woordenschat beeldspraak 2h

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

woordenschat beeldspraak

Is in de grap op de vorige dia sprake van beeldspraak? waarom wel/ niet?

soorten beeldspraak:

Metafoor

Vergelijking

Personificatie

Geef een voorbeeld van een personificatie

Geef een voorbeeld van een metafoor

Oefenen met spreekwoorden

In spreekwoorden worden vaak vergelijkingen gebruikt, ook zijn het vaak metaforen. 

Je moet de verschillende uitdrukkingen en spreekwoorden uit het hoofd leren en de betekenissen leren. 

De laatste loodjes wegen het zwaarst. betekenis:

1. Ze heeft er enorm veel spijt van.
2. Het laatste gedeelte van iets is het moeilijkst.
3. Hij doet zijn best niet
4. Ze zegt wat ik net wilde zeggen.

Hij heeft een .... van een conditie

1. draak
2. duin
3. dijk
4. topper

Dat is een ... van een film.

1. wolk
2. dijk
3. draak
4. huis

Ze trekt zich de haren uit het hoofd

1. Ze heeft er enorm veel spijt van.
2. Het probleem leek heel groot, maar viel uiteindelijk mee.
3. Hij doet zijn best niet
4. Ze zegt wat ik net wilde zeggen.

Zo slim als een:

1. spin
2. vos
3. beer
4. varken

Zo ziek als een

1. hond
2. kat
3. aap
4. oude man

Het loopt met een sisser af.

1. Ze zegt direct wat ze denkt, zonder erbij na te denken.
2. Ze zegt wat ik net wilde zeggen.
3. Het probleem leek heel groot, maar viel uiteindelijk mee.
4. Het levert dubbel voordeel.

welke is incorrect?

1. Zo brutaal als de beul
2. Zo fris als een hoentje
3. Zo lekker als een kip
4. Zo licht als een veertje

Wat betekent: "Hij gooit er met de pet naar."

Wat betekent: "Dat is het neusje van de zalm."

Zijn landerijen liggen [aan de voet van de berg].

1. metafoor
2. personificatie
3. vergelijking

Toen hij ging zitten, gaf de stoel een diepe zucht en viel toen uit elkaar.

1. Toen hij ging zitten = personificatie
2. gaf de stoel een diepe zucht = metafoor
3. gaf de stoel een diepe zucht = personificatie
4. viel toen uit elkaar = metafoor

woordbetekenissen

Wat is de betekenis van "gangbaar"

1. begaanbaar
2. verstaanbaar
3. bewijs
4. gewoon

Wat is de betekenis van: "onderhevig"

1. gebonden
2. bestaanbaar
3. gekweld
4. verstaan

Wat is de betekenis van: Jan en alleman

1. de mensheid
2. iedereen
3. mensen
4. alle aanwezigen

Wat is de betekenis van: non-verbaal

1. stom
2. in gebaren
3. verdoofd
4. toonloos

Wat is de betekenis van: lucratieve

1. verfijnde
2. winstgevende
3. hedendaagse
4. tegendraadse

Wat is de betekenis van: uitvalsbasis

1. vertrekpunt
2. compound
3. centrale hal
4. dwarsdoorsnede

Wat is de betekenis van: animo

1. duidelijkheid
2. stress
3. overdaad
4. belangstelling

Ben je voldoende voorbereid op een toets lezen/ woordenschat?

erg goed voorbereid

goed voorbereid

gemiddeld

beperkt voorbereid

slecht voorbereid