Tekstopbouw

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Tekstopbouw! 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Tony Hawk

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is het
onderwerp
van deze
tekst?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Waarom is de titel niet meteen voor iedereen duidelijk?
A
Omdat niet iedereen weet wie Tony Hawk is.
B
Omdat we niet weten waarom hij is weggeweest.
C
Omdat niet iedereen weet wat terug van weggeweest betekent.
D
Geen van deze antwoorden is juist.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Tony Hawk

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Lees de tekst op de vorige slide.
Kies de correcte bewerking.
A
Als ik niet alleen de titel bekijk maar de hele tekst lees, dan wordt mijn eerst idee over het onderwerp bevestigd. De tekst gaat over de persoon Tony Hawk.
B
Als ik niet alleen de titel bekijk maar de hele tekst lees, dan stel ik vast dat het onderwerp niet de persoon Tony Hawk is. De tekst gaat over het computerspel Tony Hawk Pro Skater.

Slide 9 - Quiz

De blauw gedrukte zin zette jou op het spoor van het echte onderwerp van deze tekst. Het is de belangrijkste informatie die de schrijver ons wil meedelen. We noemen die informatie de hoofdgedachte van de tekst.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Welkom in de skatehemel deel 1

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Welkom in de skatehemel deel 2

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welkom in de skatehemel deel 3

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Je leerde dat titels soms een aanwijzing geven over het onderwerp, maar dat dit niet altijd het geval is. Een schrijver kan een titel ook met een andere bedoeling kiezen.
Welke bedoeling heeft de schrijver met de titel 'Welkom in de skatehemel'?
A
Hij wil het verhaal mooier maken dan het in werkelijkheid is.
B
Hij wil de lezer prikkelen om verder te lezen.
C
Hij wil voor onduidelijkheid zorgen.
D
Hij wil de lezer nieuwsgierig maken.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Een onderwerp kun je vaak met één woord omschrijven. Toch lukt dat niet altijd als je het onderwerp nauwkeurig wil weergeven. In zo'n geval zijn er enkele woorden nodig. Uit de titel Welkom in de skatehemel! kon je afleiden dat de tekst over skaten gaat. Tijdens het scannend lezen kon je vaststellen dat dit onderwerp niet specifiek genoeg is. De schrijver heeft het bijvoorbeeld niet over skaten in Amerika of de nieuwste skatekledij.
Welke omschrijving van het onderwerp past het best bij de tekst?

A
Skatemogelijkheden in Gent
B
Het skatepark in de Blaarmeersen
C
De wetgeving voor Gentse skater

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Het meest opvallende hoofdpunt in de tekst is het nieuwe skatepark in de Blaarmeersen.

Welk hoofdpunt was niet van toepassing?

A
Skateparkjes in wijken
B
Skaten op pleinen en straten in het centrum
C
Bouwadvies voor een perfecte halfpipe

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Street skate
Beter dan in Luxemburg

Honderden skaters
Vallen en opstaan

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Street skate
Beter dan in Luxemburg

Honderden skaters
Vallen en opstaan

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Street skate
Beter dan in Luxemburg

Honderden skaters
Vallen en opstaan

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Je merkte dat een tekst "Welkom in de skatehemel" nood had aan structuur. Pas dan wordt hij vlot leesbaar. Weet jij hoe je structuur in een tekst brengt?
Welke bewering klopt niet?
In de volgende slide vind je het originele artikel terug.

A
Ik verdeel de tekst in alinea's.
B
Ik begin elke zin op een nieuwe regel.
C
Ik gebruik per hoofdpunt 1 alinea.
D
Ik gebruik tussentitels.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions