workshop 30 Logopedie

workshop 30 Logopedie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides and 6 videos.

Items in this lesson

workshop 30 Logopedie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

dysartrie

Slide 6 - Slide

Dysartrie
Dysartrie is een spraakstoornis die wordt veroorzaakt door een beschadiging van het zenuwstelsel. Hierdoor werken de spieren die nodig zijn voor het ademen, de stemgeving en de uitspraak onvoldoende.

Oorzaken van dysartrie zijn bijvoorbeeld een beroerte (CVA), een hersentumor, een ongeval, een spierziekte zoals ALS (Amyotrofische Lateraal Sclerose) of een neurologische aandoening (ziekte van Parkinson). Deze aandoeningen komen voornamelijk voor bij volwassenen en ouderen, maar ook bij kinderen en jongeren kan een dysartrie ontstaan.
De communicatie bij mensen met dysartrie is gestoord, omdat ze moeilijk te verstaan zijn. Dit kan komen door een onduidelijke uitspraak, een te zachte en/of hese stem, en eentonig of nasaal (door de neus) spreken of een combinatie hiervan.
Bij een dysartrie door een beroerte is er vaak sprake van een verlamming van (een deel van) één kant van het aangezicht, waardoor de mimiek verandert. Speekselverlies of slikproblemen kunnen het gevolg zijn (zie bij slikproblemen bij volwassenen).

Slide 7 - Video

This item has no instructions

dysfagie
slikproblemen

Slide 8 - Slide

Dysfagie (slikstoornis)
Slikken is een ingewikkeld proces. Er zijn vele spieren bij betrokken. De
mond moet voldoende geopend en gesloten kunnen worden en het
gevoel in en rond de mond moet normaal zijn. Bij neurologische
stoornissen kunnen diverse problemen ontstaan in het slikproces. Er
wordt dan gesproken over een dysfagie. Zo kan speekselverlies
voorkomen doordat de spieren aan de aangedane kant niet sterk
genoeg meer zijn. Een vertraagde of afwezige slikreactie, waardoor het
voedsel niet goed de slokdarm in gaat. Vaker verslikken doordat er vocht
of voeding in de luchtpijp komt. Als iemand zicht regelmatig en ernstig
verslikt en niet altijd voldoende kracht heeft om te hoesten, kan een
longontsteking ontstaan. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

Wat doet een logopedist?
De logopedist kan met een slikonderzoek de oorzaak van de slikstoornis opsporen en vaststellen in welke fase van het slikproces de stoornis zich bevindt. 

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Eet- en drink- en slikproblemen
Deze problemen kunnen verschillende oorzaken hebben:

Niet willen eten en drinken: door bijvoorbeeld verminderde eetlust of omdat de persoon met dementie niet geholpen wil worden met eten/drinken.
Het niet begrijpen hoe of waarom te eten en drinken: doordat de persoon met dementie het eten niet herkent, de zorgverlener als een vreemde ziet en aanwijzingen niet begrijpt.
Niet kunnen eten en drinken: door bijvoorbeeld een kauw- of slikstoornis, een droge mond, gebitsproblemen. 


Slide 15 - Slide

De mond wordt gebruikt om te spreken, maar ook om te eten en te drinken. Bij personen met dementie kunnen in alle stadia van de dementie problemen ontstaan rondom het eten en drinken

Slikstoornissen kunnen ontstaan door problemen in de aansturing van de spieren of er kan sprake zijn van een plaatselijke beschadiging in de structuur van het weefsel in de mondholte (bijvoorbeeld door een operatie) waardoor het slikken minder goed gaat.
Bij slikstoornissen horen klachten als verslikken, moeite hebben met kauwen, het blijven hangen van voedsel. Slikstoornissen kunnen lichamelijke gevolgen hebben zoals ongewenst gewichtsverlies of een longontsteking. 

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Wat te doen bij slikproblemen?
  • Als een cliënt slikproblemen heeft, ga dan samen met de cliënt na welke aanpassingen het slikken makkelijker maken. Aandachtspunten hierbij zijn de houding, eet- en drinkgerei en er zijn verschillende praktische adviezen.
  • Bespreek welk eten de cliënt wel of niet mag hebben (eventueel in overleg met diëtist).
  • Leg uit welke sliktechnieken en welke houding het goed slikken bevorderen (eventueel in overleg met logopedist, fysiotherapeut, ergotherapeut).
  • Vraag welke hulpmiddelen de cliënt gebruikt (eventueel in overleg met logopedist of ergotherapeut).

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

https://www.free-learning.nl/modules/eten-drinken-slikken/index.html

Slide 18 - Slide

This item has no instructions