• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

dinsdag 13 februari

Dinsdag 13 februari
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Dinsdag 13 februari

Slide 1 - Slide

Verliefd zijn en houden van

Slide 2 - Slide

superlief
  • heel erg lief
  • zin: Ik hou van mijn familie. Ze zijn superlief voor mij! 
31

Slide 3 - Slide

uit
  • aan <---> uit
  • zin: Ik doe het licht uit. 
  • zin: De verkering is uit.
32

Slide 4 - Slide

van
  • zin: De jas is van Piet. 
  • zin: Ik vind jou lief. Wat denk je van mij?
33

Slide 5 - Slide

veel
  • veel <--> weinig
  • zin: Hij heeft veel geld. 
  • vaak
  • zin: Hij denkt veel aan zijn familie.
34

Slide 6 - Slide

verkering hebben 
  • twee mensen zijn verliefd op elkaar
  •  werkwoord 
  • Ik heb verkering - wij hebben verkering
  • zin: Henk en Lisa hebben 2 maanden verkering.
35

Slide 7 - Slide

Rekenen
Blok 3 les 16



(zie basispoort)

Slide 8 - Slide

Luisteren nieuws
Schrijf op:
Waar is het?
Wat is er? 
Wie? 

Slide 9 - Slide

Tekst 2 lezen 
We lezen de tekst 3x en maken de opdracht.

Slide 10 - Slide

Begrijpend lezen 
 
We lezen de tekst en maken de vragen.

Slide 11 - Slide

Lezen tot 12.50
We lezen stil in ons eigen boek. 
Doel: we leren nieuwe woorden en we leren beter lezen. 

Naar Helderse Vallei 13.30 - 14.30

Slide 12 - Slide

Ik vind mijn docent ... .
2 + 31
A
evenveel
B
aardig
C
superlief
D
mens

Slide 13 - Quiz

31
Wie vind jij superlief?

Slide 14 - Mind map

Maak een zin met het woord 'uit'.
32

Slide 15 - Open question

Die telefoon is ... mij!
33
A
aan
B
uit
C
voor
D
van

Slide 16 - Quiz

Ik ga morgen met de trein ... Den Helder ... Amsterdam.
33
A
van - naar
B
voor - van
C
door - voor
D
in - door

Slide 17 - Quiz

Het regent ... in Nederland.
34
A
zon
B
veel
C
wind
D
sneeuw

Slide 18 - Quiz

Maak een zin met het woord 'veel'.
34

Slide 19 - Open question

Wat klopt?
35 + 37 + 38
A
Hij hebt verkering met zijn vriendin.
B
Hij hebt verkering met zijn moeder.
C
Hij heeft verkering met zijn moeder.
D
Hij heeft verkering met zijn vriendin.

Slide 20 - Quiz

Wat klopt?
35
A
Ik maak de verkering uit.
B
Hij maak de verkering uit.
C
Hij uitmaakt de verkering.
D
Ik uitmaak de verkering.

Slide 21 - Quiz

More lessons like this

Dag 7

February 2024 - Lesson with 15 slides
NT2ISK

Dag 5

February 2024 - Lesson with 26 slides
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Houden van ALLE woorden

April 2024 - Lesson with 46 slides
NT2Middelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Alle woorden van thema 5

September 2024 - Lesson with 53 slides

1G2 - di 16 april 3e en 4e uur - DISK thema 5 Houden van/verliefd - woorden woordenlijst beginners

April 2024 - Lesson with 39 slides
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 1

Quiz zomeractua LBV 2024

September 2024 - Lesson with 49 slides
Mens en samenlevingSecundair onderwijs

Thema 2 - dag 6

March 2024 - Lesson with 16 slides
NT2Middelbare schoolBasisschoolmavoLeerjaar 1

Les Financiële Feiten (H2)

January 2023 - Lesson with 33 slides
Bedrijfsadministratie 1Tertiary Education
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings