This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Nederlands
Cursus 7 - §4 - Verkleinwoorden
27-09-2024
Slide 1 - Slide
Spullen klaargelegd?
Lesboek
Schrift: open op een nieuwe bladzijde.
De datum is: 27.09.24
Het onderwerp is: Cursus 7 - §4 - Spelling: verkleinwoorden
Etui/ pen
i-Pad/ tablet
Tas op de grond zo ver mogelijk onder de tafel
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Agenda
Landen en 10 min. lezen
Lesdoelen
Exit tickets vorige les/ vragen?
HW bespreken opdracht 7 verhaaltje over de foto (p. 247)
HW bespreken gedicht/ rap over meervouden
Uitleg cursus 7- §4: verkleinwoorden
HW opdracht
Slide 4 - Slide
Eerst...
lekker 10 minuten lezen!
timer
10:00
Slide 5 - Slide
Agenda
Landen en 10 min. lezen
Lesdoelen
Exit tickets vorige les/ vragen?
HW bespreken opdracht 7 verhaaltje over de foto (p. 247)
HW bespreken gedicht/ rap over meervouden
Uitleg cursus 7- §4: verkleinwoorden
HW opdracht
Slide 6 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les:
Weet ik hoe ik verkleinwoorden spel
Heb ik geoefend met het spellen van verkleinwoorden
Slide 7 - Slide
Agenda
Landen en 10 min. lezen
Lesdoelen
Exit tickets vorige les/ vragen?
HW bespreken opdracht 7 verhaaltje over de foto (p. 247)
HW bespreken gedicht/ rap over meervouden
Uitleg cursus 7- §4: verkleinwoorden
HW opdracht
Slide 8 - Slide
Agenda
Landen en 10 min. lezen
Lesdoelen
Exit tickets vorige les/ vragen?
HW bespreken opdracht 7 verhaaltje over de foto (p. 247)
HW bespreken gedicht/ rap over meervouden
Uitleg cursus 7- §4: verkleinwoorden
HW opdracht
Slide 9 - Slide
Exit- ticket vorige les
Exit- ticket vorige les deel ik nu uit.
Kijk hem na en leg hem op de hoek van je tafel totdat ik langs ben geweest.
Bij een aantal leerlingen zit er een algemene opmerking van mij bij: de rest moet je wel zelf nakijken!
Nadat ik hem gezien heb: plak je hem in je schrift!
Zijn hier nog vragen over?
Slide 10 - Slide
Agenda
Landen en 10 min. lezen
Lesdoelen
Exit tickets vorige les/ vragen?
HW bespreken opdracht 7 verhaaltje over de foto (p. 247)
HW bespreken gedicht/ rap over meervouden
Uitleg cursus 7- §4: verkleinwoorden
HW opdracht
Slide 11 - Slide
HW bespreken opdracht 7: verhaaltje schrijven over een foto (p. 247)
Ik heb ze nog niet allemaal nagekeken dus dit doen we maandag!
Slide 12 - Slide
Agenda
Landen en 10 min. lezen
Lesdoelen
Exit tickets vorige les/ vragen?
HW bespreken opdracht 7 verhaaltje over de foto (p. 247)
HW bespreken gedicht/ rap over meervouden
Uitleg cursus 7- §4: verkleinwoorden
HW opdracht
Slide 13 - Slide
moest
Slide 14 - Slide
Agenda
Landen en 10 min. lezen
Lesdoelen
Exit tickets vorige les/ vragen?
HW bespreken opdracht 7 verhaaltje over de foto (p. 247)
HW bespreken gedicht/ rap over meervouden
Uitleg cursus 7- §4: verkleinwoorden
HW opdracht
Slide 15 - Slide
Cursus 7- §4 Spelling: verkleinwoorden
Boek: pag. 251
4 oktober
Slide 16 - Slide
apps.noordhoff.nl
Slide 17 - Link
Vragen?
Slide 18 - Slide
Agenda
Landen en 10 min. lezen
Lesdoelen
Exit tickets vorige les/ vragen?
HW bespreken opdracht 7 verhaaltje over de foto (p. 247)
HW bespreken gedicht/ rap over meervouden
Uitleg cursus 7- §4: verkleinwoorden
HW opdracht
Slide 19 - Slide
Huiswerk
Voor dinsdag af en meenemen...
Maak flashcards voor minimaal 2 van de 4 paragrafen die je moet kennen, dus twee van de vier hieronder:
- Hoofletters & leestekens
- Bijvoeglijke naamwoorden
- Meervouden
- Verkleinwoorden
Slide 20 - Slide
1. Schrijven Schrijf op de voorkant van een flashcard een woord, definitie of vraag op en aan de achterkant het antwoord. Omdat je zelf schrijft onthoud je de stof sneller en beter dan dat je het typt.
2. Leren Vervolgens kun je met de flashcards gaan leren. Pak je stapel cards en beantwoord ze stuk voor stuk. Ken je een card? Dan leg je hem apart.
3. Herhalen Je leert alleen elke dag de flashcards die je nog niet kent. Heb je een flashcard die je wel kent? Dan leer je die om die drie of vijf dagen. Heb je een flashcard die je nog niet kent? Die leer je elke dag.
Flashcards
Voorkant
Achterkant
Slide 21 - Slide
Maak flashcards
Je moet voor Nederlands spellingsregels kennen en leren.
Flashcards kunnen je daarbij helpen.
Benodigdheden:
Schaar
Blaadje
Pen
Maak flashcards voor minimaal 2 van de 4 paragrafen die je moet kennen, dus twee van de vier hieronder:
- Hoofletters & leestekens
- Bijvoeglijke naamwoorden
- Meervouden
- Verkleinwoorden
Overhoor jezelf daarna (of elkaar!).
Huiswerk
Slide 22 - Slide
Herhaal flashcards die je nog niet kent elke dag
Schrijf flashcards zelf
Handige tips
Slide 23 - Slide
Theorie (verkleinwoorden)
Van de meeste zelfstandige naamwoorden kun je een verkleinwoord maken.
Meestal = -je of -tje achter het woord.
vakantie - vakantietje schaar - schaartje dans - dansje
Slide 24 - Slide
Soort woord met voorbeeld
Woorden met een -m boom
Woorden met een -ng koning
Achteraan -a, -o of -u opa, auto, paraplu
Achteraan -y baby
Woorden met cijfers of afkorting dvd, A4
Regel met voorbeeld
-pje
boompje
-kje en de -g laat je weg
koninkje
extra klinker
opaatje, autootje, parapluutje
-'tje
baby'tje
-'je of -'tje
dvd'tje, A4'tje
Slide 25 - Slide
Etalage
A
Etalagetje
B
Etalage'tje
C
Etalageetje
Slide 26 - Quiz
Radio
A
Radiotje
B
Radio'tje
C
Radiootje
Slide 27 - Quiz
Verdieping
A
Verdiepingtje
B
Verdiepingetje
C
Verdiepingke
D
Verdiepinkje
Slide 28 - Quiz
cd
A
cdtje
B
CeeDeetje
C
cd'tje
Slide 29 - Quiz
Pony
A
ponytje
B
ponietje
C
pony'tje
D
paardje
Slide 30 - Quiz
Menu
A
Menutje
B
Menuutje
C
Menu'tje
D
Menuu'tje
Slide 31 - Quiz
Instructie
A
Instructietje
B
Instructieetje
C
Instructie'tje
Slide 32 - Quiz
Tip van de dag!
Twijfel je over een verkleinwoord? Neem een voorbeeldwoord in je hoofd met dezelfde laatste letter of klank!
Verkleinwoord van cranberry?? Baby eindigt ook met y en dat wordt baby'tje.