig binnen en ga direct naar je werkplek (klasopstelling).

- Jassen op de gang? Oortjes/kauwgom uit? Tablet blijft in de tas.

- Kletstijd tot timer afloopt of je docent dat aangeeft (stoplicht).

- Werkspullen voor je.

- Start van het leesmoment (lezen theorie uit je lesboek).

- Daarna: vragenuitleg en zelfstandig werken.
timer
1:00
1 / 50
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom! Wat wordt van je verwacht bij binnenkomst?
- Kom rustig binnen en ga direct naar je werkplek (klasopstelling).

- Jassen op de gang? Oortjes/kauwgom uit? Tablet blijft in de tas.

- Kletstijd tot timer afloopt of je docent dat aangeeft (stoplicht).

- Werkspullen voor je.

- Start van het leesmoment (lezen theorie uit je lesboek).

- Daarna: vragenuitleg en zelfstandig werken.
timer
1:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Thema 4 -
4.1 Het Skelet
Boek B - blz. 8

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

leerdoelen 4.1 en 4.2
4.1 Je kunt de functies van het skelet noemen.

4.1 Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.

4.2 Je kunt de kenmerken van bot en van kraakbeen noemen.

4.2 Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Weet je nog van het vorige thema?

 
Zoogdieren hebben een inwendig skelet met een wervelkolom. Mensen zijn zoogdieren en hebben dus ook een inwendig skelet.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Gewervelden 
-Tweezijdig symmetrisch
-Inwendig skelet
Basis van het skelet is de wervelkolom
Deze bestaat uit wervels

                                           Wervelkolom mens ->

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Skelet
Gewervelde dieren hebben een inwendig skelet.

Het skelet heeft een wervelkolom die is opgebouwd uit wervels.

Slide 6 - Slide

Ongeveer 1 op de 50 diersoorten heeft een wervelkolom -> de gewervelden.
Vier functies van het skelet
1. Stevigheid geven

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

1. Stevigheid geven

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

2. Bescherming bieden

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

3. Vorm geven aan het lichaam
Vorm en functie hangen altijd samen!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

4. Beweging mogelijk maken (samen met de spieren)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Anatomie = bestuderen structuren van het lichaam
  • Namen van de botten moet je kennen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Het skelet (blz. 8)
  • 200 Beenderen in ons geraamte.
  • Degene uit de afbeelding moet je kennen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De romp bestaat uit 4 gebieden
De schoudergordel:
2 Sleutelbenen en 2 schouderbladen

De borstkas:
Borstwervels, ribben en borstbeen

De wervelkolom:
Wervels, heiligbeen en staartbeen

Het bekken / de bekkengordel:
2 heupbeenderen en heiligbeen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

4.2 De bouw van botten
Je kunt de kenmerken van bot en van kraakbeen noemen.

Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Twee typen weefsels in het skelet
Kraakbeenweefsel: Erg soepel en buigzaam;
Botweefsel of beenweefsel: Erg stevig en stug.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Lijmstof en kalk
Kraakbeenweefsel:  bevat veel lijmstof (collageen) wat het buigzaam maakt.
Botweefsel: Kalkzouten (kalk) om het hard en stevig te maken + een beetje lijmstof (collageen) voor een béétje buigzaamheid.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

kraakbeen
- In je neus en oorschelpen.
- Tussen je ribben en je borstbeen.
- Tussen de wervels in de wervelkolom.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Waarom breken oudere mensen vaker botten?
Hoe ouder je wordt, hoe minder lijmstof en meer kalkzouten er in je botten zitten.

Waarom zorgt die verandering voor het sneller breken van botten?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

En baby's dan?
Het skelet van een baby is vooral kraakbeen. De botten die ze hebben, hebben veel lijmstof en weinig kalkzout.
Waarom zou dat zo zijn?


Tijdens de groei van een baby 
wordt dit kraakbeen vervangen door been.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Ouder worden
De botten van baby's en kinderen bevatten dus nog veel lijmstof.

Bij het ouder worden neem te hoeveelheid lijmstof in de botten af. In verhouding tot het kraakbeen neemt de hoeveelheid kalk toe naarmate iemand ouder wordt.

De botten worden daardoor steeds minder buigzaam.
Bij oudere mensen breken de botten gemakkelijker dan bij jonge mensen.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nu al?
Wat quizvragen!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Volwassenen hebben meer botten dan baby's?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is géén functie van ons skelet?
A
Je skelet maakt je lichaam stevig en geeft vorm
B
Je skelet zorgt ervoor dat we kunnen denken
C
Je skelet beschermt organen
D
Je skelet zorgt ervoor dat spieren kunnen werken

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Het skelet is een ...
A
organisme
B
orgaanstelsel
C
orgaan
D
cel

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit uit...?
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Het skelet van een baby bestaat uit ...?
A
100 botten
B
350 botten
C
206 botten
D
75 botten

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ander woord voor wervelkolom?
A
Rug
B
Borstkas
C
Ruggengraat

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Waaruit bestaat de wervelkolom?
A
wervels
B
wervels, heiligbeen
C
wervels, staartbeen,borstbeen
D
wervels, heiligbeen,staartbeen

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt er beschermd door onze borstkas?
A
Maag en nieren
B
Hart en longen
C
Hersenen
D
Darmen en maag

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Waar kan je lichaam door
bewegen?
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Welke functies heeft ons skelet?
A
Vormgeven, bescherming en stevigheid
B
Vormgeven, stevigheid en beweging
C
Beweging, vormgeven, stevigheid en bescherming

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions


Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions


Wat wordt aangegeven met 2?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions


Wat wordt aangegeven met 3?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions


Wat wordt aangegeven met 1?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Noem eens een ander woord voor botten?
A
Skelet
B
Beenderen
C
Geraamte

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions


Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1 = schouderblad 2 = ribben
B
1 = sleutelbeen 2 = schouderblad
C
1 = schouderblad 2 = sleutelbeen
D
1 = ribben 2 = sleutelbeen

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Sleep naar de botten die je 
ziet op de röntgenfoto:
Spaakbeen
Elleboog
Ellepijp



middenhands
beentjes



handwortel
beentjes

Slide 42 - Drag question

This item has no instructions

Waarvan zijn je botten gemaakt
A
Lijmstof en kleurstof
B
Kleurstof en Kalkstof
C
Kalkstof en lijmstof
D
Kleurstof en kalkstof

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Lijmstof zorgt ervoor dat een bot buigzaam is en kalkstof zorgt ervoor dat een bot hard is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Zit er in de botten van bejaarden meer lijmstof dan kalkstof?
A
ja
B
nee

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

De beenderen van een kind bevatten meer lijmstof dan de beenderen van een oud persoon.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Slide 47 - Video

This item has no instructions

Slide 48 - Video

This item has no instructions

Aan de slag!
Thema 4, basisstof 1 (pagina 8)
Opdrachten 1 t/m 8 maken en nakijken

basisstof 2
Opdrachten 1 t/m 7 maken en nakijken

Strijders
Plus-opdrachten en samenhang



Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Proefje opbouw van botten
- 1 botje, 20-30 minuten op 220' graden Ovenstand laten bakken. NB, gebruik straks ovenhandschoen om schaal eruit te halen! 
of in vuur verbranden. 

- 1 botje in glazen potje (anders plastic bakje). Giet er zoveel
(schoonmaak)azijn in dat het botje helemaal in de vloeistof is. 


- 1 botje doe je niks mee (bewaar met gebakken botje in een bakje in de koelkast)



Slide 50 - Slide

This item has no instructions