This lesson contains 39 slides, with text slides and 2 videos.
Items in this lesson
6.2
Het koninkrijk Engeland
Slide 1 - Slide
Aan het eind van deze les kun je:
- uitleggen waarom en hoe de Normandiërs Engeland veroverden.
- uitleggen welke gevolgen de centralisatie in Engeland had voor de macht van de koning, de adel en de kerk
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
Titel van de alinea::
belangrijke begrippen:
wie
wat
waar
wanneer
waarom
hoe
Verzamelde informatie:
Aan de slag met samenvatten van grote stukken tekst.
Handige methode om iets samen te vatten: De Cornellmethode
Deel een pagina in je schrift in op deze manier:
Slide 5 - Slide
De slag bij Hastings
belangrijke begrippen:
wie
wat
waar
wanneer
waarom
hoe
Slide 6 - Slide
Aan de slag
Mk opdr 1 t/m 5
Slide 7 - Slide
Steeds meer centraal bestuur
Veranderingen in de Late Middeleeuwen
Steden belangrijker
Adel minder machtig
Paus bemoeide zich alleen met kerk
Vorsten kregen meer macht
Slide 8 - Slide
Steeds meer centraal bestuur
GEVOLG: Veranderingen in het bestuur
Vroege ME
Late ME
vorsten reisden rond
vorsten besturen vanuit 1 plaats (centralisatie)
overal andere wetten en regels
overal zelfde wetten en belastingen (staatsvorming = landen met duidelijke grenzen)
= LEENSTELSEL
= CENTRAAL BESTUUR
Slide 9 - Slide
Centraal bestuur en staten
centraal bestuur = Bestuur vanuit één plaats; overal in het land gelden dezelfde wetten en belastingen.
Hierdoor ontstonden staten = Een land met duidelijke grenzen waarin overal dezelfde wetten en regels gelden.
De overgang van het leenstelsel naar een centraal bestuur duurde eeuwen en verliep soms moeilijk.
Slide 10 - Slide
Waarom wilde koningen hun gebied centraal besturen?
centraal bestuur > vanaf één plek besturen met overal dezelfde wetten en belastingen
willen niet meer rondreizen
overal dezelfde regels en wetten
Slide 11 - Slide
Titel van de alinea::
belangrijke begrippen:
wie
wat
waar
wanneer
waarom
hoe
Verzamelde informatie:
Aan de slag met samenvatten van grote stukken tekst.
Handige methode om iets samen te vatten: De Cornellmethode
Deel een pagina in je schrift in op deze manier:
Slide 12 - Slide
Centraal bestuur (Centralisatie)
belangrijke begrippen:
wie
wat
waar
wanneer
waarom
hoe
Slide 13 - Slide
Aan de slag
Mk opdr 6
Slide 14 - Slide
Moordmysterie
Slide 15 - Slide
Leerdoelen
Je leert deze les over een historische gebeurtenis
Je leert deze les om te werken met bronnen
Je leert onderzoeksvaardigheden
Slide 16 - Slide
Herhaling vorige week
Weet je dit nog?
Normandiërs veroveren Engeland
Hendrik II
Magna Carta
Slide 17 - Slide
Wie heeft Thomas Becket vermoord?
Slide 18 - Slide
Crime scene
Op 29 december 1170 is een lichaam gevonden
Dit lichaam werd gevonden in de kathedraal van Canterbury (VK)
Lichaam is van de 52 jarige Thomas Becket
Slide 19 - Slide
Thomas Becket
Was een goeie vriend en adviseur van Koning Hendrik II
De koning maakte hem aartsbisschop
Aartsbisschop van Canterbury
Slide 20 - Slide
Wat gaan we doen?
Op de volgende slide staat een schema, deze gaan we gezamenlijk invullen.
Aan de hand van bronnen gaan we onderzoeken wie de moord heeft gepleegd
Slide 21 - Slide
Neem dit schema over
Wie
Waarom zijn ze blij dat Thomas Becket dood is?
Wijnhandelaar Edward
Monnik Anselmus
4 ridders
Bedelaar Baldrik
Gerard van Wales
2 hertogen
3 priesters
Koning Hendrik II
Slide 22 - Slide
Wijnhandelaar Edward
'Nou, erg vroom vond ik hem niet. Voordat hij aartsbisschop was, zette hij altijd de bloemetjes buiten. En als geestelijke dronk hij nog altijd graag een glaasje. Ik heb goed aan hem verdiend'.
Slide 23 - Slide
Monnik Anselmus
'Het is schandalig dat koning Hendrik onze bisschop het leven zo zuur maakte. Deze dood verdiende hij niet. Alle monniken in Canterbury zijn er kapot van. Maar we zijn ook blij dat onze bisschop de marteldood is gestorven. Nu hebben we een echte heilige in ons midden.'
Bron 34.
Slide 24 - Slide
Vier ridders
'We zijn niet zo lang geleden tot ridder geslagen en zien het als onze taak om de koning te dienen. Wat hij beveelt voeren wij uit. Onze leraren waren natuurlijk geestelijken, maar dat waren niet zulke lastige types als deze aartsbisschop. Goed dat de koning dat zelf ook heeft ingezien.'
Bron 35.
Slide 25 - Slide
Gerard van Wales
'Tja, ik ben geestelijke en kroniekschrijver van de koning. Maar als ik uiteindelijk moest kiezen, dan kies ik de kant van de geestelijke macht. Thomas Becket was misschien een moeilijk mens, hij vocht tenminste met woorden en niet met wapens in zijn strijd met de koning.'
Bron 36.
Slide 26 - Slide
Bedelaar Baldrik
'Wat een rotzak was die zogenaamde aartsbisschop van ons, hij gaf me nooit een aalmoes. Van politiek weet ik niks. Het enige wat ik weet, is dat ik de aartsbisschop niet kon uitstaan. Als ik niet kreupel was geweest, had ik hem zelf misschien iets aangedaan.'
Bron 37.
Slide 27 - Slide
Twee hertogen
'Die woede-uitbarstingen van de koning zijn wij wel gewend. We nemen hem op zo'n moment niet echt serieus. Maar toch, in die hele kwestie waren wij het in principe met de koning eens. Die vervelende geestelijken ook altijd... Maar ja, je moet ze te vriend houden.'
Bron 38.
Slide 28 - Slide
Drie priesters
'Wij zijn intens bedroefd. De aartsbisschop was ons grote voorbeeld. Wij hopen dat de koning onze aartsbisschop de laatste eer komt bewijzen. Dat is het minste wat hij kan doen.'
Bron 39.
Slide 29 - Slide
Koning Hendrik II
'Niet alleen mijn grootste vijand, maar ook een van mijn beste raadgevers is vermoord. Toen ik tijdens een van mijn woedeaanvallen riep 'Ik zou dat iemand mij van die lastige geestelijke verloste', bedoelde ik dat natuurlijk niet letterlijk. Jammer dat dat wel zo is opgevat.'
Bron 40.
Slide 30 - Slide
Streep de namen van mensen door die waarschijnlijk niets te maken hebben met de dood van Thomas Becket. Wie blijven er over?
Slide 31 - Slide
Schrijf van die mensen op waarom ze blij zijn dat Thomas Becket dood is.
Slide 32 - Slide
Trek een conclusie over hoe, door wie en waarom Thomas Becket vermoord is.
Slide 33 - Slide
Wie is onze moordenaar?
Slide 34 - Slide
Koning H.
Slide 35 - Slide
Lesevaluatie
Hoe ging het?
Wat hebben jullie geleerd?
Slide 36 - Slide
Titel van de alinea::
belangrijke begrippen:
wie
wat
waar
wanneer
waarom
hoe
Verzamelde informatie:
Aan de slag met samenvatten van grote stukken tekst.
Handige methode om iets samen te vatten: De Cornellmethode