feiten meningen argumenten 2W

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Feit - Mening - Argument

Opbouw van de les

1. Korte opdracht over feit, mening en argument 
2. Korte uitleg over feit, mening, argument
3. Maken van Huiswerk

Doel van de les

• Je weet wat een feit is.
• Je weet wat een mening is.
• Je weet wat een argument is.

Feit/mening/argument

1. Noem een feit

een feit:

EEN FEIT

Iets waarvan zeker is dat het gebeurd is of dat het (on)waar is.

Je kan het controleren of opzoeken.

Feit/mening/argument

1. Noem een mening

een mening:

EEN MENING OF STANDPUNT

Wat je ergens van vindt.

Je gedachten over iets.

Herken je soms (lang niet altijd) aan signaalwoorden als 

                               ik vind,                naar mijn mening,

                               volgens mij,        mijns inziens,

                               lijkt mij.

Tekst

Tekst

Feit/mening/argument

1. Noem een argument

een argument:

EEN ARGUMENT

Een bewijs of verdediging/overtuiging

waarom je het doet of vindt.

Herken je aan signaalwoorden als: 

want, omdat, namelijk en immers

Maken Huiswerk

Cursus 1 Meer dan Lezen

paragraaf (TH) 6, (HA) 4, 

Opdracht 1 + 2 

Maak in je schrift 

(TH blz.37/38) (HA blz. 26/27)

apps.noordhoff.nl