G2 Latijn 25-01

• Latijn
• Voortgezet speciaal onderwijs

Programma

In deze les kijk je het huiswerk van hoofdstuk 15 na, herhaal je de stof van hoofdstuk 14 en oefen je met de stof van hoofdstuk 15. Je leert:

• De rijtjes en de vertalingen van esse en posse
• De gebruikswijzen van de genitivus en de dativus

Esse en posse

In hoofdstuk 14 heb je de rijtjes en het gebruik van de onregelmatige werkwoorden esse en posse geleerd. Vertaal de volgende 10 vormen van deze werkwoorden om te controleren of de rijtjes in je hoofd zitten. Gebruik geen boek!

Vertaal: ero

Vertaal: poteramus

Vertaal: sum

Vertaal: potes

Vertaal: eratis

Vertaal: sunt

Vertaal: es (2x)

Vertaal: poteritis

Vertaal: erunt

Esse en posse

Kon je de vormen zonder al te veel moeite vertalen? Heel goed, dan zitten de rijtjes er goed in.

Kostte het moeite en moest je vormen opzoeken? Leer dan deze week de rijtjes nog eens.

Caesar H15 ex. 15C

Vertaal nu de zinnen op de volgende slides. Schrijf bij een genitivus of een dativus steeds op van welk gebruik er sprake is. Controleer jezelf met behulp van de uitleg.

Rupem (=kloof) ingentem in Foro Romani videre poterant.

Desiderabuntne dei praedam aut aurum? Omnes nesciunt praeter Curtium.

Curtius dicit: "Virtutem et vim filiorum Romae cupiunt dei."

Post factum Curtii homines diu nihil dicere possunt.

Quis puerorum et puellarum nescit Curtii factum?

Gloriae causa semper in pugnam ire desideramus.

Conclusie

Je hebt nu de rijtjes van esse en posse herhaald en geoefend met de gebruikswijzen van de genitivus en de dativus. 

Ga nu verder met de weektaak.