Herhaling Hoofdstuk 2 Bergen naar de Zee

Van de bergen
naar de zee



Leren voor het GPW


zlb@st-maartenscollege.nl
1 / 29
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Van de bergen
naar de zee



Leren voor het GPW


zlb@st-maartenscollege.nl

Slide 1 - Slide

Welkom!
- Pak je laptop (Geen laptop? kijk met je buur mee). 
- Ga naar som dan naar vakken en dan de jaarbijlage van Aardrijkskunde. 
- Klik op hoofdstuk 2 Hier staat de samenvatting van H2. 
- download hem en klik op bewerken inschakelen. 
- Hopelijk kan je er nu op schrijven. 
Ga deze maken. (Je mag oortjes in). 
- Leg je huiswerk klaar. Ik kom dit controleren. 

Slide 2 - Slide

Geoproef
Wat gaat er gebeuren? Geef hiervoor een verklaring. 

timer
1:00

Slide 3 - Slide

Golven

Slide 4 - Slide

Eerst               Daarna           Nu
Sleep de plaatjes in de juiste volgorde. Hoe ontstonden de Alpen? 

Slide 5 - Drag question

Wat betekent exogene krachten?
A
Natuurkrachten die van binnenuit de aardkorst veranderen
B
Natuurkrachten die van buitenaf de aardkorst veranderen

Slide 6 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een exogene kracht?
A
vulkaanuitbarsting
B
Verwering
C
De botsing van twee aardplaten
D
Vorming van een gebergte

Slide 7 - Quiz

Hoger dan 1500 m.
500 tot 1500 m.
200 tot 500 m.
lager dan 200 m.
Heuvelland
Hooggebergte
Middelgebergte
Laagland

Slide 8 - Drag question

Hooggebergte
Middelgebergte
Heuvelland
Laagland

Slide 9 - Drag question

Jong gebergte
Oud gebergte
Hoge spitse toppen
Diepe dalen
Afgesleten toppen
Begroeiing

Slide 10 - Drag question

Leg in eigen woorden uit: wat is het verschil tussen verwering, erosie en sedimentatie?

Slide 11 - Open question

Wat is verwering
A
het neerleggen van gesteente
B
het uitschuren van gesteente
C
het uiteenvallen van gesteente
D
het verkleuren van een steen

Slide 12 - Quiz

Verwering
Erosie
Sedimentatie

Slide 13 - Drag question

Erosie
Verwering

Slide 14 - Drag question

Bron
Benedenloop
Bovenloop
Monding 
Middenloop

Slide 15 - Drag question

Wat heeft EROSIE met de vorming van zo'n klifkust te maken
A
Erosie zorgt juist niet voor een klifkust
B
Erosie slijt de kust af
C
Erosie vormt een aanslibbingskust
D
Erosie slijt het zachte gesteente sneller uit dan het harde

Slide 16 - Quiz

Hoefijzermeer
Sedimentatie
Lage stroomsnelheid
Erosie
Buitenbocht
Binnenbocht
Hoge stroomsnelheid

Slide 17 - Drag question

Horst
Horst
Slenk

Slide 18 - Drag question

1   =
2 = 
3 = 
4=
5=
eindmorenen 
gletsjer 
gletsjerpoort
gletsjerrivier
zijmorene

Slide 19 - Drag question

wat is firn
A
oude korrelige ijsachtige sneeuw
B
een verzameling van sneeuw hoog in de bergen
C
het afbreken van stenen

Slide 20 - Quiz

Horst
Slenk
Horst

Slide 21 - Drag question

Juist of onjuist? Sleep de uitspraak naar de juiste cirkel! 
Juist
Onjuist
De kracht van het terugstromende water bepaald of een kust een aanslibbingskust of afbraakkust is

Slide 22 - Drag question

Een aanslibbingskust ontstaat door ......................................
Sleep het goede begrip naar de juiste plek.

Een klifkust ontstaat door ...............................
Erosie
Sedimentatie

Slide 23 - Drag question

Sleep de bergippen naar de juiste plaats in de afbeelding
Gletsjer
Waterval
U-dal
Meander
Afbraakkust
Delta
Aanslibbingskust
Estuarium

Slide 24 - Drag question

Afbraakkust
Aanslibbingskust

Slide 25 - Drag question

Binnenbocht
Buitenbocht
erosie
sedimentatie
Snelle stroomsnelheid
trage stroomsnelheid
Afbraak
opbouw

Slide 26 - Drag question

Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Erosie
Sedimentatie
Meanders komen dichter bij elkaar
Rivier breekt door meanders heen
Hoefijzermeer

Slide 27 - Drag question

Mechanische verwering
Chemische verwering

Slide 28 - Drag question

Aan de slag!
  • Open je Chromebook en open de kennen- en kunnenlijst via Google Classroom
  • Lees paragraaf 1, 2, 3 & 4 + bijbehorende basisboeknummers
  • Maak de kennen en kunnenlijst 

Regels
wanneer je aan het werk bent:  
  • Je werkt alleen en in stilte.  
  • Wanneer je een vraag hebt steek je je vinger op.   


Slide 29 - Slide