A6sptl2 Periode 1, Les 3 SCHRIJVA - KOL (15-09-2023)

Bienvenidos
LESSONUP klascode: jfgcd

Meld je aan via de link in teams of via de klascode. 



1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenidos
LESSONUP klascode: jfgcd

Meld je aan via de link in teams of via de klascode. 



Slide 1 - Slide

Spaans in klas 6
Per periode worden een of meer examenonderdelen afgerond.
In periode 1 zijn dat: schrijfvaardigheid en luistervaardigheid.

Het zwaarstwegende examenonderdeel is Leesvaardigheid.

Studiewijzer periode 1 staat op Teams, tegel A6sptl2
  • doornemen
  • 2 lessen per week: wekelijks 1 les schrijfvaardigheid ('redacción') + 1 les lees/luistervaardigheid
  • KWG




Slide 2 - Slide

Toetsen, opdrachten
Toetsen
  • Formatieve Tussentoets (vocab/gram/signaalwoorden) (12 oktober)
  • Luistertoets tijdens de periode (9 oktober, 6e uur), 25%, niet herkansbaar
  • Schrijftoets in toetsweek, 15%, herkansbaar

Opdrachten (formatief)
  • Glosario: per tekst noteer je drie nieuwe woorden met vertaling, digitaal op teams bij opdrachten
  • Luisterdossier grotendeels tijdens de les, digitaal op teams bij opdrachten
  • Boekje lezen in duo's + vragen beantwoorden + woorden in glosario zetten (op papier)



Slide 3 - Slide

Período 1: Metas (doelen), materiales
  • Je leert informele en formele brieven schrijven over onder meer studie, werk, reizen/toerisme (brieven met een verzoek om hulp of informatie, klachtenbrieven, sollicitatiebrieven). 
  • Je leert je mening en gevoelens schriftelijk te verwoorden in een informeel en formeel taalregister en gebruikt signaalwoorden.
  • Je leert hiervoor ook de benodigde woordenschat, grammatica en lenguateca.
  • Je werkt aan je leesvaardigheid door een boekje te lezen, met het oog op uitbreiding van de woordenschat en om meer vertrouwd te raken met de Spaanse zinsbouw.
  • Je verbetert je luistervaardigheid.
Libros, materiales:
  • Paso adelante libro de referencia, libros de alumno 3 y 4, materiales en línea

Slide 4 - Slide

El programa: cartas formales 
1. INFO
2. GRAMÁTICA: Condicional + Futuro (H6, B + libro de referencia) (20m)
3. COMPROBAR los deberes: Vocab B. (5m)
4. LEER/ESCRIBIR (30m)
  • Comprobar los textos / Feedback 
  • Estudiar fuentes (bronnen): Rubrics, Lenguateca, Briefconventies, Zinsbouw
  • -> Leer/escribir: la carta formal H7 ej. 8-10
5. REFLEXIÓN

  • RECUERDA: ¡¡¡ En clase practicamos el español !!!







Slide 5 - Slide

Gramática: 'futuro' y 'condicional' - 20m 
1. El FUTURO  -> bij een voorspelling, belofte, veronderstelling
  • ik zal een brief schrijven, hij zal wel te laat komen
  • vervoegingen 
  • Ayuda: libro de ref. p. 20 nr. 13 (gebruik) + nr. 1-2-3 (vervoegingen)

2. EL CONDICIONAL -> bij beleefdheid, raad, wens, verleden toekomende tijd 
  • ik zou het leuk vinden;  ik zou het niet doen; zou je willen komen?; we zouden gaan verhuizen 
  • vervoegingen
  • ESTUDIAR: onregelmatige vormen van futuro + condicional: H6 gram B ‘libro 3, p.61

3. HACER: Libro 3,  H6 p. 61-62, ejercicio 11 + 12abc (de)


timer
15:00
ATENCIÓN: 
hay verbos irregulares en futuro y condicional

Slide 6 - Slide

Los deberes fueron:
Estudiar:
  • H6 vocab B (herhalen) -> comprobar (próximas páginas)
  • grammatica en lenguateca zie bij vorige les (H7 Lenguateca A)
  • briefconventies herhalen en toepassen libro de referencia p.55-60
Hacer: 
  • afmaken opdrachten vorige les (H7 opdr 4) -> zelf nakijken met antwoordblad -> vragen stellen
  • H7 ejercicios 5,6,7, minimaal 3 verschillende signaalwoorden per schrijfopdracht, varieer. -> feedback  (próximas páginas)
  • per gelezen tekst 3-5 woorden opnemen in je glosario


Slide 7 - Slide

Ser-estar-hay
VER: 2 columnas (SER y ESTAR). Ve el vídeo + completa las columnas: cuándo se usa 'ser', y cuándo 'estar'?
ESTUDIAR: el uso de ser/estar/hay (grammaticaboekje onderbouw op Teams, nr 30-31.
HACER: ¿Conoces las conjugaciones de ser y estar ? Schrijf eerst op welke vervoegingen je nog weet, raadpleeg daarna het libro de referencia, werkwoorden-overzicht vanaf pagina 7 en noteer de vervoegingen: presente, perfecto, indefinido, imperfecto
HACER: maak libro 3 p.72, ejercicio 25a

STER-oefening:
De keuze voor 'ser' of 'estar', kan de betekenis beïnvloeden, bijv. ser listo = slim zijn, estar listo = klaar zijn. Geinteresseerd? Lees dan ook libro 3 p.73 en maak oefening 25b.

Slide 8 - Slide

Comprobar: Libro 3, Cap.6, ejercicio 25a (p.73)
Ejercicio 24 Voorbeelduitwerking: ‘Estar guapa’ = ‘er mooi uitzien’. ‘Ser guapa’ = ‘mooi zijn’.




Ejercicio 25b
1 está
2 es
3 estoy
4 es
5 está
6 estoy
7 estás
8 es
9 estás
10 eres

Ejercicio 25a
1 es
2 está
3 es
4 es
5 es
6 estoy
7 soy
8 es
9 estoy
Ejercicio 25c
1 fue
2 era
3 estaba
4 eran
5 era
6 era
7 estaba
8 era
9 estamos
10 estoy

Slide 9 - Slide

Gramática: los pasados 
REPASO: korte uitleg libro de referencia nr. 11 (p.18-20)
HACER: H7, ejercicio 4abc (libro 4, p.8-9)


¿No te acuerdas de las conjugaciones? Búscalas en el libro de referencia.
  • verbos regulares, libro de referencia nrs. 1-2-3
  • verbos irregulares ir, haber, hacer, tener, ser, decir, estar (libro de ref. p. 6-16)


timer
8:00

Slide 10 - Slide

Libro 3, Vocabulario H6 B:
van tevoren
A
fluido
B
previamente
C
arriesgado
D
apropiado

Slide 11 - Quiz

Libro 3, Vocabulario H6 B:
toewijzen
A
exponerse a
B
paciente
C
ganar
D
asignar

Slide 12 - Quiz

Kies twee woorden uit vocab B en verwerk die in één Spaanse zin. Ejemplo:
'El equipo de fútbol consiste en quince jugadores.'

Slide 13 - Open question

Leer + escribir (35m)
¿Qué?
Comprobar tus textos (en grupos)
Estudiar fuentes/materiales
Leer sobre el Hotel Paseo del Prado -> Hacer los ejercicios

¿Cómo?   -> Sigue las instrucciones en las próximas páginas.


Slide 14 - Slide

COMPOBAR los textos, ej. 5-7: Feedback 
(10m, en grupos) 
1. Laat je eigen teksten lezen door een klasgenoot
  • check op gevarieerde signaalwoorden -> hoeveel? welk 'niveau'?
  • check op gebruik gevarieerde lenguateca en woordenschat

2. Vergelijk zelf jouw teksten met het antwoordmodel op teams
  • Kijk in hoeverre jouw eigen teksten overeenkomen met het antwoordmodel 
  • -> leidt hieruit twee tops en twee tips af voor jouw schrijfvaardigheid. Noteer deze voor jezelf.

3. Ga naar de volgende slide. 
timer
6:00
¿Feedback por la profe? 
Levántate la mano.

Slide 15 - Slide

Rubrics + Lenguateca para 'dar/pedir información'
1. ESTUDIAR: Rubrics schrijfvaardigheid (op teams, periode 1)

2. ESTUDIAR: dar/pedir información
  • libro 4, H7 lenguateca B, p.12 
  • libro 3, H6 lenguateca C, p.75
Después: ¿de qué frases te acuerdas? (welke zinnen weet je nog?)

-> Vas a usar la lenguateca en los textos que escribirás. 


timer
3:00

Slide 16 - Slide

Cartas formales: leer y escribir sobre el 
Hotel NH Paseo del Prado (20m)
1. ESTUDIAR: 
  • briefconventies libro de referencia p.55-60 formele brief, bekijk de voorbeelden!!!
  • Spaanse zinsbouw, libro de referencia p.34 nummer 32 -> toepassen in je schrijfopdrachten

2. HACER: en grupos, pero ¡todos escribís!
  • Haz Cap. 7 ejercicio 8 (libro 4, p.12) 
  • Lee los consejos en verde (p.13) -> Haz los ejercicios 9+10 (p.14)
  • -> ¡Usa la lenguateca en tus textos y usa vocabulario variado!

RECUERDA: Anãdir palabras a tu glosario.

Slide 17 - Slide

REFLEXIÓN

Slide 18 - Slide

Welke vorm hoort NIET bij de condicional?
A
haría
B
querría
C
me gustaría
D
quería

Slide 19 - Quiz

Lenguateca.
¿De qué frases te acuerdas?

Slide 20 - Open question

Welke aandachtspunten heb je voor jezelf om je schrijfvaardigheid verder te verbeteren?

Slide 21 - Open question

Los deberes
Estudiar: 
  • H6 vocab B en C herhalen
  • grammatica futuro (libro de referencia p.4-5 + p.20) + condicional, H6 gram. B (libro 3, p.61)
  • lenguateca H6C en H7B 'informatie geven/vragen'
  • briefconventies formele brief, libro de referencia p.55-60

Hacer: 
afmaken opdrachten  (H6 oef 11 +12, H7 oef 8 t/m10)
Glosario aanvullen
afmaken opdrachten van hw voor vandaag!

Slide 22 - Slide