Past simple lesson 1

Past Simple
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Past Simple

Slide 1 - Slide

Today 
Past simple
- regular verbs 
- 10 irregular verbs 

Slide 2 - Slide

Do you remember the past simple?
A
Yes
B
No

Slide 3 - Quiz

Wat weet je nog van de past simple?

Slide 4 - Open question

Past Simple
You use the past simple when something happened in the past and is finished.
The past simple is what we call in Dutch: de verleden tijd


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Past Simple: stop

Slide 9 - Open question

Past Simple: cry

Slide 10 - Open question

Past Simple: visit

Slide 11 - Open question

Past Simple: watch

Slide 12 - Open question

Past Simple: listen

Slide 13 - Open question

Past Simple of:
travel

Slide 14 - Open question

maak past simple: play

Slide 15 - Open question

past simple van 'show'

Slide 16 - Open question

Past Simple of:
stay

Slide 17 - Open question

Past Simple of:
try

Slide 18 - Open question

Write down a Past Simple sentence.
Bijv: Ik liep gisteren naar school.

Slide 19 - Open question

Hoe maak je ook alweer een vraagzin in de verleden tijd?

Slide 20 - Open question

Schrijf 1 vraagzin in de verleden tijd.
Bijv: Liep ik gisteren naar school?

Slide 21 - Open question

Hoe maak je een zin ook alweer ontkennend in de verleden tijd?

Slide 22 - Open question

Schrijf 1 ontkennende zin in de verleden tijd.
Bijv: Ik liep gisteren niet naar school.

Slide 23 - Open question

What is Past simple and how can you recognize it?

Slide 24 - Open question