regelmatige werkwoorden vervoegen

onregelmatige werkwoorden haben - sein
Duits
werkwoorden vervoegen

1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

onregelmatige werkwoorden haben - sein
Duits
werkwoorden vervoegen

Slide 1 - Slide

lesdoel
aan het einde van de les:

- weet je wat werkwoorden zijn.
- weet je hoe je (regelmatige) werkwoorden kunt vervoegen. 
-kun je een artikel dat gepubliceerd gaat worden controleren op de werkwoordspelling.

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden?

Slide 3 - Mind map

Wat is de vertaling van onderstaande persoonlijke voornaamwoorden in het Duits?
ik
jij
hij / zij / het
wij
jullie
zij / U

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

FEESTTENTEN
Persoonlijk voornaamwoord + de stam van het werkwoord + FE-E-ST-T-EN-T-EN
ich
wohn
e
du
wohn
st
er/sie/es
wohn
t
wir
wohn
en
ihr
wohn
t
sie/ Sie
wohn
en

Slide 6 - Slide

Wat is de juiste vervoeging van het werkwoord?
Ich wohn____
A
wohne
B
wohnst
C
wohnt
D
wohnen

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste vervoeging van het werkwoord?
wir spiel_____
A
spiele
B
spielt
C
spielst
D
spielen

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste vervoeging van het werkwoord?
du mach_____
A
mache
B
macht
C
machst
D
machen

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste vervoeging van het werkwoord?
Sie geh____
A
gehe
B
geht
C
gehst
D
gehen

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste vervoeging van het werkwoord?
ihr wink___ (zwaaien)
A
winke
B
winkt
C
winkst
D
winken

Slide 11 - Quiz

lesdoel behaald?
Je hebt het lesdoel behaald wanneer:

- je weet wat werkwoorden zijn. 
- je weet hoe je (regelmatige) werkwoorden kunt vervoegen. 


Slide 12 - Slide

Opdracht
Een vertaler heeft ons de opdracht gegeven om een artikel voor hem te controleren op de werkwoordspelling. 
  • Je werkt hierbij in tweetallen.
  • Het artikel vind je op het werkblad. 
  • Controleer samen het artikel volgens het stappenplan welke je vindt op het werkblad.
  • Lever de opdracht in bij je docent.

Slide 13 - Slide